'n Ziekenwagentje en n Gouden Bruiloft
936
VRIJDAG 8 FEBRUARI 1929
No. 47
Ieder jaar, zoodra de lente haar intocht deed, ver
scheen ook de oude Tom weer in het dorp. En als
de huisvrouwen zijn bekenden roep hoorden
„Stoe-oele-matdan wisten ze, dat de winter
voorbij was en dat er een aanvang moest worden
gemaakt met de voorjaarsschoonmaak.
Iedereen in het dorp kende Tom en Tom kende
niet alleen de tegenwoordige bewoners, maar ook
een vorige generatie had hij nog gekend.
„Diezelfde stoel heb ik voor je moeder ook al
es gerippereerd," zei hij tegen het jonge moedertje,
dat 'n nieuwe zitting moest hebben in den kinder
stoel. „Toen moest-ie voor jou dienen en die spijl
hier, die heb je broer Frans nog stuk gemaakt, ja,
da' was 'n rakker toen die klein was
Toen ging hij naar juffrouw Smeets. Die had ook
'n stoel te repareeren, maar ze vroeg eerst naar den
prijs en natuurlijk vond ze dien te hoog.
„Dan leg ik er maar 'n paar kranten op, dan kan
ie nog best mee."
Tom haalde de schouders op. Maar toen hij
langs 't keukenvenster liep, reikte Nelly, het aar
dige nichtje van juffrouw Smeets, hem stilletjes
een kop thee aan, dien ze voor hem had gespaard.
„Tom," fluisterde ze, „kan jij 'n aarden theepot
repareeren Ze hield de stukken ervan in de hand.
,,'n Aarden theepot?" Tom schudde het hoofd.
„Heb je 'm gebroken en durf je 't niet te zeggen
tegen je tante
Nelly keek hem angstig aan.
„Je hebt 't toch zeker niet omspres gedaan?
Zeg 't 'r maar gerust. Je ken *t toch zeker nie
helpen
Maar toen Tom verder liep, moest hij aldoor aan
haar angstig bedroefd gezichtje denken. Ze was
pas zestien jaar, 't arme ding, en die tante van haar,
nou, die was niet voor de poes. En den volgenden
ochtend vroeg, toen hij weer langs het keuken
venster van juffrouw Smeets kwam, had hij een
nieuwen theepot bij zich, precies zóó als die van
de oude juffrouw was geweest.
Nelly keek naar buiten en knikte hem toe.
Haar gezichtje leek nog angstiger dan gisteren.
„Heb je 't al gezegd vroeg Tom.
Nelly schudde haar hoofd, „Maar aanstonds
moet ik wel, want nou kan ik geen thee zetten."
Tom keek voorzichtig om zich heen en reikte
toen zijn theepot omhoog.
„Geef mij de stukjes maar en as je tante je nou
wat vraagt, dan zeg je 't eerlijk, hoor f"
„O Tom, die is net eender als de vorige. Nou zal
ze niks vragen
„Dan hoefje d'r ook niks fe zeggen," lachte Tom.
„Tom, je bent *n engelverklaarde Nelly.
Tom lachte.
„En je tante?"
Nelly's gezicht werd weer ernstig.
„Tante is arm en oud en gebrekkig. Geen won
der, dat ze soms wat lastig is."
„En jij dan
„Tante heeft me bij zich genomen, toen m'n
vader en moeder dood waren. Zij heeft voor me
gezorgd toen ik klein was. Nou ga ik sparen, Tom,
om dien theepot af te betalen. Iedere week 'n
kwartje."
„Dat zal je wel laten," bromde Tom, „dan zou
't heele plezier er af wezen."
Sedert waren Tom en Nelly nog meer bevriend
met elkaar dan vóór dien tijd. En toen, in den
zomer, Tom zei, dat hij voorloopig niet meer in
het dorp kwam, daar er toch niets meer voor hem
te verdienen viel, was Nelly werkelijk bedroefd.
De babbeltjes met ouden Tom aan het keuken
venster waren voor haar de prettigste afleiding
geweest Wat had ze ook anders in haar leven
Alleen Zondags mocht ze haar tante in het ver
sleten, krakende ziekenwagentje naar de kerk
rijden. Anders mocht ze nergens heen, vriendinnen
mocht ze niet hebben. Dat kostte allemaal maar
geld, zei tante en ze waren arm en moesten zuinig
wezen.
Oude Tom was niet al te best gemutst, toen hij
terugliep naar het stadje, waar zijn vrouw een
snoepwinkeltje hield. De zomer was niet best ge
weest en z'n geheime spaarpotje was maar heel
weinig aangegroeid. En dat mooie plannetje van
hem voor de gouden bruiloft, daar zou nou wei
niets van kunnen komen.
Het was toch zoo'n mooi plannetje en z'n goeie
kind zou 'n oogen hebben opgezet van belang, als
hij er mee aangekomen was. Om te beginnen, zou
hij die granaten broche voor haar koopen, die bij
den goudsmid in de Hoogstraat „voor oud" te
koop lag. Die broche paste bij de oorbellen, die
hij Mina gegeven had, toen ze trouwden. Hij zou
er toen wat graag ook een broche bij hebben gege
ven, maar dat kon er toen niet meer af, en zelfs
bij de zilveren bruiloft waren er niet genoeg spaar
duitjes voor geweest. En nou lag daar toevallig
net zoo'n broche voor oud te koop. Tom liep tel
kens langs den winkel om te kijken, of ze er nog
was. Eigenlijk moest hij ze maar vast koopen, als
hij er vijf gulden voor missen kon. Maar die broche,
dat was nog niet eens de hoofdzaak. Hoofdzaak
zou wezen 'n reisje naar Zandvoort. Daar waren
ze samen eens 'n langen dag geweest, toen ze 'n
jaar of vijf getrouwd waren en, jongen, wat hadden
ze 't daar nog lang over gehad
En nu was Tom's ideaal om daar met Mina heen
te gaan, ter eere van hun gouden bruiloft, niet voor
één dag, maar voor vijf of zes dagen, misschien
wel voor 'n heele week. Ze zouden dan ergens in
den kost gaan en Mina zou niets hoeven te doen
en zich als 'n dame laten bedienen en ze zouden,