VICTOR IA-WATER X HOE EEN DUITSCHER HONDERD JAAR GELEDEN ZEELAND ZAG al een streven naar wegsverbetering. Overal, dus niet alleen bij den tourist, want ook de besturen der kleinere dorpen, die min of meer met het motorisch vervoermiddel bekend en vertrouwd geraken, sluiten niet langer de oogen voor het moderne verkeer, dat voor hun gemeenten van belang is. Dit laatste is dezer dagen gebleken te Westkapelle, Zou- telande, Biggekerke en Koudekerke. De gemeenteraden in deze plaatsen waren uitgenoodigd gelden te voteeren voor verbetering van den weg van Middelburg over Koudekerke, Biggekerke en Zoutelande, en met groote bereidwilligheid hebben zij daaraan voldaan. Binnen afzienbaren tijd zal deze verbindingsweg behoorlijk verbreed worden en van een goed wegdek worden voorzien, terwijl verschillende hin derlijke bochten zullen worden verwijderd. Een goede mo derne verkeersweg op Walcheren is dus in zicht. Hopen- lijk zal bij de verbetering van den weg zooveel mogelijk rekening worden gehouden met het oude karakter. De weg, die hier bedoeld wordt, had tot nu toe door zijn grillig ver loop een eigenaardige bekoring. Moge deze niet geheel ver loren gaan De ziekenhuiskwestie in Vlissingen, op deze plaats steeds gevolgd, heeft nog een muisje met een staartje gebaard. Wethouder Harts (V. D.)die zich in het college van B. en W. steeds verzet had tegen den verkoop van grond aan „Bethesda", heeft n.l, zijn functie neergelegd. Hij deed dit in een schrijven aan den raad, waaraan we het navolgende ontleenen „Alhoewel in het college van B. en W. een vertegenwoor diger der S. D. A. P. of S. P. zitting had moeten nemen, werd door mij, na overleg met mijn partij de zetel aanvaard, omdat verwacht werd, dat een meer naar links georiënteerd college voor het beheer van onze gemeente gewenscht was en bij niet aanvaarding van het wethouder schap diverse zaken zeer ernstig in het gedrang zouden komen. Naast de belangen van onze badplaats, noem ik in de eer ste plaats onze gemeentelijke ziekenhuiszorg. In de laatste vergadering van den gemeenteraad werd de grond verkocht, waarop het gemeenteziekenhuis had moeten verrijzen. Daarmede werd een belangrijke steun aan de noodzakelijke oplossing van dat vraagstuk weggenomen, terwijl door de sterke houding ten gunste van ons gasthuis zonder twijfel een groote oplossing zou zijn bereikt. Nog restte ons de grond van de stichting, waardoor in de toekomst een goede oplossing mogelijk bleef. Maar bo venal was deze grond zoo gunstig gelegen, dat een stichting, bedoelende de grondige verbetering der gemeentezieken huiszorg, dezen waardevoll engrond nimmer had mogen verkoopen, tenzij tegen een prijs, die de voorstanders der gemeentelijke ziekenhuiszorg volledig zou bevredigen. Op 23 Februari ontving ik van den gemeente-secretaris, be stuurslid van de stichting, de mededeeling, dat op 19 Febru ari door het bestuur besloten was den grond te verkoopen voor 66 cent per M.2 Meerdere malen en tijdig voor de ver gadering van het stichtingsbetuur heb ik de bestuursleden, de heeren van Woelderen en Bisschop, gewezen op de nood zakelijkheid de belangen der stichting zwaarder te laten wegen dan die van „Bethesda", daarbij vastleggend, dat indien die grond in strijd met de belangen van de stichting zou worden verkocht ik ontslag als wethouder zou ne men, omdat dan blijkbaar geen prijs op samenwerking met mij werd gesteld. Waar thans de grond feitelijk verkocht is, stel ik er geen prijs meer op, lid van het college van B. en W. te zijn en neem bij dezen mijn ontslag als wethouder van de gemeente Vlissingen". Zooals men elders in dit nummer lezen kan is de plaats van den heer Harts in het college van B. en W- reeds inge nomen. Jammer, dat de ziekenhuiskwestie dit naspel opleverde X De Kamer van Koophandel voor Zeeuwsch-Vlaanderen is aan het einde der vorige week in vergadering bijeen ge komen. De voorzitter gaf, zooals te doen gebruikelijk, een overzicht over het afgeloopen jaar. Spr, gaf als zijn indruk te kennen, dat in den economischen toestand van het gebied der Kamer wel eenige verbetering is te bespeuren, al zijn blijkens de rapporten de bedrijfsuitkomsten van verschil lende zaken niet evenredig aan de grootere bedrijvigheid. Bezwaren werden ingebracht tegen deloyale concurren tie die de middenstand, welke toch reeds in moeilijke om standigheden verkeert, ondervindt vanwege staatsambtena ren. Voornamelijk gold de klacht technische ambtenaren, die radio-apparaten leveren en plaatsen. Besloten werd zich tot de regeering te wenden. Met het oog op de hooge prijzen voor e'lectrischen stroom, die een belemmering zijn voor het verbruik, werd besloten een verzoek te richten tot de Prov. Electriciteits-Maatschap- pij om de grondprijzen voor lichtstroom te verlagen tot dertig en die voor krachtstroom tot vijftien cent per K.W.U. door JAN VERMEER. V. (Slot). Alvorens Dethmar Middelburg verliet, teekende hij in het dagboek van zijn reizen enkele algemeene opmerkingen aan, betreffende het gewest en de stad, waar hij zoo veel meer gevonden had, dan zijn verwachting was geweest. „Men schildert dit land gewoonlijk als een graf voor de vreemdelingen en vermijdt het of geheel, öf wien zaken er heen voeren, die snelt er zoo gauw als mogelijk is vandaan Dethmar had evenwel van die vermeende ongezondheid van Zeeland niets bemerkt, en de vele opgewekte en flinke ouden van dagen hadden hem, zoo goed als het gezonde uiterlijk van de overige bevolking, van het tegendeel over tuigd. Ook over het karakter en de zeden en gewoonten der Zeeu wen was Dethmar best te spreken. „Gaat men door het land, dan wordt men noch door bedelaars, noch door hon den lastig gevallen, een prijzenswaardig gevolg van de waakzaamheid der politie, of wel van de menschlievendheid der bewoners, die zulk een hinder niet kan dulden. Alleen is me in een dorp aan het strand de onbeschaamdheid op gevallen, dat goed gekleede kinderen bedelden, en aardige meisjes, die al bijna volwassen waren, kussen voor een cent te koop aanboden. Of dit alleen maar scherts moest betee- kenen, dan wel ernstig gemeend was, wil ik niet beslissen, want ik heb de proef niet genomen". Ook trof het Dethmar, dat het dienstpersoneel in de huizen, waar hij het middagmaal gebruikte, niet zoo afge richt was op fooien, als dit in Holland het geval was. Meer malen had hij zelf naar de keuken moeten gaan, waar de dienstboden de haar toegedachte fooi min of meer be- Uitstekend te vermengen met whisky of cognac

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 3