|p
Hoe men elders lacht.
f
AflsW*
De man, die te laat thuis kwam „Laat me er in, vrouwtje
ik kom juist van een partij-meeting waar we over de
staking nagedacht hebben."
Het vrouwtje „Nu, ga dan maar zitten en denk na over
de uitsluiting."
Hij „M'n beste kind, doe me het genoegen eens verstandig
te praten."
Zij „Dat genoegen zou ik je wel willen doen, als ik er maar
zeker van was, dat je me begreep.
Kwade boer „Wat doe je op mijn land?"
Professor „Ik maak kennis met de flora en de fauna van
deze streek."
Boer „Zoo, zoo Pas op, dat ik je niet snap, als je het
de meisjes van m ij n boederij lastig maakt
Matroos (tot den roeibooteigenaar, die tracht te verhinderen,
dat hij overvaren wördt) „Zeg, kerel, waarom probeer je ons
de haven weer in te duwen?"