(De Zeeusche cKachtegael 926 VRIJDAG 8 FEBRUARI 1929 No. 47 VAN ÉÉN DER ZEVEN WINTERS Door LEO VAN BREEN A V 3 O/* zijn me nog niet toe aan de zenen voorspelde /writersmelke mij in hef vierde seizoen "28-29 zouden belenen We moeten V eerlijk zeggen, lezer, duf me den tel zijn kwijt gerankt. Het heeft gevroren, ge dooid. gesneeuwd, meer gevroren, gedooid en nog eens gesneeuwd, and so on. zeggen de Engeheken. Telkens meer in de wintervorst teruggekeerd, zoodui me ons mei gedwongen zien. ons óók in dit nummer nog mui met den ouden, heer bezig te houden. Het provincialisme is in Zeeland zeer sterk ontwikkeld. Na Friesland, dat onbetwistbaar de eerste plaats inneemt, wedijveren Zeeland en Limburg in dit opzicht om den voorrang. En men is geneigd, onze provincie dan de tweede plaats te geven. Wel komt het Zeeuwsch provincialisme niet zoo spontaan aan den dag als het Limburgsche, maar dit verschil is te zoeken in een verschil in volksaard, die voor een groot gedeelte passief is, bij de Zeeuwen. De Limburger zal overal en bij elke gelegenheid ongevraagd den lof van zijn geboorteland zingen de Zeeuw verdedigt zijn gewest alleen, wanneer de goede hoedanigheden daarvan worden miskend. En dit is de juiste manier. Dat is trouwens niet iets van den laatsten tijd. Wanneer men de Zeeuwsche historie en in het bijzonder de Zeeuw- sche letterkunde bestudeert, zal men dit overal tegenkomen. Wat echter wel frappeert, is, dat deze liefde voor zijn gewest zich bij den Zeeuw niet uit door het wijzen op be roemde gewestgenooten. Ik weet niet, of er nog wel een provincie bestaat, waar men zich zoo weinig om het verleden bekommert als in Zeeland. Dat geldt natuurlijk voor de groote massaindividueele onderzoekers en belangstellenden zijn er te over. Men kan dit in twijfel trekken, maar de bewijzen zouden aan te voeren zijn. Ik vrees, dat een enquête (mogen we er Te Goes moest de sneeuwploeg er aan te pas komen, om de straten al thans eenigszins begaanbaar te maken. Loontje komt out x'n boontje Eerst met sneeuwballen gegooid..... toen frisch gewasschen Hiernaast Als broer en zus door zulke sterke zust-ersarmen worden voortge duwd, zal 't wel hard gaan. voor bespaard blijven) ontstel lende feiten aan het licht zou brengen. Is het b.v. niet teeke nend, dat men indertijd het standbeeld van De Ruiiter te Vlissingen met den rug naar de zee plaatste? Eerst langzamer hand drong het door, dat het Te Kortgene stond het verkeer 's morgens wegens den geweldigen sneeuwval geruimen tijd stil. De mannen van den gemeentedienst hadden er 'n heele kluif aan, om in de voornaamste straten het witte goedje wat op te ruimen Een tochtje met de bijna historische bakslee, waar als snoei, een heele^familie in gaal. behoorde vorige week tot de sterk uitgebuite mogelijkheden. Een aardig stelletje, dat onderweg de lens van onzen fotograaf voorbijreed.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 2