BETONFABRIEK „GROENENDAAL" - GOES
mm
Speciaal adres voor het leggen van
BETONVOETEN
voor Druivenkassen en Warenhuizen
TEVREDENHEIDS-ATTESTEN TER INZAGE
Gewapende Betonweipalen,
Dampalen, Buizen, enz enz.
Aanbevelend, A. v, 8ERS, Kloetinge B 169
DE KRIJGSLIST
ONS ZEELAND
19
Het is niet vreemd, dat de mensch zich tegen het nieuwe
kant.
Men heeft dit altijd gedaan en men zal het altijd doen.
Want de mensch is behoudend, een voorzichtig dier. Hij
weet wat hij aan het oude heeft, het nieuwe voelt hij als
een bedreiging. Wat hij niet kent, dat eet hij ook niet.
Onze voorouders waren fel gebeten op de treinen, die
de behagelijke rust van het landschap en van het leven
kwamen bedreigen.
Wellicht zullen wij, die met de treinen zijn opgegroeid,
over 25 jaren koppige tegenstanders zijn van de pijl-snelle
groote lucht-autobussen, die ons in 24 uur naar Indië wil
len en kunnen vervoeren. En wat zullen we te keer gaan
tegen de Raket-wagens, waarin waaghalzerige jonge tijd
genoot en zich genoegelijk naar andere planeten laten
schieten.
Zooals gezegd de oppositie tegen het zeer nieuwe is
geenszins vreemd.
En daarom kan ik met eenige moeite wel iets begrijpen
van den strijd die sommigen in Zeeuwsch-Vlaanderen voe
ren tegen de waterleiding. Hoewel deze elders al vele
jaren ingeburgerd is en hoewel men er elders reeds tijden
over beschikt, er mede om gaat als had men nooit anders
gekend.
Maar ik kan me toch moeilijk vereenigen met de wijze,
waarop enkelen aan den overkant den strijd tegen het
water meenen te moeten strijden.
Het wil er niet bij me in, dat een raadslid, zonder dat
hij op de vingers wordt getikt, kan verklaren ,,Ik ben
tegen de waterleiding, want mijn huis kan toch niet aan
gesloten worden".
Dat men zich tegen een onbekende, griezelig aandoende
nieuwigheid verzet,.... alia.... dat is right.
Maar dan toch niet op gronden als het raadslid, hier
boven bedoeld, deed.
Ik ben benieuwd, of de waterleiding in Zeeuwsch-Vlaan
deren tot stand zal komen.
Benieuwder echter ben ik naar hetgeen de menschen
daar, zoo de waterleiding er komt, over 10 jaar van hun in
1929 gevoerde oppositie zullen denken.
Doch.daar zal ik wel nooit achter komen.
P. RIK.
1»
(Naar een Engelsch gegeven)
door
J. VAN DER SLUIJS.
Bernard, Vera's jongste broer, deed open en grinnikte,
zooals gewoonlijk.
Vera heeft haar nieuwe japon aan, zei hij, en ze
wacht op u in de salon.
Er zijn oogenblikken dat ik van Bernard houd. Ik gaf
hem een kwartje en liep door.
Vera stond bij den haard en las een brief. Ze scheen
eenigszins verrast toen ze mij zag, maar ze zag er alleraar
digst uit in haar nieuwe japon, aanbiddelijk in-een woord.
Hallo begroette ze me. Ik wist niet dat je kwam.
Ik heb je toch gezegd, dat ik misschien zou komen
Ze gaf geen antwoord en ging verder met haar brief.
Tante Bertha heeft me twee entréebiljetten gestuurd,
zei ze ten slotte. Voor een concert in het Concertge
bouw. Heb je zin om met me mee te gaan
O ja, zei ik.
Maar ik meende er geen steek van. Ik was hierheen
gekomen met de bedoeling om Vera een verbazend belang
rijke vraag te doen, en vragen van de soort die ik wilde
stellen, leenen zich er slecht toe in de stampvolle zaal van
het Concertgebouw te worden gedaan.
Je schijnt niet erg enthousiast, zei ze verwijtend.
Om je de waarheid te zeggen, Vera, begon ik,
ik. hm ik. ik bedoel.ik.
Op het zelfde oogenblik ging de deur open.
Bewaar jij de biljetten maar, zei Vera, terwijl ze
me die twee verdraaide dingen in de hand duwde. Ik
ga me verder klaar maken.
Ik had op een reuzenmanier het land. Ik was speciaal
gekomen om Vera te vragen of ze met me wilde trouwen
en nu wilde zij me mee hebben naar het Concertgebouw.
Net iets voor Vera Maar ze zag er aanbiddelijk uit in
haar nieuwe japon, dat was een feit.