f i No. 47 VRIJDAG 8 FEBRUARI 1929 ALS WE ZELF ONZE JAPONNEN MAKEN GOEDIOOPE KNIPPATRONEN EEN SIERLIJK HOEDJE Ais we zelf onze japonnen maken, dan staan we vaak voor moeilijke problemen. Er is een tijd geweest, dat *t- ons gemakkelijk werd gemaakt. De japonnen werden al maar korter en al maar nauwer, en we werden mo dieuzer naarmate we onze rokken verkortten en onze iurken vernauwden, terwijl de hemdachtige foudraaltjes, die we zoo lang gedragen hebben, al heel gemakkelijk te maken waren. Maar nu schijnen die gladde japonnetjes ineens te hebben afgedaan en ervoor in de plaats zijn allerlei gecompliceerde modellen gekomen, en het eenvoudige rekensommetje van „twee keer de hoogte" voor een jurk moest grondig herzien worden. Ja, en nu was het indertijd heel gemakke lijk, een japon korter te maken, maar nu de rokken wijder en langer zijn geworden, nu staan we voor moeilijker gevallen. Evenwel ,,'t Prak- kezeeren komt van de arme lui," zegt men in Limburg, en als we dus maar weinig voor onze kleeren kunnen besteden, dan komt de vinding rijkheid ons wel weer te hulp. Want nietwaar, geen van allen willen we voor ouderwetsch door gaan en zij het ook niet door dik en dun we gaan gaarne met de mode mee, als we dat maar even kunnen. Misschien hebben we nog twee korte nauwe japonnetjes, waarvan we een modieus toiletje kunnen maken. Natuurlijk moeten dan de beide stoffen met elkaar harmonieeren. We maken dan van de eene stof het lijfje, dat bij de moderne Meer dan ooit zijn kleine détails van groote beteekenis. Ieder onderdeel van het vrouwelijk toilet wordt dan ook met zorg, en zoo mogelijk „bijpassend" gekozen. Onze illustratie toont een buitengewoon gedistingeerd ensemble, bestaande uit groote enveloppe-tasch en bijpassende handschoenen van licht grijs peau de suède, met rood peau de suède afgewerkt. toiletten meestal heel strak en eenvoudig wordt gehouden, en verdoelen het overschot In tweeën voor een rand om den rok, die, waar we de geheele andere jurk ervoor kunnen gebruiken, voldoend wijd wordt. Liefst nemen we den rok van achteren een flink stuk langer dan van voren. Ook opgezette volants, met laag neerhangende slippen, doen de rokken langer en wijder lijken. Dan hebben we een buitengewoon goed hulpmiddel aan kant. We kunnen in elk geval onze jurken met kant of met een entredeux verlengen. En met 'n eindje kant tusschen taille en rok, doorloopend aan weerszijden, waar ze, ruim ingezet, in laag neer hangende slippen, eindigt, kunnen we wonderen doen. Ten slotte nog een ideetje voor een baljurk, die een slank jong meisje zeker allerliefst zal staan. Het lijfje is glad en strak met een kleine v-vormige uitsnijding. Het rokje bestaat uit een vierkanten lap, omzoomd met kant en met een of twee entre- De' drie modellen, welke wij heden onder het oog brengen zijn bedoeld voor jeugdige ietwat sportieve figuren. 4472 Èen aardig model van een eenvoudig mantelcostuum met bies- garneering. Uitgevoerd in velours de laine of fluweel, ge garneerd met skungskraag en manchetten, zal dit mode! als namiddagdracht bijzonder voldoen. Wenscht ge echter een ineer doelmatig eostuum, dan raden wij li reps of een of andere Engelsche stof te kiezen. 4499 Rechte mantel van beigekleurige Engelsche stof, sluitend op een dubbele rij knoopen. Revers, kraag, manchetten en zakjes van rood leer geven het geheel een sportief aanzien. 4503 Sportcostuum van geruite wollen stof. Kort manteltje met groote zakken. Plat stuk, plooi en ceintuur in den rug. Rokje mettwee diepe plooien in het voorpand. deux in het vierkant. In het midden van dezen lap wordt een ronde geknipt voor de taille. De rok moet glad worden aangezet aan het lijfje, dat van voren en van achteren in een punt uitloopt. In wijde golven, met vier lange punten maakt dit rokje een bizonder sierlijk effect. De kortste ge deelten ervan moeten tot aan de knieën reiken. Knippen we eerst van soepel papier een model, om de juiste grootte van het vierkant te bepalen, dan kunnen we zoo'n japonnetje maken, zelfs al hebben we ons nog nooit tevoren aan iets derge lijks gewaagd. Maar we moeten voor een dergelijk toiletje een slank figuur hebben. Als klein dikker- tje zouden we er bespottelijk in uitzien. Neen, dan nemen we liever iets met een vest of met schuinen overslag en de meerdere ruimte, die onze rokken eischen, leggen we zorgvuldig in plooien of plissé's. Nemen we die bijvoorbeeld terzijde, dan bereiken we, vast en zeker, een slankheids effect, dat bij een langere jurk temeer nog zal spreken. Want dat is de groot ste kunst bij onze kSee ding dat we weten wat wij persoonlijk dragen kunnen, dat we niet, door dik en dun, de mode navolgen, maar dat ze haar dienstbaar maken aan ons eigen persoontje en slechts datgene aanvaarden, wat voor ons zelve geschikt is. KNIRPA TRONEN nan geieekendc modellen zijn ver krijgbaar aan het Patronenkan- ioor" Postbus :\o. J. Haarlem Onberispelijke coupe. Danws- kleeding in de maten 88, 104 bovenwijdte. a f 0.1 X, kinder- kleeding ooor den bij het mo del aangegeven leeftijd a f OJ1. Bij elk -patroon handleiding vooi het knipjfen en naaien, benevens een verkleinde pa- iroonscheis. Franco toezending, dimei na ontvangst van bestel ling met hei verschuldigde be drag aan postzegels ingesloten, waarbij vermeldFaam en adresnummer van hei model en hei blad. waarin het n/mr- korniv en bovenwijdte. Men meel deze nutst rondom hei lichaamrecht onder de armen é®or, gewoon glad gemeten, zonde f extra-toegift. I an de gefotografeerde modellen zijn mst&tpainmen verkrijgbaarna nauwkeurige opgave der m- mensckte maten f 1p. stuk voor dames en a f 0.71 vooi kinderen. Hebben we vaardigheid in het garneeren van hoeden, dan kunnen we onze krachten ook eens beproeven op nevenstaand hoedje, dat in vaste steken is gehaakt van zijde en angora-wol, in strepen van twee tinten blauw. PAULA DEROSE. Een sierlijk hoedje

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 19