Krokodilei
RINGERS
ONS ZEELAND
4
merkwaardige is echter, dat
de achterkant der tafel een
in een platte houten lijst ge
vat schilderij voorstelt, een
decoratief borduurwerk of 'n
Japansch relief.
RIJSTCROQUETJES.
150 gram rijst 6 decili
ter melk 80 gram suiker
2 eieren een weinig
zout, een beetje geraspte
citroenschil of vanille.
Doe door de melk de ge
raspte citroenschil of de va
nille en kook de rijst met het
zout en de suiker. Wanneer
de rijst kookt, laat men ze
een weinig afkoelen, vervol
gens breekt men de eieren en
vermengt ze goed met de
rijst. Zoodra deze geheel af
gekoeld is, maakt men er cro
quet j es van, rolt ze door
bloem of beter nog door ge
klopt eigeel en bakt ze in
heete slaolie. Bij 't opdienen
bestrooit men ze met suiker.
IJs-sport.
Het heeft betrekkelijk lang geduurd vóórdat de strenge vorst,
die elders het water gemakkelijk deed stollen, vat kreeg op
het brakke water, dat onze Zeeuwsche eilanden omspoelt en
dat zich vermengt met de op de beide Schelde-monden uit
komende binnenwateren. Maar toen eenmaal het ijs figuurlijk
gebroken, maar letterlijk compact en massief was, toen bleef
ook geen enkele Zeeuw meer thuis en heeft men ook in Zee
land getoond, dat de ijs-sport leidt tot een heerlijk wintersch
vermaak en dat de Zeeuw in het algemeen zich op de schaats
uitstekend thuis gevoelt.
We hebben reeds gememoreerd de verschillende schaats
wedstrijden op onze Zeeuwsche ijsbanen en met een enkel
woord melding gemaakt van de oprichting der „IJsclub Mid
delburg". Sindsdien hebben de besturen der diverse ijsclubs
getoond voor hunne taak berekend te zijn door 't organiseeren
van vele onderlinge wedstrijden, schoonrij-demonstraties en
gecostumeerde ijsfeesten, zoodat alom in onze waterprovincie
de schaats-sport werd beoefend en de Zeeuw opnieuw heeft
getoond, op sportgebied niet ten achter te staan bij de bewo
ners van overig Nederland.
Straks, als de ijspret weer gedaan is en de lente zich door
milder temperatuur laat aankondigen, dan worden de schaat
sen weer in het vet gezet en men weet niet, wanneer ze weer
dienst kunnen doen. Maar er kan een tijd komen, die de her
innering naar deze strenge winterperiode weer wakker roept
en waarin men verwijst naar de vele kieken van ijs-sport in
1929, zooals thans worden aangehaald de gevallen, die van
een streng wintertijdperk in 1890 en 1891 moeten getuigen.
Dan weten de bladen ons weer te vertellen, hoe in den barren
winter van 1929 de ijssport lange weken achtereen hoogtij
vierde en klein en groot de schaatsen onderbond om tochten
te maken, op wedstrijden uit te komen of op andere wijze te
profiteeren van dit specifiek-Hollandsche wintervermaak.
Dan ook zal men „Ons Zeeland" opslaan om te vernemen
op welke wijze Zeeland zijn deel in dit vermaak heeft opge-
eischt en of het stoere, Zeeuwsche ras zijn naam van sportief
volk eer heeft aangedaan.
Met trots en vreugde kunnen we daarom nu getuigen, dat
in en om elke stad en elk dorp in Zeeland de ijs-sport in de
laatste weken aftrek heeft gevonden, omdat zij het helaas
ten koste van geregelde scheepvaart-verbindingen er een
periode is geweest, waarin de Zeeuwsche eilanden als aan-
elkander-gevroren waren en door middel van het ijs bijna één
continentaal gebied vormden. Slechts de brakheid der wateren
en de bewegelijkheid der Schelde-stroomen konden zich ver
zetten tegen algemeene voltrekking van dit ijs-proces, dat
evenwel zoo verrassend heeft gewerkt, dat de sportgenoegens,
die het ijs biedt, over het geheele eiland waren gedistribueerd.
Zeeland, met zijn scheepvaart, zijn visscherij, zijn oestercul
tuur en zijn watersport, heeft getoond, dat als de natuur zijn
wateren ongeschikt maakt voor maatschappelijk en industriëel
doel, de nood in deugd kan worden omgezet en in de ijs-sport
vergetelheid kan worden gezocht en gevonden van beslomme
ringen, die men zi h zelf niet aandoet.
Niemand weet of en wanneer ooit weer een ijskorst van
vele decimeters dikte onze wateren in ijsbanen zal omtooveren,
maar woord en beeld zullen in latere jaren getuigenis afleggen
van de wijze, waarop Zeeland's ijssport zich heeft doen gelden.
Voetbal-lezing.
Wij annonceerden vorige week eene z.g. voetballezing, die
op Zaterdag 23 Februari in Middelburg zou worden gehouden.
Wij vernamen, dat deze lezing, die zou voorafgaan aan een
cursus voor voetbal-scheidsrechters in Zeeland en West-Bra
bant, als gevolg van verschillende omstandigheden, niet heeft
plaats gehad, doch ter elfder ure nog moest worden uitgesteld.
Men verzekerde ons daarbij, dat dit uitstel geen afstel betee-
kent, doch deze leerrijke avond op nader te bepalen datum
andermaal zal worden vastgesteld.
Het Nederlandsch Elftal.
Reeds twee maanden achtereen staat het competitierad van
den Nederlandschen Voetbalbond stil en zoolang ijs en schaats
den sportliefhebber in een andere sfeer houden dan die der
voetbalsport, denkt men nauwelijks meer aan voetbal. Maar
het feit, dat Zondag 1.1. de Technische Commissie van den
N. V. B. het Nederlandsch Elftal heeft samengesteld, dat op
Zondag 17 Maart a.s. in Amsterdam tegen Zwitserland za
spelen, roept ons weer eens even tot de werkelijkheid terug.
En juist omdat dit nieuwe oranje-team in samenstelling vrij
veel afwijkt van de ploeg, die in de laatste jaren ons land ver
tegenwoordigde, willen we de combinatie, die over enkele
weken zich als de „bloem van Holland's voetbal" moet ont
poppen, hier even boekstaven. Het Nederlandsch Elftal zal er
als volgt uitzien
Doel Van der Meulen (H.F.C.).
Achter Van Zwieteren (Sparta) en Van Kol (Ajax).
Midden Van Dolder ('t Gooi), Halle (Go Ahead) en Van
Heel (Feijenoord).
Voor Gerritse ('t Gooi), Tap (A D,O.), Bakhuijs (Z.A.C.),
Barendregt (Feijenoord) en Van Nelle (D.H.C.).
Over het algemeen dus heeft het elftal een verjongingskuur
ondergaan. De oudere spelers als Harry Denis, die 53 maal de
oranje-trui heeft gedragen, Elfring, die vele jaren de rechts
buiten-plaats bezette, en Weber, die even zoo lang de links
buiten-plaats bezette, zijn door jeugdiger spelers vervangen,
terwijl Kools en Ghering, de beide Zuidelijke vertegenwoordi
gers, blijkbaar ook gewogen en te licht bevonden zijn.
Slechts v. d. Meulen, Van Kol, Van Dolder, Van Heel en
Tap zijn oude bekenden, maar overigens komt Nederland met
liefst zes debutanten voor den dag. Frisch bloed kan gewoon
lijk geen kwaad, maar eene aderlating, die meer dan 50 procent
van de oude substantie opeischt, doet ons denken aan het
gezegde van het geneesmiddel, dat wel eens erger kan blijken
gevuld met de fijnste
pate van geroosterde,
fijn gewreven aman
delen en hazelnoot.
Specialiteit
Let op den naam!