2
ONS ZEELAND
VRIENDELIJK VERZOEK AAN ONZE LEZERESSEN
EN LEZERS.
Natuurlijk hebt U familieleden en kennissen buiten de Pro
vincie, van Zeeuwsche afkomst of wel volbloed Zeeuwen,
oor ons is het van belang hun adressen eens te weten opdat
wij hen eens een proefnummer van ons blad kunnen zenden.
Voor hen zal het prettig zijn een blad te ontvangen waarin
zij van hun geboortelandje juist dat vinden, waarin zij belang
stellen.
f oet U even de kleine moeite en schrijf ons hun adressen.
Wij zorgen voor de rest.
Bij voorbaat dank.
DE ADMINISTRATIE.
Abonné's, welke No. 1 van den 2en jaargang nog in hun
bez t hebben, en dit kunnen missen, zullen de administratie
met toezending daarvan zeer verplichten.
Portokosten worden vergoed. De Administratie.
LINNEN STEMPELBANDEN.
Verkrijgbaar bij de Fa. Gebrs. Ritter, Nieuwe Molstraat 26
te den Haag en bij de Administratie van dit blad
Fraaie linnen stempelbanden voor den 3den Jaargang van
ons blad a f 1.85.
Linnen stempelbandjes voor den roman „Liefde's Jeugd-
drc om" a f 0.90.
Franco toezending na ontvangst van postwissel.
De ongewone koude en eenige
gevolgen; een autobus-kwestie op
Walcheren over een Zeeuw
sche dichter en over het Zieken
huis te Vlissingen.
Het onderwerp van de week, de kou, mogen we hier na
tuurlijk niet negeeren. Men is zelfs als overzicht-schrijver
nu eenmaal niet altijd voor zijn genoegen uit. Lang zullen
we op deze plaats evenwel bij dezen strengen winter en de
ongemakken van de laatste weken niet stilstaan, want er is
al zooveel over geschreven en gesproken. en vermoede
lijk zullen de verzorgers der overige rubrieken in dit num
mer er nog wel dermate de aandacht op vestigen, dat de
lezer zijn portie ergernis toch wel toegemeten krijgt. Hetgeen
de gemoederen bezig houdt, komt in een algemeen orgaan
nu eenmaal veelvuldig tot uiting
Als wij de strenge vorstperiode hier onder de aandacht
nemen, denken wij bijna allereerst aan de stagnatie die
zij in het verkeer bewerkstelligde. Zeeland is een land
waar het verkeer te water een belangrijke rol speelt. Als
dit water stolt, kunnen de gewone water-verkeers-middelen
niet langer de gewone diensten verrichten en onvermijdelijk
treedt dan stagnatie op. Bijna alle boot- en veerdiensten
moesten korten of langeren tijd gestaakt worden, sommige
onderdeelen der provincie hadden zoo goed als geen com
municatie en tusschen de overige kon het verkeer slechts op
onregelmatige tijden onderhouden worden. Dit bracht na
tuurlijk voor de reizigers tal van ongemakken met zich mede.
Dezer dagen kregen we in verband hiermede nog eens een
goeden indruk van de beteekenis van regelmatige verbindin
gen tusschen de verschillende deelen van Zeeland, en tevens
van de consequenties, zoo nu en dan aan een waterrijk land
als het onze, noodwendig verbonden. Gelukkig dat het iso
lement van sommige streken tot nu toe nog geen alge
meen verontrustende moeilijkheden opleverde als voedsel-
schaarschte enz.
Hopelijk zal de vorst ook, zoodra hij vermindert en ein
delijk over gaat in dooi, ons voor een catastrophe bewaren.
Bij een snel invallenden dooi zullen aan de Zeeuwsche dij
ken zware eischen gesteld worden. Mogen zij de kracht van
het ijs en van het water kunnen doorstaan.
Behalve op het verkeer is de ongekende barre winter van
invloed geweest op een belangrijke tak van inkomsten in
onze provincie, n.l. op de visscherij, en met name op de
mossel- en oestercultuur. In lerseke vraagt men zich bezorgd
af welke de gevolgen van de vorst zullen zijn. Gevreesd wordt
dat groote hoeveelheden oesters en mosselen bevroren zul
len zijn, en dat men evenals in 1890 voor een catastrophe zal
komen te staan.
De werkloosheid nam door de koude in tal van Zeeuw
sche plaatsen toe en we gelooven dat er in menig Zeeuwsch
gezin, terwijl we dit schrijven, gebrek en armoede wordt
geleden. De gemeenten trachten natuurlijk te helpen en ook
de particulieren beoefenen de weldadigheid, doch overal
wordt daardoor de ellende niet opgeheven. In deze dagen
denken we vooral aan de stille armen, die liever honger
en kou lijden dan een beroep te doen op het medelijden der
mede-merschen. Laten we deze bescheiden en moedige
armen, voor zoover het in ons vermogen ligt, helpen. Een
bescheiden gave kan nu veel nood lenigen, en veel leed ver
zachten.
Behalve verkeers-misère, moeilijkheden met treinen en
posterijen, bedreiging van de oestercultuur, toenemende
werkloosheid en armoede, bracht de vorst narigheden van
anderen aard, die we hier evenwel verder onbesproken wil
len laten. Men kan er dezer dagen in de nieuwsbladen meer
dan genoeg over lezen.
Dat honderden zich met vreugde aan de mooie schaatsen-
sport hebben kunnen overgeven, moge aan het slot van deze
korte bespreking van de ijs-periode met dankbaarheid wor
den vermeld. Het is weliswaar een klein tegenwicht in de
schaalmaar toch een tegenwicht.
X
Van de autobus-kwesties, geboren uit den strijd tusschen
de spoorwegen en het nieuwe verkeersmiddel, hebben we
ook in Zeeland het vorige jaar volop kunnen „genieten". Met
belangstelling hebben we allen de concessie-verleeningen ge
volgd en in meerdere of mindere mate afgegeven op de
spoorwegen, die zich in veel en belangrijke bescherming van
hooger hand bleken te mogen verheugen.
Dit alles ligt evenwel al weer een geruimen tijd achter
ons, en daar het leven iederen dag iets nieuws brengt, zijn
de autobussen weer eenigszins uit den kring van interesse
getreden.
Enkele weken geleden echter is in „Het Vaderland", een
Haagsch blad, nog eens herinnerd aan een autobus-kwestie,
die op Walcheren nog steeds niet is opgelost. Het geheel
is wel de moeite waard om er hier op te wijzen. Het artikel
betrof den autobusdienst tusschen Middelburg en Domburg,
de meesten onzer ongetwijfeld bekend.
In bedoeld artikel dan wordt er allereerst aan herinnerd
hoe destijds, dank zij het particuliere initiatief een snelle
autobusverbinding tusschen Middelburg en de voorname
Zeeuwsche badplaats tot stand kwam. De eerste dienst leid
de evenwel geen lang leven en opvolgster was de „Nieuwe
Onderneming". De burgemeester van Domburg zag de be
teekenis van een goede verbinding met de hoofdstad in en
hij zegde bescherming van den autobusdienst toe door te
bepalen, dat in Domburg alleen aan de „Nieuwe Onderne
ming" standplaats zou worden verleend.
De concurrentie bleef echter niet uit en even voordat de
wet op de openbare middelen gewijzigd werd, kwam de
Walchersche tram met haar autobussen op den weg van
Domburg naar Middelburg via Serooskerke. Ged. Staten