No. 47
VRIJDAG 8 FEBRUARI 1929
937
als de rijke lui, aan het strand gaan zitten en
kijken naar de pracht van de zee en naar de drukte
rondom.
Maar nouja, zou 't er nou wei van kunnen
komen
Toen werd Tom geroepen naar den tweede
hands-meubelwinkel, waarvan hij meermalen werk
kreeg. Er waren oude stoelen op te knappen, zes
heel oude stoelen.
„Wat denk je dat die waard zijn vroeg de
winkelier.
Tom bekeek de stoelen.
„Nou, as ze netjes opgeknapt bennen, wel 'n
gulden of vier."
„'n Gulden of vier Nee man, heel wat meer,
hoor
„Ze zijn mooi bewerkt," gaf Tom toe. „Vijf
gulden misschien."
Vijf gulden Ik zal jou es wat vertellen. Meneer
Rijken heeft voor die stoelen vijfenzeventig gulden
per stuk betaald, echt antiek man, en hij wou d'r
wat graag nog 'n stuk of zes bij hebben, d'r moeten
d'r maar weinig van zijn."
„Vijfenzeventig per stuk Tom's oogen gin
gen wijd open. Hij wist nóg zulke stoelen Die
stoel, die juffrouw Smeets hem niet wilde laten repa-
reeren, omdat ze hem te duur vond, was dat niet
net zoo'n stoel En had ze er zoo niet zes
„Misschien weet ik nog zes van die stoelen.
Ik ga er meteen op af
Dien zelfden middag stond Tom weer voor het
keukenvenster van juffrouw Smeets.
„Hé Tom, ben je daar toch weer?" zei Nelly,
haar handen afdrogend.
„Ja," zei Tom ademloos. „Wat zou je tante er
wel van zeggen, als ze spiksplinternieuwe stoelen
kon krijgen in plaats van haar oude Ik weet
iemand, die de oude stoelen wil koopen."
Nelly keek hem verbaasd aan.
„Kom binnen," zei ze en ze ging hém voor naar
de kamer, waar juffrouw Smeets met haar ver
lamde beenen in een stoel zat.
„Tante, hier is Tom."
„Ik heb Tom niet
noodig."
„Tante, hij wil ons
nieuwe stoelen ge
ven voor onze
oude
Juffrouw Smeets
keek Tom, die ach
ter haar nichtje
stond, verachtelijk
aan.
„Wou je me voor
den gek houden?"
„Zeker niet, juf
frouw," zei Tom.
Ik weet iemand,
die zukke ouwer-
wetsche stoelen op
koopt. Hij geeft er
tien," wilde hij zeg
gen, maar toen hij
Nelly aankeek, zei
hij: „Hij geeft twin
tig gulden per stuk.
Daar kan u een
prachtigen nieuwen
stoel voor koopen
en u houdt nog
geld over."
„Twintig gulden?"
De oude juffrouw
keek hem onder
zoekend aan. Toen
zei ze:
„Die stoelen zijn
van Nelly. Zij kan
er mee doen, wat ze
wil."
„O, tante!" Nel-
floewelnaar me hopen,
de sneeuioperiode van dezen
winter welhaast voorbij is.
vonden me de sneeuwkieken
op deze en de vorige pagina
te mooi om ze onzen lezers
te onthouden
iy viel haar om den hals. „Dan weet ik wel, wat
ik doen zal."
En 'n kwartier later laadde Tom de oude
stoelen op en had hij met Nelly afgesproken, dat
ze den volgenden dag bij hem zou komen om
met hem nieuwe stoelen uit te zoeken en tyet
overgeschoten geld in ontvangst te nemen.
Tamelijk vroeg al stond ze den volgenden dag in
het kleine snoepwinkeltje. En bijhet goedige gezicht
van de oude Mina werd ze een en al vertrouwe
lijkheid.
„Tom heeft u zeker al verteld van onze stoelen
Twintig gulden per stuk krijgen we, denk eens aan
En ik mag al 't geid houden. Het is allemaal voor
mij, heeft tante gezegd. En weet u wat ik nou doe
Nou ga ik voor tante zoo'n zieken wagentje
koopen, zoo'n fijn ding, dat ze zelf kan sturen,
dan kan ze uitgaan wanneer ze wil. Stakkerd,
ze is heelemaal verlamd."
Oude Mina keek van het meisje naar haar
man, die er wat verlegen bij stond. Tom had
haar heelemaal niets verteld van die stoelen.
Wat stak daar achter
Mina was een resolute vrouw.
„Ik moet even 'n woordje met m'n man hebben,"
zei ze. En ze keek de straat op.
„O - zal ik dan vast naar buiten gaan?" zei
Nelly aarzelend.
„Asjeblieft."
En toen het verbaasde meisje de deur uit was,
keek Mina haar man strak aan.
„Wat is er met die stoelen?"
Tom vertelde van z'n buitenkansje.
„Vijfenzeventig gulden krijg je voor die stoelen
en je geeft er dat meisje twintig voor?"
„Handel is handel."
„Dat is geen handel meer, dat is woeker," zei
Mina. „En dan zoo'n meisje, dat er 'n wagentje
van wil koopen voor d'r tante,die niet loepen kan.
Tom werd rood en toen verteide' hij van het ge
heime plan voor de gouden bruiloft.
Mina glimlachte.
„Maar ik heb toch veel liever niets van je, dan
dat je het op die manier zou moeten krijgen."
Het ziekenwagentje werd gekocht en er werden
teekeningen gevraagd van itoelen om uit te
zoeken.
„Dan kun je op je gemak je keus doen," zei
Tom. „je hoeft heelemaal niet zoo iets eenvoudigs
te nemen. Die oude stoelen zijn echt antiek en
ze zijn nog veel meer waard dan ik eerst zei. Ik
krijg er vijfenzeventig gulden voor je moet
dan maar uitrekenen, wat ik er op verdienen mag."
„Tom, je moet meegaan naar huiszei Nelly.
„Wat zal tante blij wezen
Juffrouw Smeets keek Tom scherp aan, toen Nelly
haar 4iet blijde verhaal deed.
„Dat wist je gisteren ook al, dat die stoelen
zoo veel waard waren!" zei ze. Waarom heb je
dat niet dadelijk gezegd?"
Tom keek even voor zich heen. Teen stond hij
rechtop voor de oude juffrouw. En hij vertelde
van zijn plannen voor de gouden bruiloft, van zijn
brave Mina, die heelemaal niet gewild had, dat
hij een groote winst nam, omdat Nelly haar
winst heelemaal besteden wilde voor 'n zieken
wagentje.
Juffrouw Smeets keek van den een naar de
ander.
,,'n Ziekenstoel Voor mij Gouden bruiloft
Zij sloeg de handen voor het gezicht. Ze leek
ineens heelemaal veranderd.
„Jullie zijn en ik ben slecht slecht. Jij
bent niet arm, Nelly. Je moeder had geld, toen
ze stierf.... ik heb gespaard van jouw geld om
zelf wat te hebben, ais jij eens trouwen zou. Vergeef
me, kind. Het is allemaal van jou doe er mee
wat je wil."
Er kwam een ziekenwagentje en er kwamen
nieuwe meubeltjes in 't huisje van juffrouw
Smeets. En toen Tom en Mina in Zandvoort hun
gouden bruiloft vierden, waar ze, als rijke lui,
aan 't strand zaten, toen droeg Mina de granaten
broche, die precies paste bij de oorbellen van haar
trouwdag.
L. v. ARCEN