REEEEI» EN POEDELS A ONS ZEELAND 15 DE SLAG BIJ WATERLOO. Een Goesche mandolineclub meldt o.m. op haar programma „De Slag bij Waterloo (in z'n ge heel). Tijdens de pauze's en na af loop verschillende vermakelijkhe den." (De bedoeling is natuurlijk ander amusement dan deze mededeeling bij eerste lezing doet denken). Zoo was Napoleon van Elba weggevlucht, herleving van zijn roem bezwangerde de lucht. Parijs viel als voorheen weer vcor hem op de knieën, trotsch wapperde zijn vlag weer op de Tuilerieën. Toch was Fortuna's gunst hem niet meer lang beschoren, na Honderd Dagen reeds bleek zijn régime verloren, want heel Europa's toorn wendt zich op 's Keizers kracht, men viel hem woedend aan, met groote legermacht. De Pruisen bij Ligny dit kon hij nog verdragen, heel Blücher's krijgersschaar werd smakelijk verslagen, de Groote Adelaar trok triumpheerend voort, doch Quatre Bras reeds heeft zijn zegetocht verstoord. Een Prins van Hollandsc-h bloed passeerde hij niet zoo dit was het voorspel van De Slag bij Waterloo. Doch, eer men verder ging, besloot men wat te rusten, men richtte disschen aan, die vriend en vijand lustten, in broederlijk gefuif beklonk men vast den strijd, dat was ,zie bovenaan) een soort vermaak lijkheid. Toen sprak Napoleon, gevuld nog van gerechten Thans vriend en vijand Stopt 't Is tijd weer om te [vechten, Of dacht ge dat ik thans niet verder strijden kon Welaan, grijpt het geweer Ik tart u, Wellington Dus ving het vuren aan. Zwaar dreunden de kanonnen, de Slag°bij Waterloo was bloederig begonnen. De moed van zijn armée mocht Wellington niet baten, naar allen droeven schijn verloren zijn soldaten. De greep des Adelaars was wurgend als voorheen, nog maar ternauwernood bleef Wellington te been tot Blücher's schaar, goddank, hem redde uit die klemmen, toen maakte men weer rust, met meerderheid van stemmen. Er kwam een leuke bar, daar was Napoleon, hij lunchte daar en dronk met vijand Wellington. 't Leek of hij Waterloo geheel vergeten zou, hij danste charleston met Blücher's eigen vrouw. Doch het gevecht werd gauw met nieuwen moed hervat, men had weer ruim genoeg amusement gehad. Napoleon kreeg klop, werd droeviglijk verslagen, hij was finaal kapot, hij durfde 't niet te wagen nog langer Frankrijk's Heer en Keizer meer te zijn, de°Arend werd een musch, de groote man werd klein. Na afloop van den Slag ondanks de vuile kleeren besloot men zich tot slot nog wat te amuseeren. Napoleon was stil hij zat maar in een hoekje, keek met een scheef gezicht naar zijn gescheurde broekje. Jawel, zei Wellington, ik wist het van te voren, jij hebt den heelen boel door eigen schuld verloren. Op Sint Heiena's kust heb je straks al den tijd, dus overdenk daarginds de zonden van je strijd De Slag bij Waterlooen z'n vermaak'l kheid WILLEM TELL II. De vorige week hebben vele Zeeuwen gelachen en de wijze hoofden geschud over een krantenbericht. Ja ja.beken het maar. Vooreerst is lachen geen schande, en dan. men kan toch moeilijk zijn waren aard verbergen. Er is gelachen in Zee1 and. en bovendien is er ge zegd „Waar halen ze 't vandaan. Wat een hoogvlie gerij. Ze lijken wel mal met hun nieuwigheden." Bovendien hebben de hoofden van velen zich van links naar rechts bewogen. Waar of niet En dat alles omdat de gemeenteraad van Breskens er nu eens duizend guldentjes voor over had om te onderzoeken op welke wijze van Breskens een behoor lijke badplaats te maken is. „Duizend gulden voor een onderzoek: Breskens bad plaats. Hoort u de lachers, de heeren van de kritiek, de wijzen die overal malligheden te voorschijn tooveren? Wat zullen de rechterooren van de Breskensche raadsleden getuit hebben van den lach die door Zee land daverde. Ik kan me met dezen lach, hoe ik de vroolijkheid ook min, niet vereenigen. Trouwens met veel Zeeuw- sche lachpartijen niet, want men maakt zich in onze gewijde dreven meermalen schuldig aan den lach over zaken, dingen en personen die toch o zoo erg gewoon en verstandig zijn. Maar de gewoonheid en het ver standige wil men hier over het algemeen pas erken nenlaterveel later. Dat houdt met onze tra ditie verband, weet je. Zooals gezegd, ik heb over het besluit van den raad van Breskens geen steekje vroolijkheid in me voelen op-kittelen, Wel een tikje eerbied voor den durf daar aan den overkant getoond en voor het inzicht, dat niet specifiek Zeeuwsch is. Wat had Zeeland al een eereplaats in het rijk der touristen ingenomen, wat zouden Vlissingen en Dom burg groot zijn als anderen voorheen iets van dezen durf van de raadsleden van Breskens in zich hadden gehad. De Zeeuwsche badplaatsen zijn bijna ondanks de Zeeuwen iets geworden. Wat zouden ze dan niet ge weest zijn als alle Zeeuwen hun medewerking hadden verleend. Er is gelachen over Breskens de vorige week Wellicht lacht Breskens toch het laatst. Want Breskens is niet ongunstig gelegen Enmen durft er wat beginnen Er zijn spreuken, die meer zeggen dan boeken, en waarin het hart meer leeft dan in jaren. Vereenigde zielen dragen elkander altijd meer naar boven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 15