|p Hoe men elders lacht. f AflsW* De man, die te laat thuis kwam „Laat me er in, vrouwtje ik kom juist van een partij-meeting waar we over de staking nagedacht hebben." Het vrouwtje „Nu, ga dan maar zitten en denk na over de uitsluiting." Hij „M'n beste kind, doe me het genoegen eens verstandig te praten." Zij „Dat genoegen zou ik je wel willen doen, als ik er maar zeker van was, dat je me begreep. Kwade boer „Wat doe je op mijn land?" Professor „Ik maak kennis met de flora en de fauna van deze streek." Boer „Zoo, zoo Pas op, dat ik je niet snap, als je het de meisjes van m ij n boederij lastig maakt Matroos (tot den roeibooteigenaar, die tracht te verhinderen, dat hij overvaren wördt) „Zeg, kerel, waarom probeer je ons de haven weer in te duwen?"

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 24