18 ONS ZEELAND maar aan ons over, Mr. Ziegenfeldt, komt u morgen nog maar eens kijken hoe we voor haar gezorgd hebben, Mr. Ziegenfeldt drukte mij de hand ten afscheid. Het gaf me een leeg gevoel toen hij wegging hij scheen mijn plechtanker in de bruisende branding van deze eindeloos- groote wereldstad. Wij gingen met de lift naar de negende verdieping. O, die kamers, die mijn tijdelijk verblijf zouden vormen Een zitkamer, in rose en blauw met kanten gordijnen een ge weldig bouquet la France rozen stond in een hoek op een tafel Mr. Dresler kwam zelf boven en toen hij mijn gezicht zag, begon hij op een guitige manier te lachen. En de slaapkamer, ook heelemaal rose en blauw, tot het bed toe een paar groote spiegels langs de wanden en een badkamer ernaast Ik moest aan mijn zolderkamertje in onze pastorie denken Een zachte, vriendelijke stem vroeg mij door de telefoon of ik voor het diner beneden kwam of dat ik het liever boven geserveerd wilde hebben, waaraan ik de voorkeur gaf omdat ik mijn manuscripten wiide sorteeren. Hiermede was ik nog bezig toen Mrs. Dresler boven kwam in een avondtoilet, dat de koningin van Spanje niet misstaan zou hebben. Ze in formeerde of het diner mij gesmaakt had, maar ik was er nog niet aan begonnen en terwijl ik genoot van de oesters en de icecream vertelde zij mij van Mr, Ziegenfeldt s wo ning op de een of andere Avenue een paleis in één woord.... van zijn schilderijen, zijn ivoren beeldjes, zijn liefdadigheidszin en zijn Eenzaamheid (alweer met een hoofdletter). Den volgenden morgen tegen elf uur ging ik in de Assy-' rische hall onder de palmen zitten. Mijn verrukt enthousias me van den vorigen avond was verdwenen ik voelde me als een flauwgevallen luchtballon ik zou vast en zeker van mijn stokje vallen als ik in Mr. Mc. Micking's ontzag wekkende tegenwoordigheid moest verschijnen. De papie ren in mijn hand wapperden alsof ze door een hevigen wind bewogen werden. Ik voelde me eenzaam en verloren in die weidsche ruimte van marmer en goud. Tegen half twaalf zou Mr. Ziegenfeldt's auto komen om me te brengen en ik voelde me als een patiënt, die op het punt staat naar de operatiezaal vervoerd te worden. Ik wankelde naar de groote entrée van het hotel, bleek van zenuwachtigheid. Daar stond de auto al met de grijs fluweelen kussens, het zilveren inlegwerk en de le lietjes van dalen. Een hotelbediende hield het portier open. 0, hemelsche goedheid mijn millionair zat er zelf in en keek mij met zijn heldere oogen lachend aan. In mijn verbouwereerdheid greep ik zijn hand en het kon me geen steek schelen of hij merkte dat ik dolblij was met zijn komst Gaat u ook mee Wat vind ik dat prettig, want ik ben zoo benauwd als een kind dat stout is geweest. Onderweg praatte hij heel gezellig en daardoor kalmeerde hij mij een beetje en toen wij voor die vreeselijke deur van het uitgeverskantoor stil hielden, vroeg ik Mr. Ziegenfeldt mee naar binnen te gaan. Maar hoe ik ook smeekte, hij was niet te vermurwen hij had van die dingen toch geen ver stand, zei hij, en het stond heel niet zakelijk bij zoon onderhoud je groote broer mee te brengen. Maar hij be loofde dat hij mij over een uur hier weer met de auto zou komen halen. Vergeet vooral niet, dat Mc. Micking zich verbeeldt Engelschman te zijn. En kijk niet zoo benauwd, meisje Ik had een prop in mijn keel en wuifde hem alleen maar toe. Nu zou het gaan gebeuren. Ik werd in een weelderig ingericht privé-kantoor gelaten, waar rood bekleede stoelen stonden en een groot formaat bureau, waarvan het houtwerk bijna onzichtbaar was door de manuscripten, die er op, er onder en er om heen lagen. Links ervan ontdekte ik een geweldige papiermand. Dat leek me een gruwelijk voorteeken. Mijn oogen werden er met magische kracht heengetrokken en zonder dat ik het merkte kwam Mc. Micking binnen. Aan de minzame manier, waarop de „geweldige" mij begroette, zag ik direct dat ik de juiste introductie had. Miss Monroe, begon hij, nadat hij niet zonder plecht statigheid achter het immense bureau had plaats genomen, het doet me veel genoegen een goede bekende van Mr. Ziegenfeldt van dienst te kunnen zijn. Komt u mijn raad inwinnen Een aanmoediging wilde ik van u hebben, viel ik hem vastberaden in de rede. Ik had mijn zelfbeheersching een beetje teruggevonden. Mr. Micking, ik zie dat u van Engelsche afkomst bent. Uw gezicht, uw heele manier van doen, uw stem laten daar niet den minsten twijfel aan. Dat trekt mij als Engelsche geweldig aan en ik weet zeker dat u mij raden en helpen wilt terwille van onze gemeen schappelijke afstamming, De pijl had doel getroffen. Ik zag iets dat aandoening moest voorstellen in zijn waterige oogen. Brittania bracht ons dichter bij elkaar Mr. Mc. Micking en ik waren één van geest en één van ziel k kan nooit vergeten dat ik Engelschman ben, Miss Monroe, zei hij met patriottische ontroering. Mijn fami lie stamt van de Mc. Mickings uit Devonshire en dat is iets waar ik trotsch op ben. Ik zal u helpen. Ik heb een paar manuscripten bij me daar wilde ik u iets van voorlezen als u het goedvindt en ze hier achter laten. Toen ik hem een van mijn verhalen voorlas, waarin een jaloersch echtgenoot voorkwam, viel hij mij opeens in de rede Ik moet u direct op één ding attent maken: jaloersche echtgenooten worden in een echt Amerikaansch „home" niet getolereerd. Zoo iets mag ik niet in het „Werkmandje' laten drukken. Maakt u van de andere dame een zuster, zoodat het een geval van familie-jalouzie wordt. Dan zou het wel gaan, want uw stijl is niet slecht. Dat was geen onaangenaam klinkend compliment, maar het ging nu eenmaal niet om alle dames in zusters om te tooveren en daarom begon ik maar aan een ander verhaal, dat over Sultan Abbas en zijn vrouwen handelde. Maar ik had nog geen twee bladzijden gelezen of Mr. Mc, Micking riep Goeie hemel, en keek me in starre ontzetting aan. Er zijn tijdschriften, zei hij langzaam en plechtig, die zulke verhalen opnemen. Maar met zooiets moet u niet bij „Het Werkmandje" en zijn uitgelezen kring van degelijke lezeressen zijn, Miss Monrpe, zooiets vreeselijks kan ik niet plaatsen, zelfs niet terwille van een toegewijd vriend als Mr. Ziegenfeldt Het moet wel heel moeilijk zijn om niet met de ge voelens van uw lezeressen in botsing te komen, zei ik spijtig. Mag een verhaal met een vondeling beginnen Dat hangt van de omstandigheden van de ouders af. Principieel plaats ik niets, dat aan de reinheid van een vrouw of de eer van een man afbreuk doet. Wel Mr. Mc. Micking, geeft u me dan eens raad wat ik wel voor „Het Werkmandje" kan schrijven Juist, nu zijn we waar we wezen moeten Wat denkt u bijvoorbeeld van „Praatjes met vooraanstaande Dames". Die ken ik niet. Of anders „Interviews met onze Geld-koningen" Om te beginnen met mr. Ziegenfeldt Die ken ik nog niet genoeg. Dat komt wel zei mr. Mc. Micking zacht maar nadruk kelijk en toen ik hem aankeek, meende ik op te merken dat zij'n linkerooglid knipte. We bleven nog een poosje praten en scheidden als de beste vrienden. Mijn manuscripten gaf hij mij weer mee terug, maar ik voelde toch dat ik mij een nieuw gezichtspunt had verschaft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 18