De Geheime Gang onder Fort Pampus 910 VRIJDAG 1 FEBRUARI 1929 No. 46 De kalmte van haar stem, toen zij hem antwoordde, deed zijn bewondering grooter worden. „U vergist u!" zei zij volmaakt rustig; „Ik ben in het geheel niet bang meer. Ik was dwaas, daar straks. Maar toen ik iemand boven hoorde komen, dacht ik eerst, dat het een der mannen was, waar u mij voor waarschuwde, vanmorgen. Om de waarheid te zeggen, ik zag hen ooken ik moet eerlijk toegeven, dat ik aan uw waarschuwing heb gedacht." Zij zweeg en lachte even. De lucifer wapperde uit en werd weer donker om hen heen. Boy bevochtig de zijn droge lippen en dacht er over na, wat hij nu zou zeggen. „Het is een eenigszins eigenaardige situatie, waar ik mij in bevind vervolgde het meisje. „Ziet u, ik wilde boven eens kijken, maar het gekke is, dat dit plannetje niet zal kunnen doorgaan, hoewel het mij erg spijt." „Ik ben hier goed bekend 1" stelde hij haar ge rust; „Die deur naast u geeft toegang tot een wentel trap tien treden en u bent boven. Wacht, laat ik haar even opendoen." Hij liep voorzichtig naar de deur, passeerde rake lings het meisje en voelde zich even licht in het hoofd worden, toen een zwak parfum zijn reukor gaan streelde. „Aan die deur heb ik natuurlijk ook gedacht;" klonk de meisjesstem opnieuw. Maar zij is gesloten. „Gesloten vroeg hij verbaasd, alsof dit zeer onnatuurlijk was. Hij zag, dat zij knikte. Nu zijn oogen aan den schemer waren gewend, kon hij haar goed zien, het slanke witte figuurtje tegen den donkeren achter grond. „Ik moet u iets bekennen!" vervolgde zij lachend, „Het hek was geopend, doch de deur gesloten. Toen ik er vrij hard tegen drukte, sprong zij open, doch ik begreep wel, dat dit kwam, omdat zij van niet al te solide constructie is. Eigenlijk bevinden we ons dus op verboden terrein, en daarom is het logisch, dat deze deur op slot is. „Ja, dat vind ik ook antwoordde Bov mecha nisch, en hij deed vergeefsche pogingen om de be wuste deur open te trekken. Het meisje ging achter hem staan en hij voelde, hoe zij hem onderzoekend aankeek. Hij wendde zich om en lachte haar een beetje verlegen toe. „Ik zou mij graag even voorstellen!" zei hij; „Het toeval heeft ons hier samengebracht en ik geloof, dat u niet meer bang voor mij bent. Eigen lijk ben ik,blij dat u die twee ongunstige individuen zelf ook hebt gezien. U kunt nu niet meer twijfelen aan mijn goede bedoelingen. Ik heet Boy Vreeman, ben eerste luitenant van de luchtmacht, tot voor kort gedetacheerd bij Soesterberg, en woon in Bilthoven. Als jongen heb ik in Muiderberg ge woond en daarom kwam ik het plaatsje weer eens opzoeken." „Ik logeer hier!" antwoordde ze lachend; „Ik ben de dochter van den Amsterdamschen diamant handelaar Kloetinghe. Mijn zucht naar avonturen bracht mij voor de poorten van deze oude toren ruimte." Zij lachten beiden en in het schemerduister vonden zij eikaars handen. Dan zei Boy opgewekt „Ik geloof, dat er niets anders opzit, juffrouw, dan dat we weer afdalen. Het panorama zullen we be neden moeten zien. In ieder geval heb ik hier een nieuwen, zeer modernen uitkijktoren ontdekt, die iets verder staat." „Ben ik al lang op geweestzei ze„Maar het romantische, begrijpt u Hij wendde zich om en liep naar de deur, die dichtgevallen was. Een vreemd gevoel van geluk doortrilde hem, toen een klein handje zich vast greep aan zijn schouder, bij wijze van steun in het donker. Doch juist toen hij zijn hand op den ouder- wetschen knop wilde leggen, stommelden voetstap pen naar boven en klonk een ruwe stem „Hou je touwen klaar, Freek Het vogeltje is niet alleen in de kooi, die vreemde sinjeur is haar achterna. Boy wendde zich schielijk naar het meisje om en EEN OORSPRONKELIJK HOLLAK D S C U E NOVELLE DOOR HANS DE LA RIVE BOX Enkele minuten later kwam hij zwijgend keken zij elkaar even aan. De voetstappen naderden snel; enkele vloeken bereikten hun ooren. „Die mannen.God.stamelde het meisje. Boy greep haar handen en drukte ze bemoedigend. „Achteruit, vlug daar tegen de muur,fluisterde hij en voor zich tig duwde hij haar tegen den wand in de schaduw. Hij bleef in het midden staan en besefte plotseling den ernstigen toestand Dat deze mannen iets voor hadden met het meisje, was zoo goed als zeker. Dat zijn aanwezigheid hen in hun voorgenomen plan dwarsboomde, was ook duidelijk. Hoe in dezen modernen tijd op eeneenvoudige plaats als Muiderberg een misdaad of aanslag of zooiets mogelijk was, kon hij zich niet voorstellen. In ieder geval had het toeval hem bij haar gebracht, en wanneer de kerels werkelijk iets in den zin haddden zou hij haar verdedigen tot het uiterste. Doch slechts zijn gespierde vuisten had hij tot zijn beschikking, daar geen revolver, zelfs geen mes in zijn bezit was. Wie had ooit kunnen denken, dat hij zoo iets noodig zou hebben, op een doodgewoon tochtje naar het vriendelijke, stille Muiderberg Plotseling hielden de voetstappen op en duide lijk konk een andere stem „Ze zijn op de vliering, Kees. De deur naar boven heb ik afgedraaid. Hou je wapen bij de hand Dadelijk daarop werd de deur met een ruk naar binnen opengegooid. In de flauw verlichte opening stond de gestalte van een reusachtigen man, en iets blinkends bewoog dreigend voor zijn borst. Boy begreep dat dit het wapen was, waarover gespro ken was, en instinctief schoof hij zich voor het meis je. Op hetzelfde oogenblik werd hij verblind door het schelle licht uit een zaklantaarn. Een zwaar voorwerp trof hem boven het oor, zoodat hij wankelde en struikelde. Nog voordat hij iets had kunnen doen, om het meisje te verdedigen, kreeg hij een tweeden slag, nu boven het rechteroog, die hem neervelde als een blok. DE ÜAANDE EN DE KOMENDE MAN. Calvin Coolidge, de huidige president der Vereenigile Staten, poseert naast zijn toekomstigen opvolger Herbert Hoover op de trappen van het Witte Huis te Washington voor den fotograaf. door een felle pijn in het voorhoofd N o* 2 bij. Nog steeds was het vertrekje hel ver licht. Hij probeerde op te staan, doch voelde, dat zijn handen en beenen stevig vastge knoopt waren. Met veel moeite kon hij zich op zijn andere zijde wentelen en plotseling herinnerde hij zich alles weer. Een meter van hem af lag het meisje op den grond. Waarschijnlijk was zij flauw ge vallen, of neergeslagen, want zij was niet geboeid. Een vieze dof van lappen was gedeeltelijk in het kleine, nu wijd geopende mondje geduwd en het leuke krulhaar hing wanordelijk over slapen en voor hoofd. Boy begreep den werkelijken toestand maar al te goed en diep in zijn keel gromde het van woede en wraak. Hij was echter geheel machteloos en toen hij probeeren wilde, in haar richting te schui ven. om desnoods met zijn handen de prop uit haar mond te trekken, kreeg hij een gemeenen trap in zijn rug, wat hem duidelijk maakte, dat de man nen nog boven waren. De zaklantaarn dwaalde even door het vertrekje en even wisselden de mannen enkele woorden „De boot klaar, Kees?" „Ja Freek ..Wat zullen we met dien kerel doen .Laten liggen „Te gevaarlijk „Meenemen „Gaat dat, zou de boot niet te klein zijn 2" „Ben je bed.Dan vouwen we hem op in het vooronder V' De man lachte valsch en stak een sigaar op. Bij het licht van de lucifer zag Boy een glimp van hun gemeene tronie's. Onmiddellijk herkende hij de twee mannen, die hij reeds eerder op het strand had gezien. Een verschrikkelijken angst voor hel jonge meisje, dat zoo plotseling in hun wreede han den gevallen was, maakte zich van hem meester. Wat wilden zij van haar Wat hadden zij met haar voor Was hun plan vooruit beraamd en was dit in verband met het feit, dat zij de dochter was van een bekenden Amsterdamschen diamanthande laar? Hij dacht zich suf, doch was een en al aandacht toen de beide kerels zich over het meisje heenbogen en haar ruw optilden. Het ovale gezichtje viel slap opzij en willoos lag het slanke lichaam in hun ar men. Vervolgens trok een der kerels de deur open, die naar de trap naar beneden toegang gaf en na de zaklantaarn aan zijn jas te hebben gehangen nam hij het meisje als een zak over zijn schouder en begon hij fluitend de trap af te dalen. Zijn brute onverschilligheid en ruwheid deed Boy's bloed ko ken en schor schreeuwde hij „Ellendelingen, ik zal jullie wel krijgen. Weet, dat je een officier voor je hebtDe kerel kwam even later weer boven en liet het licht op zijn slachtoffer schijnen.„Kop houden!" vloekte de grootste der mannen „Neem hem op, maat Zij grepen hem stevig vast en daar Boy begreep, dat schoppen en trappen toch niet zou helpen, liet hij hen begaan. Zoolang zij hem in gezelschap van het meisje lieten, liet zijn eigen toestand hem vrij koud. Zij droegen hem op hun sterke schouders naar beneden en geen vijf minuten later werd hij met een vloek in het vooronder van een kleine motorboot gesmakt. Trillend van woede bleef hij daar liggen, en kon hij zien, hoe zij het meisje vervolgens gingen halen en haar een meter van hem af op enkele kus sens neerlegden. Het strand was geheel verlaten en zelfs in de café's op den boulevard was geen mensch te zien. Spoedig bracht een der mannen de motor op gang en terwijl Boy tot de overtuiging kwam dat het water hier wat dieper was dan op elke andere plek bij het strand, begon het bootje, dat weinig diepgang had, langzaam zeewaarts te varen. Telkens schuurde de bodem langs het strand doch een krachtigen afzet met een riem deed hel over deze hinderpalen heenkomen Toen zij een paar honderd meter ver in zee waren wierp de man de roeispaan neer en knielde hij naast het meisje. Hij trok de prop uit haar mond en haalde een klein fleschie uit zijn binnenzak. Enkele drup pels lier hij tusschen haar bloedelonze lippen vallen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 8