.De Geheime Gang onder Fort Pampus e No. 3 ze 930 VRIJDAG 8 FEBRUARI 1929 No. 47 Wat willen jullie eigenlijk vroeg Boy, zijn woede inhoudend. „Wat iedereen wil, geld verdienen!" was het rustige antwoord. ,,U zult wel begrepen hebben, dat u een leelijke hinderpaal geworden bentdaarom zullen we ons voorloopig niet met u bezig houden De jonge dame behoeft slechts enkele dingen met mij in orde te brengen 1" Boy voelde hoe het meisje begon te beven. Hij legde zijn arm om haar schouders en wierp haar een bemoedigenden blik toe. De man voor hen legde een velletje papier op de tafel en een vulpen en maakte een uitnoodigend ge baar naar het meisje „Schrijft u slechts op, wat ik u dicteeren zal!" zei hij, „Afpersing?" gromde Boy. „Zoals u het noemen wilt, maar ik verzoek u te zwijgen, anders laat ik u in de gang zetten onder bewaking." „Ik schrijf niets zei het meisje angstig „Ik..., ik...." Zij leunde tegen den vochtigen muur en scheen alle kracht te verliezen. „En wat zou de juffrouw dan moeten schrijven?" vloog de officier driftig op „Groofe smeerlap Denk aan de gevolgen, versta je Er was 'even een tastbare stilte in het kille ver trek. Het meisje snikte zenuwachtig en klemde zich vast aan Boy's arm. Deze scheen weer op krachten te komen en slechts het blinkende voorwerp vlak onder de zaklantaarn hield hem op zijn plaats. „De juf behoeft slechts 'n briefje aan haar vader te schrijven, dat deze een bepaald bedrag binnen vierentwintig uur op een bekende plek moet depo- neeren, om zijn dochter terug te krijgen." „Ensiste Boy, de vuisten tegen zijn lichaam drukkend; „En als zij dat briefje niet schrijft?" „Zij zal het schrijven 1" was het kalme antwoord. ..Maar wanneer zij het vertikt Wanneer zij het vertikt Wanneer zij het persé niet doet „Dan gaat de deur hier op slot om de eerste we ken niet meer open te gaan. Het zou voor ons natuurlijk een schadepost beteekenen, maar veilig heid voor alles, dat begrijpt u wel. We laten u dus eenvoudig aan uw lot over. Maar ik waarschuw u, wees verstandig, want wanneer de deur gesloten is, blijft zij dicht en er is hier geen bel of zoo iets, dat u ons na een paar dagen bijvoorbeeld nog zou kun nen roepen. Dat zou trouwens niets helpen, want morgenochtend zouden we dan al vertrokken zijn. De grond wordt voor ons hier een beetje te warm en de jonge dame hadden we dan ook uitgepikt als laatste slachtoffer hier." Weer was het even stil, en Boy, die volkomen be greep, dat hun toestand hopeloos was, dacht snel na. of er nog niet iets te vinden was. Dat de kerel zijn plan goed in elkaar had, was duidelijk en dat hij met ziin daden even resoluut was, als met zijn woor den, lag zeer voor de hand. Doch misschien zou er iets gevonden kunnen worden, dat hemzonderdreig brief in veiligheid zou kunnen brengen. Het ver langde bedrag zou zeker niet malsch zijn, wellicht zou het den diamanthandelaar ruïneeren. En wan neer deze den dreigbrief zou krijgen, gesteld dat het meisje haar schreef, dan was het zoo goed als onmogelijk, dat haar vader de politie in het geval zou kunnen mengen want de schurken zouden wel maatregelen nemen, om iedere kans van in hechtenis genomen te worden, uit te schakelen. Nee, wanneer er niets gevonden zou worden, was het geval hopeloos." „U zult dus schrijven vroeg de man aan het meisje. Zij schrok op en keek verward om zich heen. Boy nam haastig het woord. „Ik heb, voorwaarden zei hij kalm ziin drift scheen gezakt te zijn. „Geen voorwaarden was het antwoord. „Wanneer de brief geschreven wordt," vervolgde de ander ,dan wil ik er bij zijn. Vervolgens zorg je, dat de dame een fatsoenlijk vertrek krijgt met behoorlijk eten en drinken en een slaapgele genheid." „Onmogelijk!" zei de man koel; ..We hebben hier niets anders dan deze cel. Hoogstens zou ik een oude deken kunnen geven en een kussen, of. E E N O O II iS PRO N K. L U K H O L L A NDSC H E NOVELLE DOOR HANS DE LA RIVE Box zoo iets. En wat het eten aangaat, een paar sneden brood zijn wel te krijgen. „Dan schrijft zij niet „Uw laatste woord?" „Ja Ik spreek voor ons tweeën." „Ik kan wèl toestaan, dat u den brief leest „Je zult voor een kamer en-zoo-voort zorgen „Heb ik niet I" „Breng ons dan naar Muiden desnoods van avond." „Geen denken aan," „Dan zeg ik niets meer; wat ik van je denk, zal ik maar voor mij houden, omdat we hier niet alleen zijn. Alleen waarschuw ik je voor de gevolgen „Er zijn geen gevolgen, dwaas Of weet je soms I rouwen die wat ïtoodig hebben ninden Tranen de beste waterkracht iets af van den moord op de gebroeders Steenweg, die een maand geleden plaats had. De bekende juweliers, wier winkel leeggeplunderd werd, en die zelf..." De man zweeg en knikte veelbeteekend. Boy voelde een rilling van afgrijzen langs zijn rug sidde ren, toen hij plotseling begreep, dat deze dubbele roofmoord op rekening stond van den man hier voor hem. De knapste poütiekoppen hadden moede loos het lugubere opsporingswerk opgegeven... „Zoo..." zei hij langzaam; „Is dat ook jullie werk. Fijne heeren, dat moet ik zeggen. Maar reken er niet op, dat al jouw bevelen door mij worden op gevolgd. Je hebt een officier voor je, van de Neder- landsche luchtmacht." Hij richtte zich trots op en zijn kalme stem scheen indruk te maken. De man haalde echter de schouders op en beet ongeduldig op zijn dunne snor. „Ik geef jullie drie minuten dreigde hij grof, een nikkeien horloge te voorschijn te halende. Boy wendde zich naar het meisje en keek haar vragend aan. Zij scheen zijn gedachten te raden, want bevend fluisterde ze ïk Iaat alles aan u over. luitenant. Ikik voel mij zoo slap, dat ik niet kan denken. Als u beter vindt, dat ik dien dreigbrief niet schrijf, dan.doe ik het niet." En toen hii haar een ernstigen blik toewierp, herhaalde zij wat harder „Beslist niet „Nog twee minuten klonk de grove stem, Boy aarzelde, nerveus keek hij om zich heen. Het felle, witte licht deed hem pijn in de oogen. „Kom over een uur terug zei hij plotseling ik wil bedenktijd De man borg zijn horloge op en wendde zijn een ondeelbaar oogenblik oni. „Heb je daar bezwaar tegen, kameraad?" vroeg hij luid. ..Natuurlijk klonk het antwoord krachtig „En maak wat voort, om den duvel. Laat d'r die brief schrijven en drie honderdduizend gulden vragen geen bedenktijd. Denk om de politie „Jullie hooren het vervolgde hij droog „Drie ton of langzaam verhongeren. Kies „Drie ton hijgde Boy ontsteld „Zijn jullie gek geworden Dacht je heusch, dat je dit enorme bedrag los krijgt Dwazen Schurken „Kies klonk het voor de tweede maal„Ja of neen Toen gebeurde er iets, dat Boy een schok van ont roering gaf. Plotseling sloeg het meisje haar armen om zijn hals en met een door tranen verstikte stem zei ze „Laat ik niet schrijven, luitenant. Men zou ons scheiden en ik heb een voorgevoel, dat zij ons toch zouden achterlaten, om minder kans van ont dekking te loopen, wanneer zij het geld van vader in handen hebben. Laten we er eerst over praten, ik smeek u „Dank u zei hij eenvoudig „Ik voor mij had geen ander plan En tot de beide mannen zei hij rustig, zich voor het meisje plaatsende „Jullie hebben het gehoord. We willen bedenktijd." „Onmogelijk „Dan weigeren wij dien brief te schrijven „Je laatste woord, koppige kerel Boy's arm schoot uit in de richting van den an der. Deze nam het tafeltje en weerde denslag af. Op het zelfde oogenblik werd de celdeur geopend en maakte de lichtstraal uit de zaklantaarn een cirkelende beweging. Boy rende naar voren, doch nog voordat hij de deur bereikt had, sloeg deze reeds met een slag dicht, terwijl een pikzwarte duis ternis hem opnieuw omgaf. Trillend van woede bleef hij enkele seconden met opgeheven handen staan, dan draaide hij zich langzaam om en liep hij op den tast naar voren. Een zacht snikken trof ziin oor en vol medelijden beet hij zich op de lippen. „Juffrouw Kloetinghevroeg hij zacht; „Hadden we niet beter kunnen toegeven Uw vrij heid is immers veel meer waard dat dat geld, en misschien is uw vader wel zoo gefortuneerd, dat hij Hij stak zijn handen uit, die zij na enkele oogen- blikken tasten krachtig greep. Een vreemd gevoel, het zelfde bedwelmende gevoel dat zich.dienochtend op het strand in Muiderberg reeds van hem had meester gemaakt, duizelde door zijn lichaam, in zijn bloed. Even vergat hij al de ellende. ,.U is zoo goed voor mij bekende zij stil „Wan neer we elkaar vanochtend nietontmoethadden,dan was u nu buiten dit alles. Het spijt mijzoo erg." „Ik ben blij, dat het lot mij naast u heeft gevoerd" antwoordde hij eerlijk „Onze toestand is heel peni bel, doch nu we met ons tweeën zijn,hebben wemeer kans, dat we spoedig onze vrijheid terug hebben. Allereerst moeten we het ons hier wat gemakkelijker maken, zoodat u wat kan rusten. Ik vreeservoor.dat onze gevangenschap op zijn minst wel een paar uur zal duren." „Dus u gelooft niet, dat zij ons hier zullen achter laten vroeg zij hoopvol. Hij klemde haar kleine koude handen vast tusschen de zijne. „Beslist niet zei hij flink, en hij slaagde er in deze leugen zonder spijt uit te spreken. „We moe ten alleen geduld hebben en afwachten, fk voor mii geloof dat de kerels wel zonder briefje uw ouders zullen waarschuwen. Maar gaat u zitten, want u beeft." Hij trok zijn jas uit, zonder op haar tegenstribbe ling te letten, en legde deze zoo prettig mogelijk op den cementen bodem. Het meisje liet zich dade lijk neervallen en nadat hij zelf ook was gaan zit ten. met zijn rug tegen den kouden wand, trok hij

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 8