No. *7 VRIJDAG 8 FEBRUARI 1929 933 in andere groote steden vroeger of later geschiedde: de kermis ging er aan, en alleen de poffertjes- en wafelkramen, die tegenwoordig gedurende de maand Augustus nog steeds in Rotterdam prijken, houden de gedachte er aan leven dig in het beeld der stad. Mijn herinnering echter gaat nog dikwijls naar de ouwe kermis terug, want er zit een brok roman tiek en een stuk onvervalscht genot van m'n jeugd aan vast. En als ik een adres wist, waar je nog tegenwoordig die reuze oliebollen krijgen kan.... voor vijf cent.met krenten, rozijnen, sucade en een keur van spece rijen.... Helaas, die bestaan ook al niet meer. Sic transit had gekregen ,.voor je kermis" dan bleef je al dadelijk ettelijke tnalen zitten. Maar dan bekroop je de angst, dat je duiten te gauw op zouden zijn en je sprong er uit. De stoommolen. Het hoofd van jut. De waarzeg tent. De schiettenten. De tent van Alber^ en Busch. Het wiegelpaleis. Het varken met twee koppen of de koe met vijf pooten. En dan van alle, alle kanten de schetterende, schaterende muziek, de oempa's en de draai orgels, en iedere vijf meter wat nieuws, je wist eenvoudig niet waar je het langst moest blijven staan. Maar die circus-tent van Alber en Busch was toch wel één van de grootste verrukkingen Ik heb het hier over de jeugd. Maar ,.de groote menschen" van Rotterdam waren even dol met de kermis als wij. Ja, zij waren er zoo dol mee, dat zij het graf van die ouwe, onvergetelijke kermis hebben gegraven. Er gebeurden zóóveel onprettige dingen, er werd zooveei geld vergooid, verdronken, versnoept, er werd ook, zij het door sommigen, zooveel kwaad bedreven, dat een volgend geslacht. UIT DES GOEDES OUDES TIJD De origineele omnibus op het Beursplein te Rotterdam. dat voor „veredeling van volks vermaak" opkwam, gezegd heeftwèg met de kermis. In derdaad waren de gevolgen in meer dan één opzicht wel droevig. Maar de afschaffings maatregel was dan ook wel heel radicaal. Burgemeester Zimmerman, onder wiens bestuur de afschaf fing plaats had, heeft er zich met hand en tand tegen verzet. Hij noemde de kermis „het banket voor den arme" /(wat wel een beetje overdreven was, want vrijwel alk kringen ge noten ervan, de hoogste mis schien uitgezonderd) en hij betoogde, dat er geen goede reden voor de afschaffing was. Maar het hielp niet. Evenals I IT DES' GOEDEN OUDES TIJD De Rot tet damschr paardentram op den iiinnen- meg bij ik n. d. Duijststraai. i'ïl DBS GOtDhS OUDES TIJD De molen aan Dimden mm de Koctekade (gezien oanaf den Kndingxchm Plas} in kermis-fooi.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 11