1 ONS ZEELAND 3 neelen geeft. Niemand laat zich hier door de massa „op dringen" en leiden. Deze echt Zeeuwsche karakter-trek leidt tot tal van interessante konsekwenties, die we hier thans onbesproken willen laten. Op den invloed van deze individualiteit op het vereenigingsleven willen we evenwel terloops wijzen. Is het u nooit opgevallen dat het vereenigingsleven ten onzent verre van bloeiend genoemd kan worden? De meeste clubs sterven een spoedigen dood, blijven ze na de geboorte ©enige jaren in leven, dan vertoonen ze toch ziekelijke plekken. Als vereénigingsman schijnt de Zeeuw uit hoofde van zijn karakter niet te kunnen deugen. Herhaaldelijk waren we in de gelegenheid zulks te constateeren. Hoeveel ijsvereenigingen heeft Middelburg b.v. in den loop der jaren wel gehad? Laten we zeggen: vele. Ze volg den elkaar op met de regelmaat der graven van het Hol- landsche Huis in het geschiedenisboekje. Den laatsten tijd was onze hoofdstad zonder een ijsvereeniging, en het gemis deed zich niet gevoelen vóór deze lange ijsperiade. Gelukkig waren er toen enkelen die de noodzakelijkheid van een club, als hier bedoeld, inzagen en die de oprichting er van konden bewerkstelligen. Een nieuwe ijsvereeniging zag in Middelburg het winter licht tot vreugde van velen. En ze werkte dermate dat ze spoedig na haar geboorte tot een succes werd. Prachtig Maar. hoe lang zal deze vereeniging nu stand hou den? Zullen de Middelburgsche Zeeuwen hun alleraardig ste en mooie club ditmaal eens niet laten verloopen, zoodra het ijs een jaar uit blijft? We hopen. Gezien de Zeeuwsche afkeer van het vereenigingsver- bandvreezen we „Uitzonderingen bevestigen den regel," zegt u? U hebt gelijk HOE EEN DUITSCHER HONDERD JAAR GELEDEN ZEELAND ZAG door JAN VERMEER. (Vervolg). Na de zeereis van enkele uren en de wandeling door Goes liet Dethmar zich het middagmaal goed smaken. Reeds wilde hij van tafel opstaan, toen de waard met een schotel heerlijke moerbeien binnenkwam, die behalve hun voortreffelijkheid in deze stad bovendien nog een histo rische merkwaardigheid bezaten. En nauwelijks had Deth mar gehoord, dat deze vrucht van den vierhonderd jarigen boom van de ongelukkige gravin Jacoba van Beieren ge plukt was, of hij stond van tafel op, om den boom zelf te gaan bezichtigen. Lang behoefde hij niet te zoeken het kleinste kind kon hem den beroemden Jacobaboom bij de overblijfselen van het slot Oostende aanwijzen. Dethmar trof hem in een beklagelijken toestand aan, met half afge storven kroon naar de eene zijde overhellend slechts enkele takken waren nog in leven en droegen de zoete, rinsche en sappige moerbeien. Eigenhandig plukte hij en kele vruchten en bladeren van deze reliquie, en nam de plek in oogenschouw, waar het beroemde slot gestaan had, De heer A Maas te Kortgene vierde 14 Febr. zijn 70sten jaardag. Voor Kortgene was de 70-jarige een verdien stelijk ingezetene. Hij was oprichter en 31 jaren Voor zitter van de Ziekenkas, en van de plaatselijke afdeeling van het Groene Kruis. Voorts is hij 34 jaar werkend lid (de laatste jaren als voorzitter) van het Harmoniegezel schap E. M. M.", mede-oprichter en Oud-Voorzitter van het Doctersf'onds, Voorzitter van de Ambachtsteeken- school voor Noord-Beveland en Voorzitter van de Com missie van Toezicht op het Lager Onderwijs. Op zijn verjaardag mocht hij vele bewijzen van belangstelling ontvangen van de ingezetenen van Kortgene en van velen buiten het eiland. maar vond geen spoor meer van de voormalige pracht en heerlijkheid, die eenmaal aan deze p'aats verbonden waren geweest. De openbare gebouwen, het stadhuis, de kerken, de nieuwe korenbeurs, en ook verscheidene particuliere huizen trokken in meer dan gewone mate de aandacht van onzen reiziger, vooral het groote, vroolijke marktplein, dat in menige hoofd- en residentiestad op zijn plaats zou zijn. In de Groote Kerk met haar mooie orgel zag hij het gedenk- teeken, dat de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen er voor den zeeheld en menschenvriend Frans Naerebout had opgericht in de wandelkerk, het niet gebruikte gedeelte van het gebouw. In particuliere huizen, waar men hem heel gastvrij binnenliet, vond hij naast de resten van een oude, eenvoudige architectuur veel orde en welstand, zin voor schoone kunsten en wetenschappen, voor muziek en teeke nen, en voor lectuur. Bij een burgerman zag hij een zoo voor treffelijke bibliotheek, dat menig professor zich geen dege lijker en uitgezochter zou kunnen wenschen. „Zoo yroo- lijk de stad in haar pleinen en straten is, zoo yroolijk is het ook in de gezinnen. Ver van schijnheilige fijnheid en dweeperij heb ik hier een verstandig, praktisch Christendom gevonden". Den volgenden morgen begaf Dethmar zich al vroeg op weg naar Wilhelminadorp, waar de voornaamste groot grondbezitter, de heer I. G. J. van den Bosch, directeur van den polder, hem alle gewenschte inlichtingen verschafte. Het heerenhuis, de tuinaanleg, de calicotfabriek, de gebouwen waar de meekrap gedroogd, gereinigd en gestampt werd, alles trok zijn aandacht en wekte zijn bewondering op, zoo dat hij de kolonie met de beste indrukken verliet. Het ove rige deel van den dag besteedde hij, om onder deskundig geleide een rijtoer te maken door het eiland, die hem niet EMSEH-WATER Het sedert eeuwen bekende en onovertroffen middel tegen HOEST, VERKOUDHEID en alle aandoeningen der slijmvliezen. Prijs per kruik of flesch 65 cent.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 3