Moeders, zet op elke
KON. DRUKKERIJ
6. W. DEN BOER
Levert alle soorten
DRUKWERK
ONS ZEELAND
S
den Bijbel te onderwijzen, Het spreekt wel vanzelf, dat
dit alles slechts geleidelijk tot stand kwam. Talrijke on
derwijzers werden slachtoffer van Alva's rechtbank zoo
b.v, de Middelburgsche schoolmeester Anthony Willemse,
die niet alleen de Calvinistische leer had onderwezen, maar
ook de Geuzen daadwerkelijk hulp had verleend. Hij werd
gestraft door verbanning en confiscatie van zijn goederen.
Het godsdienstonderwijs werd nu het voornaamste punt
van het program. Het onderwijs werd georganiseerd door
de kerkelijke vergaderingen, hoewel natuurlijk de overheid
de baas bleef. Verschillende vragen worden in deze ver
gaderingen opgeworpen, zooals we b.v. in de Handelingen
der Synode te Middelburg (1581) kunnen zien. Daarin lezen
we onder meer ,,De Gemeenten zullen toezien, dat er
Schoolmeesters zijn, die niet alleen de vrije konsten en de
spraaken leeren, maar ook de Theologie en de Catechismus,
ende haare Toehoorders ende Discipelen in de vreeze des
Heeren onderwijzen". Ook werd hier de vraag gesteld,
hoe de onderwijzers geëxamineerd moesten worden. Dit
werd opgedragen aan de Classis.
Geest en methode van het toenmalig openbaar onderwijs
wil Dr. de Planque met dat van de bijzondere inrichtingen
van onderwijs op den grondslag der Gereformeerde begin
selen vergelijken maar er waren veel wantoestanden. De
schooltijden begonnen en eindigden met gebed. In de school-
ordonnantie van de Staten van Zeeland vindt men „Ende
ter uyre vande 't samenkomste ter scholen, ende voor het
scheyden uyt de scholen, oft 't Huys gaen, sullen sij die
gheheele Jonckheyt op haer knyen liggende, de voorsz.
Gebeden overluyt ende onderscheydelijck naer gelegent-
heyt, bij beurte laten opseggen".
Van psalmzingen wordt nergens melding gemaakt, maar
dit was zoo gewoon, dat vastlegging in een ordonnantie
overbodig zal zijn geweest.
Typeerend voor het onderwijs in dien tijd was, dat
meergevorderde leerlingen de achterblijvers bij hun lessen
moesten helpen. Van deze methode werd dikwijls mis
bruik gemaakt door de schoolmeesters, omdat zij een deel
van hun werkzaamheden op de kinderen konden overdra
gen. De schoolordonnantie van de Staten van Zeeland ver
biedt deze methode dan ook, o. a. in de volgende woorden
„Ende (de schoolmeesters) sullen oock ghehouden wesen,
allen den kinderen hare Lessen ende Composition selver te
hooren, af te nemen, ende te corrigeren....".
De schoolmeester handhaafde tijdens de lessen de orde
en verrichtte administratieve bezigheden de kinderen leer
den hun lessen en werden een voor een overhoord. Er valt
dus van klassicaal onderwijs niet te spreken. Er was een
vaste methode voor het opzeggen. En wee het kind dat zijn
les niet in de puntjes kende Plak en roede waren altijd
bij de hand.
De hoofdvakken, waarin les werd gegeven, waren schrij
ven en rekenen. Verder werden goede manieren en de Chris
telijke religie onderwezen.
Overigens was er geen eenheid in het onderwijs. Er wer
den allerlei soort boeken gebruikt, zooals bijv. bij het lezen
de Catechismus. Speciale leerboeken waren er feitelijk
niet en wat er nog was, of later kwam, bleek meestal
voor kinderen ongeschikt. Het schrijven was ook een be
langrijk vak. Soms werden hierin wedstrijden gehouden,
waaraan prijzen waren verbonden.
Maar het schoolmeesterschap stond op een laag peil.
Er werden geen uniforme eischen. gesteld men moest door
gaans nemen wat men krijgen kon. Dit blijkt ook uit het
ontstaan van aparte rekenscholen. Het rekenen was echter
voornamelijk practisch bedoeld het was in de 16e en 17e
eeuw in hoofdzaak cijferen.
Aan het godsdienstig element in het onderwijs werd wel
het meest zorg besteed. Zoo ging des Zondags ook de school
meester als geleider met de kinderen naar de kerk.
Maar niet alle schoolmeesters voldeden in de practijk.
In de kerkelijke acta van Vlissingen (11 Nov. 1580) staat
te lezen „Also door dien dat de kinderen weynich in de
schole, so wel de groote ende gemeyne als particuliere
daertoe gehouden worden dat sij des Sondachs in de Kercke
comen om den Christelijcke Catechismus op te seggen,
grote ergernissen tot oneer van dese stadt gegeven wert,
is goet gevonden dat men mijn Heere van de wet in de naeste
weecke aenspreecken sal, dat hem believe alle schoolmees
ters op te leggen sulckx te verbeteren ende tot weringe
van alle schandael de kynderen in de Catechismus onder-
wijsen ende ter Kercke leyden".
Als het zóó in de steden was, dan zal de toestand op het
platteland nog wel meer te wenschen hebben overgelaten.
Met de Hervorming nam het gebrek aan schoolmeesters
zeer toe. Immers, was er tot nu toe alleen onderwijs ge
weest voor de kinderen van hen die dit konden betalen, nu
werd onderwijs voor allen geëischt.
Het peil bleef dan ook laag, zooals uit klachten blijkt.
Zoo klaagde men over Katholiek gezinde schoolmeesters,
ook over onbekwaamheid en levenswijze. Verschillende hiel
den kroegen, waar zij 's nachts met jonge menschen drink
gelagen hielden anderen weer leefden de ordonnantiën
niet na.
Vooral Joannes de Swaef, de Middelburgsche schoolmees
ter, ageert tegen de slechte elementen bij het onderwijs. Hij
waarschuwt de ouders, dat zij moeten toezien, waar zij hun
kinderen heenzenden, Hij geeft ook verschillende eischen,
waaraan de schoolmeester moet voldoen. Hij moet godzalig
zijn, maar vooral ook zijn vak kennen. „Want hoe kan een,
die selve niet geleerd en is, een ander wel geleerd maken
Den slijpsteen maeckt wel de bijle scherp, en blijft selve
bot, maer evenwel en is noyt ghesien, dat yemand een
ander vernuft in konsten gemaeckt heeft die selve plomp
was".
Hij dringt aan op het naleven van de ordonnantie van
1591 en critiseert het uitoefenen van bij-ambten.
Met den val van Antwerpen in 1585 vond men onder de
genen, die naar het Noorden vluchtten, veel schoolmeesters,
die zich in onze provinciën kwamen vestigen. Het waren
meestal bekende menschen op onderwijsgebied zooals Jo-
han Coutereels te Middelburg, bekend om zijn rekenboekje,
dat op veel scholen werd gebruikt, en David Roelands te
Vlissingen, die werken over calligraphie schreef. De Swaef
hoorde ook onder de vluchtelingen. In Middelburg vond men
in 1591 zelfs 22 menschen, die bij het onderwijs betrokken
waren, de meeslen van hen waren Zuid-Nederlanders. Dit
was echter een uitzonderingstoestand. Zij vereenigden zich
in hetzelfde jaar tot een gilde waarschijnlijk naar het
voorbeeld van Antwerpen. Maar dit vond in ons land, bui
ten Leiden, geen ingang. De schoolmeesters werden geëxa
mineerd door de classes predikanten inspecteerden vooral
het onderwijs. Zoo zien wij, hoe het lager onderwijs zich
langzamerhand ontwikkelt. Maar het heeft toch nog
lang geduurd, voor het woord van Valcooch „Een school
meester sal wesen een sachtmoedich man", van ideaal tot
werkelijkheid werd. Want er zullen er maar weinigen
onder de lezers van de oudere generatie zijn, die nooit
eens hebben kennis gemaakt met de straffende hand van den
onderwijzer al waren plak en roede dan reeds lang ver
bannen.
waschtafel of slaapkamer een doos
of tube Purol, dan hebben ook Uw
man en kinderen het des avonds
en des morgens voor de huid en
het onderhoud der handen alsmede
voor haarverzorging en scheren
altijd bij de hand staan.
De belooning eener goede daad is, haar verricht te hebben.
Lange St Pieterstr. F 33,
MIDDELBURG