RELIQUIE 896 VRIJDAG 25 JANUAÖÏ 1929 No. 45 DOOR Een dure race-auto D. DOÜWE-SWART Een goed zoon is die. welke voor het zachte prijsje van 180.000 gulden ge fabriceerd is ten behoeve van den Engelschen majoor Segrave, die trachten wil hiermede het wereld-snelheid-record te breken. De t2-cylinder wagen heeft veel weg van 'n torpedo. Over den Boulevard d'Anglais daalde de schemering een voor een pinkten de lichten op, in een bespottelijk pogen om de groote lichtgeefster na te doen, die ais een Chineesche lantaarn was verzonken aan den verren einder. Altijd door sprak de stem, een zachte, beschaafde stem met een wonderlijk accentgeheel verschil lend van de scherpe stemmen der Amerikaansche toeristen, die aandachtig het verhaal van den man volgden. De zon stond nog aan den hemel, toen zij op het terras van het restaurant een gesprek aangeknoopt hadden met een sjofel gekleeden man, maar die ondanks zijn sjofele kleeren toch nog heer was. Wellicht een van die typen, die als slacht offer van de malaise na den wereldoorlog het leven in al zijn bittere hardheid had gevoeld. „U was dus particulier Secretaris van den Tsaar? vroeg een van zijn aan dachtige toehoordersin reiscostuum met een reusachtigen Harold- Lloyd-bril. De man knikte en staarde peinzend naar het gewiemel van men- schen en auto's op den boulevard. Hij zuchtte even. „Heeft u wel eens een aanslag op den Tsaar meegemaakt vroeg een der leden van het gezel schap. „Ja, eens de aanslag is evenwel niet bekend, het gistte die dagen ai een beetje en 't gebeurde in het paleis zelf, op een baf, dat de Tsarine gaf. U begrijpt Het is doodgezwegen, 't Scheel de bijna niets de Tsaar dankte zijn leven aan een sigaret/' Het gezelschap was in spanning, ze glunderden trots tegen eikaar. Wat een bof, wat een reuzen interessante bof, dat zij liet juist moesten treffen. Wat zouden ze heerlijk tegen hun vrienden kun nen opsnijden. De man met den uilen- bril bestelde een flesch champagne en schonk in. „Aan 'n sigaret zegt u De vreemdeling nipte met het gelaat van een kenner aan zijn glas. Peinzend keek hij naar het vurige goedje, dat in het glas fonkelde onder het licht der electrische die naar zijn vader aardt. lampen. zijns vaders voetstappen „Ik kan het u nu wel vertellen, nu alles achter den rug is," zei hij plotseling. „Ja, aan 'n sigaret dankte hij zijn leven." Ik zal het u vertellen. Op het bal, waarvan ik u zoo pas vertelde, ge beurde het. De „haute volée" van Rusland, ge zanten van vreemde mogendheden enz. waren tegenwoordig. De Tsaar was gewaarschuwd, maar hij ging toch. Velen hebben hem lafheid verweten, doch laf was hij niet. Hij bezat echter de wreedheid En vader is officier van de niotorbrigade der politie te Los Angeles, dus zoonlief drukt als diens trouwe copic in miniatuur, met alle ernst en waardigheid, zijn beroep eigen. van zijn voorvaders niet. die met de knoet regeer den. Dat was zijn ongeluk. Maar om tot mijn verhaal terug te keeren. Alles liep uitstekend en wij dachten, dat het gevaar ge weken was. Terwijl de jongere gas/en zich met dansen vermaakten, zat de Tsaar in een rookkabinet, dat in verbinding stond met de balzaal, onder het genot van een sigaret en een glas wijn te praten met een gezant. Het doet er niet toe welken. De sigaret was bijna op en hij was, zooals hij iater aan mtj vertelde, juist van plan haar m een aschbakje te leggen, toen het brandende eindje uit zijn vingers viel en terecht kwam op een kostbaar tapijt. Hij boog zich om het op te rapen op dat zelfde moment klonk een schot. U begrijpt, wat een ontsteltenis het teweeg bracht, allen verdrongen zich voor den toegang tot het kabinet De Tsaar was opge staan, hij was doods bleek, doch glimlachte en maakte een gerust stellend gebaar met zijn hand. U begrijpt Juist toen hij zich voorover boog, in datzelfde on deelbare moment trok de onverlaat zijn revolver af. Het eindje sigaret redde zijn leven, de kogel verbrijzelde een prachtigen geslepen spie gel „En de dader vroeg een van het kt ademlooze spanning gezeten gezel schap. „Die ontkwam in de algemeene verwarring dergelijke menschen ne men goede voorzorgen." Het gezelschap zweeg een poosje; de verteller huiverde licht, hij scheen het vreeselijke oogenblik nog eens te doorleven. De Amerikaan met den uilenbrii verbrak de stilte. „Heeft u niet het een of ander aan denken aan den Tsaar?" Dc man knikte. „O ja vele, o.a. 't eindje sigaret, dat de Tsaar door den schrik vergat op te ra pen." Hij haalde uit z'n vest zak een klein glazen buis je, dat aan beide kanten dicht gesmolten was. In het buisje bevond zich een eindje sigaret, dat door den ouderdom geel geworden was.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 14