ONS ZEELAND
^EiXfcSÉSii
Het
WALCHEREN.
Huiduitslag
KON. DRUKKERIJ
G. W. DEN BOER
MIDDELBURG
Levert alle soorten
DRUKWERK
4
nisse om zich, volgens zijn gewoonte, van de nooden der
kweekers te overtuigen.
De Minister liet zich alle klachten en mogelijkheden tot
verbetering van den toestand, uitvoerig uiteenzetten. Vol
gens de algemeene opinie was herstel van dit geschokte
bedrijf alleen mogelijk door de productie te beperken en
werden, in dien geest, eenige plannen aan den Minister in
overweging gegeven.
Zooals den lezers uit het voorgaande gebleken is moet
het mosselzaad gehaald worden uit de Zuiderzee en was
deze, voor dit doel, gedurende 3 maanden in den zomer
opengesteld. Door den tijdsduur te reduceeren tot 5 weken,
meende de Minister de productiebeperking wel in de hand
te werken. In een audiëntie, verleend aan eenige bestuurs
leden van de véreeniging „Algemeen Schippers- en Vis-
schersbelang" van Bruinisse, werd echter den Minister on
der 't oog gebracht, dat in een dergelijken korten termijn,
de kweekers met groote motorvaartuigen in de gelegenheid
waren 3 tot 4000 ton zaad te halen waartegenover de kwee
kers met kleine vaartuigen slechts 1000 tot 1500 ton. Laatst
bedoelde kweekers meestal de minst kapitaalkrachtigen
werden dus door dezen maatregel weinig gesteund, waar
om werd aangedrongen op een billijke verdeeling van het
mosselzaad uit de Zuiderzee.
Waarschijnlijk ook door aandrang van het Kamerlid Krij
ger, ontwierp de Minister een distributieregeling, waarin
wordt bepaald, dat onder de auspiciën van den Bond van
Mosselkweekers in Zeeland, het zaad onder de kweekers,
naar ieders behoeften, verdeeld zal worden.
Zooals dit meermalen voorkomt, was een zeker deel der
belanghebbenden met deze regeling niet tevreden omdat,
volgens hun beweren, de uitvoering practisch onmogelijk
zou zijn. Na menige discussie bleek echter, na een gehouden
stemming, T/s der kweekers vóór de distributieregeling te
zijn.
Hoewel het bedrijf der mosselkweekers moeilijk in een
uniform verband te beschouwen is, daar de belangen der
kweekers zeer verschillend zijn, moeten wij toch dit besluit
toejuichen. Het is toch nu reeds meermalen gebleken, dat
de kweekers zelf niet bij machte zijn hun bedrijf weer te
herstellen en waar nu de daadwerkelijke hulp der Regee
ring geboden wordt, mag men hiervan niet eischen, dat reeds
bij voorbaat de individueele belangen en belangetjes gere
geld worden.
Wij hopen, dat de nieuwe phase, die thans met steun der
Regeering ingeleid wordt, voor de Zeeuwsche mosselkwee
kers een voorspoediger zal zijn dan die in het verleden.
En ongetwijfeld zal de uitvoering der nieuwe regeling in
de praktijk wel moeilijkheden met zich medebrengen, doch
door een loyale medewerking kan veel goeds bereikt wor
den, hetgeen slechts tot zegen kan zijn voor ons heele
gewest.
J. DE RONDE.
bestond. Hoe ze dat zoo precies weten. daarover zwijgen
zij in zeven talen
Maar de kroniek zegt nog meer. In Henegouwen leefde in
dien tijd een hertog, Walachrius geheeten, een wreed en
ongenadig tiran, die zijn arme onderdanen zóó despotisch
regeerde, dat zij ten slotte in opstand kwamen en hem uit
zijn eigen land verjoegen.
Met enkele getrouwen baande hij zich een weg tot de
kust, waar zij een boot bouwden en zee kozen.
Een Zuidenwind dreef hen tot dat onbewoonde eiland,
dat na hem Walcheren werd genoemd. Deze Walachrius
deed het eiland van dijken omringen, bebouwde het en
stichtte een sterkte, op de plaats waar nu Middelburg ligt.
Wat men vroeger al niet schreef en geloofde
Een ander schrijver ontziet zich niet er de Walen bij te
halen deze zouden hier hebben gewoond en het eiland der
Walen zou aan hen zijn naam te danken hebben. 2)
Een andere verklaring is, dat het groote aantal walvis-
schen, ook wallen geheeten, die zich vroeger aan de kusten
vertoonden, de benaming Walleneiland deed ontstaan.
Tot bewijsvoering haalde men aan, dat zich in het wapen
van 't eiland een walvisch bevindt.
Boxhorn is een andere meening toegedaan. Zich beroepend
op den vertaler van de in het Latijn geschreven Utrechtsche
Kroniek van Beka, die van Walcheren zegt, dat er vele
walen en meeren gevonden worden, wil hij het doen voor
komen, dat de naam „eiland der moerassen" beduidt.
Maar het wordt nog mooier
De zonderlinge fantast A. Schrieckius meent mede, dat
de naam verklaard kan worden uit den aard van het land.
„Waylaegere" noemt hij 't eiland, omdat het land van alle
kanten aan het geweld der winden is bloot gesteld. De ge
leerdheid voert soms tot razernij.
In Beka vinden wij vermeld, dat zich in Walcheren 't beeld
van Mercurius,- Walcher geheeten, zich bevond.6)
Mercurius werd, aldus vertelt ons Smallegange, als be
schermer vereerd tegen overstroomingen. Vandaar, dat hij
den naam van „walleheer" droeg. „Wallen" beteekent bij
ons „stranden". (Vergel. aan wal kruipen, aan lager wal,
enz.).
Zoo hebben wij voor ons liggen tal van gissingen, die geen
van allen den toets der critiek kunnen doorstaan, behalve
wellicht de laatste. Eigenaardig is het om te zien, hoe de
geleerden in de Middeleeuwen steeds op het Latijn terug
gingen, hoewel hun kennis van deze taal niet groot was, ter
wijl zeden en gewoonten der Romeinen voor hen een geslo
ten boek waren.
Later brengt men dan oud-Hollandsch, Friesch, Deensch,
Engelsch, ja, wat al niet, bij te pas.
Maar waar de vergelijkende taalwetenschap nog niet be
stond, zijn hun gissingen van nul en geener waarde.
D. A. DE STOPPELAAR.
J. R. W. SINNTNGHE.
Hugo Floiasensis Chronijke van Lothering
oude Goudtsche Kronyxken.
Levinus Lenius de oxulti nat. mir.
uit den volksmond.
Boxhorn Chron. v. Zeel.
Schrieckius Origin. CeltoBely.
Beka Chron. epix. Ultraj.
Veel lezers van „Ons Zeeland" zullen wel eens willen
vernemen, hoe men in den loop der tijden, het ontstaan der
namen van onze Zeeuwsche eilanden en steden, heeft ver
klaard.
Wij kunnen niet beter doen, dan te beginnen met den
naam van Walcheren. De middeleeuwsche kronieken J) mel
den ons, dat Walcheren ontstaan is toen Rome 214 jaar
Wasch de aangedane plaatsen met
warm water en Purolzeep; droog
dan voorzichtig af en doe er wat
Purol op. Herhaal dit eiken dag,
zoo lang het noodig is.