ONS ZEELAND ZONDAGSBEZOEKEN ELSA KAISER. Willem van Heekeren woonde op kamers. Iedereen woont op kamers, dus moet men eigenlijk zeggen, dat Willem van 19 \\W M AxeL^CH E 3>A55i M 6 Mr. Ziegenfeldt wachtte reeds in spanning. Zijn hart scheen zoo heftig te kloppen dat de diamant op zijn das machtige stralen flitste het is een prettig gevoel als iemand zoo met je meeleeft Hij was woedend op Mc. Micking omdat hij mijn manuscripten niet wilde doorlezen en nu was het mijn beurt om hem te kalmeeren, Teen we een poos rondgetoerd had den en op den terugweg waren naar het hotel, vertelde ik hem aarzelend van het plan van de „Interviews" met onze Geld-koningen. Een prachtig idee, zei hij, direct enthousiast. Reu- zenkerel, die Mc. Micking U mag zoo lang met me praten als u wilt, al is het den heelen dag Maar ik ken u niet genoeg wierp ik tegen en het ank woord dat hij mij gaf was hetzelfde als dat van Mc. Micking". Dat komt wel En toen ik hem aankeek, zag ik dat ook hij met het linkeroog knipte. Maar het was duidelijk dat ik hem veel beter moest leeren kennen, wilde er van mijn artikel iets terecht komen. Dat zag ik onmiddellijk in. En het resultaat van mijn karakterstudie was, dat ik nooit naar Los Angelos ging en dat mr. Ziegenfeldt mijn vader een telegram zond en dat mrs. Dresler de rol van mijn tante Alicia vervulde totdat er antwoord uit Engeland kwam Mijn Millionair vond dat de uitzet wel na het huwelijk gekocht kon worden en zoowel wat kwaliteit als kwantiteit betrof, had ik nog nooit een uitzet gezien, als die mr. Zie genfeldt na zijn huwelijk voor mrs. Ziegenfeldt aanschafte. En alles wat ik tenslotte nog zeggen kan is, dat mijn man een schat is. Ik had al gemerkt dat alles om hem heen van goud was, daarom verbaasde het mij niet, dat ook zijn hart uit het zelfde edele metaal gevormd bleek door Heekeren gemeubileerde kamers gehuurd had bij juffrouw Brommers. Nu is op „gemeubileerde kamers" wonen niet altijd prettig, vooral niet voor een man alleen. De weekdagen, dan ging het nog, maar des Zondags, ach hoe ellendig voelde Willem zich dan. Hij begon met heel laat op te staan en rustig op zijn gemak te ontbijten, daarna scharrelde hij zoo'n beetje rond, las nog eens het Zondag ochtendblad, ging in den stoel bij het raam zitten, stond weer op, inspecteerde de ongezellige rommelige ontbijtta fel, floot eens, keek in den spiegel, stak een cigaret aan en riep juffrouw Brommers om op te ruimen. Daarna lum melde hij weer een beetje rond en verlangde naar zijn kan toor. Als hij toch maar promotie maakte, dan kon hij ten minste een gramophoon koopen of een radio. Nu was hij zoo totaal van de wereld afgesloten. Eiken Zondag was dit opnieuw zoo. Eens had hij over zijn eenzaamheid geklaagd bij één der collega's. „Wel, kerel, kom dan maar bij ons, zoo doodgewoontjes of je thuis bent", had van Buuren hartelijk gezegd. En plotseling herinnerde Willem van Heekeren zich deze invitatie. Wel, hij zou van daag gaan. Kijken, hoe laat was het Half twee Nou, dan ging hij zoo langzamerhand, even zijn schoenen een beetje opwrijven, een andere das aandoen. Gek dat hij niet eens eerder op het idéé gekomen was, van Buuren had hem zoo hartelijk geïnviteerd. Enfin, dan ging hij nu maar. „Juffrouw", zei hij gewichtig tegen zijn hospita, „ik ga vanmiddag uit, ik weet niet hoe laat ik terug ben, dus als er iemand voor mij komt, zegt u maar dat ik om acht uur weer thuis ben". Er kwam nooit iemand voor Willem van Heekeren, dat wist hij en dat wist juffrouw Brommers ook. Daarom ant woordde ze even gewichtig „Goed meneer, dag meneer, amuseert u zich". Willem mompelde iets, maar dat kon niet hardop gezegd worden. Hij stapte naar het huis van Van Buuren. Toen hij daar aanbelde was het drie uur, Het duurde lang eer er open gedaan werd. Willem schelde nog eens, en jawel daar hoorde hij schreden in de gang, de deur werd op een kier

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 19