De Verlaten S teen a roe ve
938
VRIJDAG 8 FEBRUARI 1920
p 7,Bitc««ni,a K DOOR fHAB T F C A Tï r<
De Zwitsersche buffetjuffrouw, die nu d'r
werk op haar gemak afkon, maar die zich
in het drukke seizoen zoo wist te reppen,
zag haar steelsgewijs zóó vol bewondering
aan, dat .Eva er verlegen door geworden zou
zijn, wanneer zij zich van die bewondering be
wust geweest was.
De stoomboot stopte aan de pier en de passa
giers gingen aan land. Lusteloos liet Eva haar
blik over hen glijden. Eensklaps kleurde een
gloeiend rood haar bleeke wangen en sloot haar
hand zich krampachtig om de parasol, die zij als
een beschuttend dak tegen de felle zonnestralen
boven haar hoofd hield.
Droomde zij, en zoo niet, wie was hij dan, die
forsch gebouwde man,
die zooeven aan land
gestapt was Hij
kwam naar haar toe,
den blik op haar ge
richt, terwijl hij nu
en dan van kleur ver
wisselde. Toen hij bij
haar was gekomen,
nam hij z'n hoed af en
had, vóór zij het wist,
haar hand in de zijne
genomen.
„Eva klonk het
van z'n lippen.
„Zij wilde opstaan,
maar kon niet. Hij
bleef haar hand vast
houden, alsof hij van
een hem toekomend
recht gebruik maakte.
Zij deed haar best
om zich een houding
te geven. Slechts even
had ze hem aangezien
en staarde nu onaf
gebroken naar het
meer, dat zich voor
haar uitstrekte. De
gedachte was nooit
bij haar opgekomen,
dat zij hem ooit weer
zou zien en zeker niet,
dat hij haar hier zou
komen opzoeken. Wel
was er geen dag voor
bij gegaan of zij had
aan hem gedacht, maar
dat er een dag zou
komen, dat hij naast
haar zou zitten, dat scheen haar een onmogelijk
heid toe.
Hij begreep, dat hij wat zeggen moest en vroeg
„Waar is je vader
„In Lausanne/'
Beiden zwegen weer. Zij dacht er nu aan, dat
hij een lange reis achter den rug moest hebben
en moe moest zijn en honger had, misschien.
„Kom je uit Engeland?" vroeg zij, met haar
blik, strak voor zich uit, op het meer gevestigd.
„Ja, ik kom nu uit Genève ik wilde niet op den
trein naar Lausanne wachten, omdat ik dan twee
uren later hier zou komen."
Eén oogebblik dacht zij er aan, hem te vragen,
waarom hij zooveel haast had, maar zij hield
deze vraag voor zich. Ze keek hem even aan en
vroeg
„Wil je naar 't hotel gaan het is hier dicht
bij. Maar misschien wil je liever naar het „Kasteel",
het is daar ruimer dan bij ons."
„Als je het goed vindt, zal ik naar het hotel
gaan, waar je vader en jij hun intrek hebben
genomen."
Zij gingen, naast elkander wandelend, op weg
naar een klein hotel, dat, met z'n balcons en punt-
gevel, als een nestje tusschen het groen ver
scholen lag, omgeven door geboomte en wijn
gaarden.
Eva had een boek bij zich hij nam het uit
DOOR CHARLES GARVICE
haar hand en droeg het voor haar. Halverwege
gekomen, stond ze even stil om adem te scheppend
Zij was nog zwak en z'n onverwachte komst
was niet zonder uitwerking op haar zenuwen
gebleven. Hij nam haar bij de hand en stak haar
arm door den zijnen, alsof dit de natuurlijkste zaak
ter wereld was. In z'n heele manier van doen en
in z n optreden, was iets beslissends, iets reso
luuts, dat haar angst inboezemde.
Zij ging hem voor naar een kleine, aardige zit
kamer met een balcon, dat op het meer uitzag.
Ik ben hier om je te zeggen, dat "NT *1
ik je liefheb en je te vragen of IN O. x/
je m'n vrouw wilt worden
Een gloeiend rood verspreidde zich over Eva's
wangen en voorhoofd eenige oogenblikken later
werd ze weer bleek. Zij wilde opstaan, maar viel
weer in haar stoel terug. Ze keek hem strak aan
en zeide
„Je hebt het recht niet
Maar hij liet haar niet uitspreken.
„Pardon," zei hij op vasten, maar vriendelijken
toon „ik heb het recht om je te zeggen dat ik
je lief hebik heb het recht om je te vragen of
je m n vrouw wilt wordenik heb dat recht,
ofschoon ik weet, dat ik je niet waardig ben."
„Heb je dan verge-
vroeg ze,
'eeUWmna):rzoT,ech^errsgcaha^ehkaaa?
„Zal ik het een of ander voor je bestellen
vroeg ze, zoo natuurlijk en ongedwongen als ze
maar kon „vader komt direct thuis."
„Neen, dank je," zei Heriot„ik zal wachten
totdat hij er is."
Eva antwoordde niet. Zij deed haar hoed af
en bleef met neergeslagen oogen staan, alsof ze
niet wist wat te zeggen zou.
Dit laatste was met Heriot niet het geval
zonder nadere inleiding zei hij bedaard
„Je hebt me nog niet gevraagd, waarom ik
hier gekomen ben."
Eva werd beurtelings bleek en rood de hand,
die haar hoed nog altijd vasthield, beefde, toen
zij vroeg:
„Waarom ben je hier gekomen
Uit den blik, dien hij op haar wierp, straalde
niets dan liefde, maar hij bewaarde z'n zelf-
beheersching.
„Ik ben gekomen, omdat ik je iets te zeggen
had wil je gaan zitten
Zij maakte een ontkennend gebaar, maar ge
hoorzaamde toch aan z'n uitnoodiging. Heriot
ging naast haar zitten, de armen over elkaar
gekruist, z'n oogen op haar gevestigd.
„Ik zou wel eerder gekomen zijn," zoo begon
hij, „maar ik wist twee dagen geleden nog niet,
dat ik het recht had om bij je te komen. Toen
ik dit wist, ben ik onmiddellijk op reis gegaan
ten..
stamelend.
„Ik heb niets verge
ten," antwoordde hij,
op den zelfden toon.
„Heb je dan verge
ten, dat ik nog slechts
enkele maanden gele
den, op het punt stond
om de vrouw te wor
den van
Hier weigerde haar
stem haar een oogen-
blik verderen dienst,
maar zij trachtte zich
met geweld te beheer-
schen en vervolgde
„Dat zijn daden mij
met smart en schande
overdekt hebben en
dat mijn naam een
aanfluiting voor ieder
een geworden is."
„Ik heb niets ver
geten," herhaalde hij
„ik heb meer gedaan,
ik heb het geheim
ontdekt van je verlo
ving met
Hier zweeg hijhij
wilde op dit oogen-
blik Stannard's naam
niet uitspreken.
Zij zag hem ver
schrikt aanhaar
handen bewogen zich
krampachtig.
„Ja," vervolgde hij
„als er iets was, waar
door ik je nog meer kon beminnen, waardoor
mijn achting voor je nog grooter kon worden, dan
zou de ontdekking die ik gedaan heb, dat iets
kunnen zijn. Maar Eva, je hadt ongelijk, of
liever, je verkeerde in dwaling. Geen vrouw
heeft het recht om zulk een offer te brengen, zelfs
niet voor een vader."
Hij stond op, boog zich over haar heen, en nam
haar beide handen in de zijnen.
„Eva," riep hij uit; „luister, ofschoon ik je
handelwijze niet goed kan keuren, zoo ben ik
toch trotsch op je. Welke vrouw zou datgene
gedaan hebben, wat jij uit liefde voor ie vader
deed
Nauwelijks had hij dit gezegd, of de tranen scho
ten haar in de oogen. Zij trachtte haar handen uit
de zijne los te maken, maar hij hield ze stevig vast.
„En nu," zei Heriot, „niets meer over dat
onderwerp 1 We zullen er nooit, meer over spreken.
Vanaf dit oogenblik is het verledene begraven
En heb je me nu niets te zeggen, Eva? Zul je
me nu wegsturen en me v.oor m'n heele leven
lang ongelukkig maken En niet alleen mij,
maar ook mijn goeden, ouden vader, die ons
beiden zoo liefheeft en die het uur zegenen zal.
dat hij je als z'n dochter mag omheizen Als je
me liefhebt, Eva, stuur me dan niet weg."
„Jawel, het is yoor je bestwil," zei het jonge
meisje, met gebroken stem.
vMjumj r E/DKuAKI 1929 ^jQ
Naar liet Engelse!) door JOSEPH MARTO
UIT ONZE DIERGAARDE