ONS ZEELAND 20 De Kraanstraat te Veere de vraag op, zoodat de lamp valt (Onthutst). Groote hemel.... daar gaat mijn lamp! (Ver slagen). Nou kan er niets van komen, lui. (Wre velig). Kijk dan ook uit je doppen, ezel KAREL (de beide papieren oprapend). Ik heb hen al Kerel, het spijt mij geweldig. Maar ik wil wel even een nieuwe lamp halen PAUL (listig). Ah.... daar zeg je zoo wat. Maar doe geen moeite. Ik spring op mijn motor en ga zelf even. (Tot Lottie). Als jullie mij tenminste even excuseeren willen KAREL (langs zijn neus weg). Natuurlijk. maar wil ik even gaan LOTTIE Of ik PAUL (gemoedelijk). Nee, nee, ik ga wel, maar beloof jullie mij, dat jullie niets aanraakt, hè KAREL en LOTTIE. Natuurlijk niet. We wachten hier en leeren onze rol alvast van buiten. PAUL (opgeruimd). All right Dan smeer ik hem (Af). Korte pauze, waarin Karei behoedzaam naar de deur loopt en aan het sleutelgat luistert. Lottie bekijkt de rommel om zich heen opnieuw en schudt het hoofd. KAREL (opgeruimd en handen wrijvend). Hm, ook een toeval, van die lamp LOTTIE (gaat naast hem staan). Wat bedoel je KAREL (verliefd). Nou ja, dat we nou even alleen zijn. Geen mensch die ons bespiedt. Ik hoorde zijn motor wegrijden.... (Legt zijn handen op haar schouders). Lottie.... LOTTIE (koket glijdt onder zijn handen uit). Ik ga zit ten, Kareltje, het kan wel een half uur duren. (Kijkt naar het filmtoestel op het tafeltje). Toch wel een reuze uitvinding, hè KAREL (zet twee stoelen heel dicht naast elkaar wre velig). Ach wat, daar deugt natuurlijk niets van. Heeft Paul ooit een echte uitvinding gedaan Dat gepruts met dien rommel LOTTIE Hij is nog jong Ik geloof vast, dat hij niet over dreven heeft KAREL (acteerend). Dat is waar ook. We moeten onze rol nog leeren. Pardon, dat schrift kan ik niet lezen. (Werpt de beide vellen papier weg). We zullen zelf een samenspraak bedenken. Wat zou je denken van Romeo en Julia LOTTIE (blozend). Jij met je Romeo en Julia Weet je niets anders KAREL (omarmt haar plotseling en kijkt haar diep in de oogen. Zij wil zich verzetten, doch laat hem spoe dig begaan. Verlegen). Wat bedoel je, Karei KAREL (lachend). Zullen we een.... hm.... liefdes scène spelen Ik heb een idee In vier talen LOTTIE (lachend). Waarom niet in het Chineesch KAREL Goed, begin jij dan Ik zal antwoorden Toe dan LOTTIE Je moet denken, dat we meteen gefilmd worden. Je dasje zit scheef KAREL (herstelt deze kleedingfout, neemt haar handje acteerend). Drukt er een vluchtige kus op). Ah, ich küsse Ihre Hand, Madam.... LOTTIE (meteen in haar rol). Then I'll be so happy KAREL Je zou in het Chineesch antwoorden LOTTIE Who? KAREL (herinnerend)Who Who stole my heart away LOTTIE (droomerig). Who makes me dream all day KAREL Dreams, I know, can never by true LOTTIE (vroolijk). Is het werkelijk waar? KAREL No, no, Nanette LOTTIE (vertellend). Oude mop, zeg, van Nanette. KAREL (negeerend). Vous-êtes la reine de mon coeur LOTTIE Wat ben je poëtisch vandaag Verliefd KAREL (hartstochtelijk). It's only for you, that I dream as I do. LOTTIE When ever youre far away! KAREL (smachtend). It's only for you, that I'm lonely and blue. LOTTIE (vroolijk). Ach kom KAREL But that will come right one day LOTTIE (koket). Denk je KAREL (lachend, drukt haar tegen zich aan). Because, I love you LOTTIE Ich liebe dich KAREL (plotseling). Meen je dat LOTTIE Oh, we waren toch aan het akteeren KAREL Dat was ik al weer vergeten. Lottie, kijk me eens eerlijk aan. Lieveling. Ik heb je lief, ik houd van je. LOTTIE (wijfelend). Ik begrijp niet.... Meen je nu wat je zegt.... of speel je comedie. (plotseling smartelijk). Denk aan verleden jaar, Karei.... toen waren je woorden wèl comedie KAREL (ernstig en hartstochtelijk). Dat was dom van mij, van toen, lieveling; maar ik zweer je.... ik meen het -nu. Al weken lang heb ik op een gelegenheid gewacht. Je hebt het wel ge merkt, ik zie het aan je oogen. Ik heb je zóó lief, kleintje.... Vergeef mij die fout van toen en fluister mij eens in het oor. Wil je mijn vrouwtje worden LOTTIE (onder den indruk en in-gelukkig drukt zich tegen hem aan en fluistert hem in het oor) Ja,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 20