PD I w%i> VAN RIJN'5 KMOSTERD x)lDDtLB3tó ItËL:34Ö Zomermantels en Japonnen AttSEDËUTHM Ruime keuze in in alle genres en in alle prijzen 8 ONS ZEELAND ENSEMBLE No. 331. Dat het volstrekt niet meer noodzakelijk geacht wordt dat mantel en japon van een complet uit dezelfde stof gemaakt zijn, blijkt wel uit het hier af gebeeld model, waarvan de mantel van grijze tweedstof is en de japon van crêpe in deze'fde kleur. De rok is rondom ge- pliseerd en de blouse, met een overslag, heeft als garneering drie knoopen uit de stof. De mantel, iets korter dan den rok, heeft vrijwel den rechten vorm, en als garneering langs zakken, kraag en mou wen, telkens twee donker-grijze biezen. „ZOMERBONT". Bont en nog eens bont is het in de laatste jaren. Het wordt haast te bont, want niet alleen 's winters dragen wij het, neen, ook in voorjaar en zomer. „Zomerbont" hebben wij het genoemd en is er eigenlijk dwazer denkbaar dan in het hartje van den zomer, als 't snikheet is, onzen hals te beschermen tegen (ja, waar tegen?) ....Neen, we dragen bet bont immers niet uitsluitend ter bescherming van ons lichaam voor koude? We dragen bont omdat bont koninklijk is Het is dan ook verbazend, welk een effect bont kan maken. Het simpelste manteltje wordt er een chique mantel door, het eenvoudigste ja ponnetje een elegant toilet Waarom dan ook niet 's zomers dit materiaal te baat genomen om onze man tels mede te garneeren? Ge zult misschien denken, dat ik er twee meeningen op na houd ten opzichte van bont en dat ik me zelf in dit artikel tje tegenspreek door eerst „dwaas te vinden", wat ik later toejuich, maar dat heb ik niet zonder reden gedaan. Ik kwam eerst met de bezwaren aan en daarna met de voordeelen en liet toen het volle licht op beiden vallen Toen moesten natuurlijk „de voordeelen" over winnen en daardoor zijn de bezwaren gesmolten als sneeuw voor de zon En dus neem ik aan dat u evenzeer aanhang ster bent van zomerbont als ik? Het bont, bestemd voor den zomer, is van lichte en soepele kwaliteit. Het is- verwonderlijk, dat van zoo een zwaar artikel zulk een heerlijk, luchtig zomerbont gemaakt wordt. De bewer king is dan ook perfect. Bij voorkeur worden kortharige bontsoorten gebruikt of die, welke door scheren kortharig gemaakt kunnen worden. Het bont wat in het a.s. seizoen toonaangevend wordt, is mollebont, antilope, petit gris en het Russisch veulen. Deze soorten worden weinig of niet bijgeverfd. Maar het kostbaarste bont wat „en vogue" zal worden, is het hermelijn. Begrijp nu, waarom ik van' „ko ninklijk" sprak Het heerlijk-mooie zomerhermelijn zal veel gedragen worden door de vrouwtjes, die goed bij kas zijn en zich die uitgave gerust kunnen permitteeren. En dan liefst een gehee'e mantel er van. Ja, dat is meer dan luxieus! dat is multi-luxieus Maar er is uitkomst voor de minder- goed-bij-kas-zijnde. Er bestaat nog zooiets van menschelijk vernuft Men is hard op weg alles te imiteeren en hoè te imiteeren? Zoo buitengewoon goed en haast niet te onder scheiden van het „echte". Uw zomermanteltje van licht-beige of zilvergrijze zacht- wollen stof zal een prachtigen kraag rijk zijn van het „koninklijke" hermelijn en ge zult er uitzien als een koninginnetje! RENEE. DE LEERMODE. Leer, in alle mogelijke variaties, is op 't oogenblik zeer in de mode. Nog slechts weinig jaren geleden, werden leeren jas sen uitsluitend gebruikt voor auto en mo torfiets, maar thans ziet men reeds zeer chique wandeljassen in dit materiaal. De oude bekende bezwaren, dat leeren klee ding stug en hard aanvoelde, dat ze vuil geworden, niet meer te reinigen zou zijn, en, ofschoon „windproof" toch niet wer kelijk warm was, zijn thans geheel over wonnen. Leer wordt nu zoo geprepareerd, dat het bijkans zoo soepel is als stof chroom en nappa kunnen gesponsd wor den met zeep en water en tenslotte worden de lange modellen gevoerd met kasha of een andere warme stof. Als zoo n lange jas bestemd is voor de stad, wordt er meestal een bontkraag op gedragen, soms ook manchetten. Korte jasjes van chroom en nappa, worden voor de naaste toekomst als zeer modieus beschouwd. Een jadegroen jacket met klein zwart bontkraagje bijv., is een waar juweel bij een zwart fluweelen rokje. ABRIKOZENROL. Wasch een half pond gedroogde abri kozen. Laat ze weeken in water, zoodat ze juist onder staan en laat ze daarna in het zelfde water zachtjesaan gaar wor den. Voeg dan ongeveer 75 gram suiker bij, en laat nog twintig minuten sudde ren. Ondertusschen wordt van vijf deelen bloem, ruim drie deelen boter, een wei-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 8