ér! TOCh STMfl Z.n.B.BIEREM BOVENAAN VICTOR IA-W mm UIT EEN JEUGD Herinneringen aan Zeeland door KERSTNUMMER „ONS ZEELAND" DECEMBER 1928 U C-,W. pëh8QER Als we 1928 in zijn geheel overzien, kan de con clusie luiden Voor Zeeland was het een goed jaar. Groote rampen kwamen niet voor. In het begin van 1928 was er hier en daar een hooge waterstand, aan het einde richtte de storm op sommige plaatsen ma- terieele schade aan, doch dit slechte valt bij het vele goede dat ons gewerd in het niet. 1929 moge aan den grijzen voorganger een voor beeld nemen. Met belangstelling zien we wederom naar het ko mende jaar uit. JAN R. TH. CAMPERT. X. Kerstmis. Er is een Kerstliedje van den onvergetelijken dichter J. H. Leopold, dat begint In de donkere dagen van Kersttijd is een kind van licht gekomen, de maan stond helder over den dijk en ijzel hing aan de boomen. en deze regels schieten mij telkens weer te binnen als ik denk aan de Kerstdagen die mij op Walcheren zagen. Dezelfde heldere, simpele sfeer die hier in deze wei nige woorden besloten ligt, heerschte somtijds over ons eiland. Kerstfeest het had voor ons kinderen toch wel een heel bijzondere aantrekkingskracht. Het was niet alleen in de woorden en verhalen die in zulke dagen tot je gericht werden, dat je voelde hoe er een ander, magischer leven aan de wereld openbaar werd ge maakt- Op „Kosmisse" werd de stilte soms zoo puur en klaar als kristal, de hooge, heldere vrieslucht welfde strak over de wintersche landen, de enkele geluiden die de stilte verbraken, klonken dubbel duidelijk. Met nog plechtiger ernst gingen de mannen in hun donkere kleeren met de gouden knoopen over de straat naar de kerk en aan den langzamen tred der vrouwen en meisjes in hun fleurige Zondags-kleedij bespeur-e men een ootmoed die een gansch ongewoon karakter droeg. De dorpsstraat lag dan op zoo n Kerstmiddag reent en verlaten onder het strakke, witte licht. De huizen stonden stom en gesloten daar langs geschaard en het eenige geluid dat ik hoorde was het gezang bijwijlen uit de kerk donker, monotoon en plechtig. Vrede lag over ons dorp, een vrede en een rust zoo intens en diep-beleefd als een mensch maar zelden vergund is te beleven. Van de verre hofsteden af kwamen de boeren en boerinnen met hun kinderen aangereden in hun veere- wagens om dezen dag te vieren. En zij kwamen, vei- vuld van den ernst der taak die hen wachtte. Want Walcheren's volk is vroom, het is het van nature. Het geloof wortelt hecht en standvastig in deze zielen. Die standvastigheid en ernst welke tot het beste deel be- hooren van den Hollandschen aard zwaar en onver zettelijk. In die dagen herkent men in hen de nazaten der strijders die eens een oorlog voerden, welke tach tig jaren moest duren. En eens te meer beseft men, dat het wellicht geen toeval is dat zich op Walcheren de geboorteplaats bevindt van Marnix van St. Alde- gonde, die het krachtigste en merkwaardigste lied schreef dat onze taal kent en wiens Psalmen te weinig geëerd worden. Marnix die in het Wilhelmus o. m. schreef deze regels, brandend van geloof, verzaad van berusting Soo bet den wil des Heeren op die tijdt had gheweest, had ick gheern willen keeren van u dit swaer tempeest maer de Heer van hier boven die alle dinck regeert, die men altijt moet loven, en heeftet niet begheert. Heeft gunstigen invloed op de spijsvertering -

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 5