Van Mijp
Sneeuw en ijs
v
fc; 6'
7
fcV.y§Sr
l
BRIEVEN SCHRIJVEN
IN DEN OUDEN TIJD
f: 'fV
if
886
VRIJDAG 25 JANUARI 1929
No. 45
,f
••i." -
Als men in onzen tijd een brief nioet schrijven, dan
grijpt men naar pen en papier, en laat den gedach-
tenstroom den vrijen loop.
Zeker, er is nog een zekere beperking men schrijft
aan 'n vriend anders dan aan zijn superieur, men heeft
een zekere beleefdheid in acht te nemen en zich rekenschap
te géven met wien men te doen heeft. Maar overigens
dringt het steeds meer en meer tot de menschen door,
dat men schrijven moet zooals men spreekt. Behalve dan
in zaken. En waarom ook niet Een brief is toch niet
meer dan een mondelinge boodschap of gesprek, dat men
in letters uitdrukt. Men zal dit alles heel gewoon vinden,
en in onzen tijd is het dat ook. Maar vroeger! Wel, dat
was gewoon om akelig van te worden, Men gooide elkaar
dood met titels en beleefdheidsvormen, die meestal werden
afgekort, wat als gevolg had, dat vele brieven onleesbaar
werden. Dit moge blijken uit den volgenden !8-eeeuwschen
brief, door Van Effen als afschrikwekkend voorbeeld
Hoe de rijp de omgeving van de oude
schaapskooi te Yerseke in 't zilver zette.
M1. A t?m 1
"ywn\
De Zanddijk naar Kruiningen en heel de omgeving was door de rijp geheel in het wit gezet.
Booten en steigers, alles was be-ijzeld
en maakte een schilderachtig effect.
Hiernaast: Als een lange, met witte kanl bezette tunnel lag daar de postweg Yerseke-Krtpclle.