3lee1 Zeeland zal er van spreien jArls onze plannen bekend worden 8 ONS ZEELAND PRINS STIPAN door C. v. L. (Vervolg). Steeds verder ging het, langs eeuwenoude bosschen en toen ze ongeveer twee uur gereisd hadden, hielden ze stil bij een herberg aan den weg. Stipan werd naar binnen gedragen, het was al donker en 't kind was moe en slaperig. Vaag onderscheidde hij een groot houtvuur in den schoorsteen en hier en daar een kandelaar met een kaars. Er werd eten klaar gemaakt en na 't eten ging ons prinsje slapen. Hij sliep heerlijk in 't hooge ouderwetsche bed, maar werd 's morgens weer vroeg gewekt. Toen hij klaar was stonden de paarden al voor de koets te trappelen. Vlug stapten allen in en voort ging het weer, door prachtige bosschen en heide, hier en daar over vroolijk kabbelende beekjes, die hun golf jes voortstuwden over wit zand en kiezel, huppelend en glinsterend in de morgenzon. Er stonden langs de beek zelfs al bloemen, trillend op hun teere stengeltjes, en op den achtergrond groote zware boomen het was zóó mooi om nooit te vergeten. De zon begon alweer te zinken toen ze plotseling bij een draai van den weg een kasteel voor zich zagen liggen. De koetsier nam een hoorn en lustig klonken de tonen door de lucht. De zware deuren gingen open en van de hooge stoep snel den vlugge lakeien toe om te helpen. Een statige dame verscheen in de deuropening. De kleine Stipan liep vlug naar die dame toe. Ze had zoo'n lief gezicht, dat de kleine zich direct tot haar aangetrokken voelde en de armpjes om haar heen sloeg, ze bukte zich en kuste hem hartelijk met tranen in de oogen van vreugde. Ze was dol op kinderen en het was al zoo lang geleden dat daar kinderstemmen hadden geklonken in de stilte van het groote kasteel. Wordt vervolgd). HET VROUWENPARADIJS, door HANS DE LA RIVE BOX. en zoo geschiedde het, dat de mooie jonge lady Mary in een bui van moedeloosheid haar ouderlijk huis en hare vleiende en naar haar hand dingende vrienden den rug toekeerde en met den eersten den besten trein naar onbekende oorden spoorde. Zij was beu van het leven, beu van de wereld en beu van haar zelf Het hoofdstuk was uit en met een zucht legde het meisje den roman naast zich op de roodfluweelen bank. Zij staarde door het breede D.-wagenvenster naar het wegijlende landschap en zuchtte nog eens. Het was precies haar eigen verwend leventje, precies haar eigen historie. Ook zij was gisteravond in een vlaag van op standing in den trein gestapt, zonder te weten waar deze haar naar toe zou brengen. In den wilde weg had zij een ticket gekocht, doch de naam van de stad reeds lang vergeten. Zij had alles wat zij bezat achter ge laten en op een briefje geschreven, dat zij twee weken vacantie had genomen om ,,d'r eens uit te kunnen zijn". Emmy Doraine was een zelfbewuste jonge dame van juist vijf en twintig lentes. Zij was de eenige dochter van een schatrijke baronet en zij wist, dat zij met deze wilde vlucht door heel chique Londen een groote sen satie te weeg zou brengen. Doch net als het roman meisje was zij beu van den rijkdom en haar talrijke vleiende aanbidders. Zij had een heerlijken nacht ach ter zich in de comfortabele sleeping-car" en het was of nieuw leven in haar bloed stroomde. Toch was deze eigenaardige tripniet zonder doel Voor de aardigheid zocht zij haar ticket eens op en las den naam ,,Stilltown", de hoofdstad van een haar onbekend staatje, namelijk Wahallavië. Volgens de controleur, die haar kaartje geknipt had, zouden zij binnen het kwartier de grens passeeren, Z;; bleef naar buiten kijken en merkte op dat het vlakke landschap veranderde in een bergachtige streek. Het duurde niet Vervolg op bladz. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 8