DEC/: PDLEMMG
AMJ-VEP
16
ONS ZEELAND
Een zetraadsel
MS
TROPENTRAQEDIE
In ieder nummer van ons blad verschijnt een O.Z.-prijs
vraag, voor de goede oplossing waarvan wij tien gulden
beschikbaar stellen. Dit bedrag wordt niet verdeeld, dus
iedere prijsvraag kan slechts één winnaar opleveren. In
zendingen moeten geadresseerd worden aan de Administra
tie te Middelburg. De redactie beslist daarop aan wie de
prijs wordt toegekend. Tegen hare beslissingen kan geen
hooger beroep worden aangeteekend. Ook zullen we over
O.Z.-prijsvragen niet in briefwisseling treden.
OPLOSSING O. Z. PRIJSVRAAG No. 8.
De gelukkigen zijn rijk, de rijken niet altijd gelukkig.
De sleutelwoorden waren Terneuzen Nijlreiger Kade.
De opmerking, door een paar inzenders gemaakt, dat er een
fout in de opgave was, is onjuist, aangezien met opzet het cijfer
12 niet in den te vormen zin is gezet.
Door loting viel de prijs ditmaal ten deel aan
G. GEYSENDORPHER HAAMSTEDE.
O. Z. PRIJSVRAAG No. 10.
aaaaaa b ccc d eeeee -- gg hhhh iiiii kk
1 mmm nn ooooooo p rrr ssss - ttt vvv
Bovenstaande letters, vormen, wanneer ze op de juiste wijze in
de open vakken van de rechthoek geplaatst worden, met de reeds
daarin staande letters de volgende namen, op de horizontale lijnen
nml. van
1 een zedenkundige verhandeling;
2 een politieambtenaar;
3 een groot componist f;
4 een soort tasch
5 een watermot
6 een bekend Russisch prediker f
7 een meisjesnaam
8 een bewoner van een Russische stad.
Wanneer men het blad niet wil beschadigen, doet men het beste
het figuur even over te teekenen.
Oplossingen uiterlijk 3 April in ons bezit.
Op de envelop zetten O. Z. Prijsvraag 10.
De uitslag zal echter eerst in het nummer van 13 April worden
bekend gemaakt.
door
J. P. B a 1 j
Langzaam schreed Hugo Bartels door de straten van het
mooie Rijswijk, zoekend naar de villa, waar de vrouw van
zijn gestorven vriend Max Gruning woonde, en bij zichzelf
overwegend hoe hij het verslag van diens dood het best kon
inkleeden. Bijna een jaar geleden was het gebeurd bij een
gezamenlijke jacht in de rimboe. Gruning's paard was ge
schrokken, had zijn berijder afgeworpen in zijn val was
diens geweer afgegaan en had hem in de long getroffen.
Weinige oogerblikken later was hij in de armen van Bartels
overleden. Zóó zou hij het haar verteden. Natuurlijk zou
ze bijzonderheden vragen, hij zou moeten vertellen van hun
samenzijn daar, in die afgelegen post, waar zij beiden de
eenige blanken waren geweest.
De eenige blanken. Even grifte zich een harde trek
om zijn mond, als hij terugdacht aan die jaien van een
zaamheid daar tusschen al dat bruine gespuis, dat volk,
dat je nooit kon vertrouwen, dat hij gehaat had van
het begin af, toen hij er nog als eerste blanke had geleefd,
een jaar lang zonder conversatie, zonder berichten uit het
moederland bijna, want slechts sporadisch werd de post
bezorgd, meestal van maanden tegelijk. Dat eerste jaar had
hem tot een cynicus gemaakt. Van haar, die hij in den Haag
had achtergelaten, zonder dat hij den moed had gehad, zich
tegenover haar uit te spreken, had hij niets vernomen
Hoe gelukkig was hij, toen hij vernam, dat hij spoedig
een lotgenoot zou krijgen in Max Gruning, toevallig iemand
uit zijn kennissenkring. Voor twee blanken zou het leven
wellicht minder hard, minder eentonig zijn, dan voor hem
alleen. En. misschien kon Gruning hem berichten bren
gen van haar, Mia Verburg.
Gruning kwam, en hij bracht berichten van Mia Verburg:
zij was Max Gruning's vrouw geworden, even voor diens
vertrek naar Indië Bij Bartels' smarte'ijken blik had Gru
ning begrepen, had hij heel even grcote sympathie gevoeld
voor dien eenzame Doch direct daarop had Bartels schel
gelachen en zij hadden gedronken op het welzijn van
Gruning's vrouwtje.
Diep in zijn hart, zorgvuldig verborgen, had Bartels een
hevige vijandschap opgevat tegen Gruning, een vijandschap,
die weliswaar langzamerhand sleet door hun jarenlang sa
menzijn op de verlaten post en Gruning's hartelijke, joviale
vriendschap, doch die bij iederen mail weer oplaaide. Soms
kon ook Bartels een teeder gevoel jegens dien opgewekten,
optimistischen jongen koesteren, doch als hij hem tersluiks
gadesloeg, wanneer hij bezig was haar brieven te lezen, dan
haatte hij hem, bijna nog meer als hij die bruine kerels
haatte
Natuurlijk kón hij dat alles niet aan Mia vertellen, en
daarom zag hij tegen dit bezoek op Meer dan zes jaar
geleden was het, dat hij haar voor het laatst gezien had,
misschien zouden ze als vreemden tegenover elkaar staan.
Maar het was zijn plicht, hij moest haar het einde van haar
man verhalen. En was het eigenlijk wel alleen de plicht,
die hem naar Mia's woning dreef Hoopte hij niet ook nog
op iets anders.
Schril trilde het geluid van de electrische schel door de