DAG VJ WW ti y/ 18 ÓNS ZEELAND Voor het thans in dienst zijnde personeel hebhen de pen sioenrechten terugwerkende kracht tot den datum van in diensttreding. Bij vollen diensttijd bedraagt het pensioen voor den man 2/3 en voor de weduwe ten hoogste 5/10) even tueel voor kinderen verhoogd tot 10/jo van het loon. Voor de deelgenooten bedraagt de pensioenpremie 10 pCt. van het loon. De Maatschappij zal 1 pCt. der loonen en de rente ten bedrage van 4l/2 pCt. over ten hoogste 300.000. jaarlijks bijdragen. dat twee jongens van 15 en 24 jaar het dak van een Tholenaar „uit het lood" haalden. De politie wist de hand op de lood-enthousiasten te leggen. dat het Middelburgsche gecostumeerde ijsfeest een daverend succes had. Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag Adieu ■mm CACTUSSEN. III. Telkens wanneer men een liefhebber over z'n plantjes hoort spreken, gevoelt men iets mee van zijn blijdschap, als hij het heeft over diegenen welke hij zelve gekweekt heeft. Hij voert ons mede in zijn wonderlijk wereldje, waar, in de sfeer van oneindige liefde, de zorgen tot vreugden en de lasten tot lusten werden. Daarin schuilt het geheim van zijn slagen, dat we ten onrechte toeschreven aan 'n speciaal grondmengsel of extra voeding, want al luisterend voelden we, dat er zonder die groote liefde niets van ons kweeken terecht komen kan. Altijd door vragen de planten onze aandacht, geen enkele dag kunnen we overslaan, dan zien we dadelijk als er soms iets aan hapert en hen te hulp komen. Het spreekt vanzelf dat de allerjongste plantjes de mees te zorg behoeven en wie zidh dan ook op het zaaien van Cactussen in de kamer gaat toeleggen, moet daaraan tijd, veel geduld en z'n volle liefde schenken. Met het zaaien kunnen we deze maand al beginnen wan neer er gelegenheid is voor een constante temperatuur te zorgen. Anders wachten we er nog wat mee, maar nim mer doen we het later dan Mei. De zaden der verschillende soorten zijn nogal uiteenloopend van vorm en grootte, en ontkiemen lang niet allemaal even vlug. Bij het zaaien van gemengde soorten moeten we daaraan denken en dus niet gaan mopperen als er slechts enkele opkomen. Voordat we gaan zaaien, maken we den grond klaar (heel fijn gezeefde bladaarde met zand) en vullen daarmee de potten die voor een vierde deel gevuld zijn met potscherven. Daarop komt de grond tot een paar centimeters onder den potranl, die we met een lucifersdoosje heel licht aandrukken en vlak maken. Als we zoover klaar zijn kunnen we gaan zaaien. Eigenlijk is het meer de zaadjes uitleggen, want we kunnen ze niet strooien, omdat ze dan te dicht op elkaar komen. De onderlinge afstand moet minstens 1 c.M. bedragen. Ze worden ook heel licht aangedrukt en dan gedekt door 'n dun laagje aarde. Ten slotte moeten we het geheel goed vochtig maken (voorzichtig spuiten of besprenkelen) en met een ruit afdekken. We plaatsen het nu voor een zonnig venster in een verwarmde kamer en wanneer de zon al te krachtig wordt, leggen we er nog een stuk papier overheen. Vocht en warmte mogen nu geen van beiden ontbreken. Wanneer we zien dat de aarde niet voldoende vochtig meer is, maken we die door voorzichtig spuiten weer vochtig. Gieten is niet aan te raden, daar de fijne zaden en later de jonge plantjes daardoor weg kunnen spoelen. Wanneer we nu nog zorgen dat de temperatuur op 60 Th. blijft, kunnen reeds na enkele dagen de eerste zaadjes ontkiemen. Na ongeveer twee weken zijn de meeste wel boven, alleen de Echivocactussen laten ons wel eens heel lang wachten. Wanneer de jonge plantjes zich aanmelden, blijven we met een regelmatige baspuiting doorgaan. In tegenstelling met de oudere planten kunnen ze weinig droogte verdragen maar we dienen er toch op te letten, dat de aarde niet al te nat wordt gehouden. Enkele malen per dag draaien we de ruit eens om, waardoor we voorkomen dat de waterdrop pels die er zich aan den binnenkant op verzamelen, bij het vallen schade aan het zaaisel doen. Naarmate de jonge plantjes zich ontwikkelen, brengen we de ruit wat hooger door er 'n paar houtjes onder te leggen. Soms gebeurt het dat zich op de aarde een mosje ontwikkelt, dat al spoedig als een groen kleedje over den geheelen pot verspreid is. Het beste is dan de jonge plantjes te verspenen. Ze kunnen in een anderen pot overgeplant worden, welke op dezelfde manier wordt gevuld als die waarin wij zaaiden. Komen ze te dicht op elkaar te staan, dan kunnen ze in afzonderlijke potjes worden gezet. Gedu rende den winter moeten ze iets minder droog worden ge houden dan de oudere exemplaren. Al duurt het ook lang voordat de zaailingen tot bloeibare planten zijn uitgegroeid, voor de liefhebbers blijft het een aantrekkelijk werkje, waarvan hij de grootste voldoening smaakt, als zijn zelf gekweekte cactussen hem met de schit tering van hun fraaie bloemen daarvoor beloonen. De cactussen zijn voor de kamercultuur bijzonder geschikt. Helaas is het te betreuren, dat er zooveel jammerlijk ver loren gaan in al te kleine potjes, waarin ze zich niet verder kunnen ontwikkelen dan tot een afzichtelijk caricatuur. Laat ons daarvoor waken en de weinige zorg die ze vereischen, met liefde vervullen, zoodat ze zich vrij kunnen ontwikkelen tot krachtige en gezonde exemplaren, die een duurzaam genot schenken. Voorloopig zullen we het hierbij laten, wellicht is er later nog eens gelegenheid iets meer over deze wonderlijke plan- tenfamilie te vertellen. G. BUDDE. 'APRIL,, 27 Febr. Het vriest weer dat het kraakt, maar ik heb vandaag geen koude gevoeld, zóó warm waren de debatten in „Het varken met de sirene" over de gedragingen van onze Zuiderburen. Eerst werden de diplomaten geestelijk afge maakt en nadat majoor Heetemelk zich verwijderd had, kregen de generale staven er van langs. Breeduitstra had veel succes met zijn uitleg van het verschil tusschen deze en gewone staven. Met de laatsten doen ze heilgymnastiek en orde-oefeningen, terwijl ze met de eerste onheilgym- nastiek beoefenen en de zaak overeind zetten. Ik bracht naar voren, dat het feitelijk een compliment voor Nederland was, dat ze ons alsmaar annexeeren willen ik voor mij zou nog geen vierkante Kilometer met Belgen er op begeeren. Daar de menschen hier om lachten, zei Krimp van Dui men maar gauw, dat het daar niet om ging. Vanmiddag na de lunch even 'n uiltje geknapt en hevig gedroomd. Ik

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 18