xllDDELBUtó ItÊLi34ö AftSEDELtTJIW VAN RIJ N S Dc b'su MOSTERD 4é Zomermantels Zomerjaponnen 8 ONS ZEELAND 3J7 EEN GOED VOOR- JAARSCOSTUUM No. 351. In dezen tijd van het jaar kan het weer soms te mooi zijn voor 'n wintermantel, maar ook te frisch voor het zoo juist gekochte zo merjaponnetje. Dan rijst de groote vraag wat zullen we dra gen Niets is op dat moment meer op z'n plaats dan een japon als de hier afgebeel de. Zij is van een zwarte wollen stof, met geheel gesloten hals, waarop een kraag-sjaal geplaatst is van grijs veulen, in drie strooken telkens in tegengestelde rich ting aan elkaar gezet. Vanaf den linker schouder tot op de borst wordt 'n druk knoopsluiting aange bracht. De rok heeft een heupband mid den daarover is een ceintuurtje geplaatst, dat in de linkerzijde over een kleinen af stand niet vastgezet is, om het einde van den kraagsjaal door te laten. Kleine slip jes kenmerken de ein den der mouwen, ter wijl, om ruimte te scheppen, den rok 'n overslaand voorpand is gegeven. Er zijn vrouwen, die meer geven om de geschenken, die zij van „hem" krijgen. dan om ,,hem"-zelf. RUIME KEUZE Effen Wol-Georgette, Zijde, stoffen, Fantasie Wol-Georgette, Crêpede Chine, Veloutine, Mousseline ZOMERJAPON No. 357. Een charmant en niet al te gecompliceerd model waarvoor een van de vele bedrukte crêpes de chine als stof kan worden ge nomen. De rok be staat uit vijf strooken waarvan de vier bo venste zijn gegar neerd met een gepli- seerd strookje van dezelfde stof. Een dergelijk strookje ziet men eveneens langs de manchetten der mouwen en aan het kraagje. Dit laatste is van een effen crêpe de chine in een van de kleuren van het druk- patroon. HET „NIEUWE". Het nieuwe trekt ons meestal met onweer staanbare macht aan. Het nieuwe wekt on ze geestdrift en voor het nieuwe plegen we al onze energie aan te wenden. Het begin van een nieuw werk vooral, vermag zelfs bij trage naturen een zekeren ijver te wekken waar door de hoogste pres taties verkregen wor den. Een nieuwe ar beid is dikwijls de spoorslag om 't beste te geven wat in ons is en om ons karakter op te voeren tot een uiterste hoogte punt. Ook bij kinderen is dat zoo. Het kind, dat pas op school is, legt een verbazingwckkenden ijver aan den dag. Met een haast ongelooflijke vlugheid neemt het alles wat het te leeren krijgt, in zich op. En het vindt, dat het veel te langzaam gaat. Het hunkert naar meer leerstof om het in haastig tempo in zich op te nemen. Vandaar, dat veel ouders hun spruiten als een soort van wonderkinderen be schouwen, wat toch geens- zins waar is. Het jonge kind wordt aangetrokken door het nieuwe en de be vattelijkheid van het kind in de eerste schooljaren is grooter dan in de latere. En wanneer die leerstof, welke steeds moeilijker en zwaar der te verwerken wordt, zich dan ten gevolge van hun innerlijke zwaartekracht niet meer op deze lichte, luchtige wijze laat beheerschen, dan valt het met wijsheid volge propte kinderhoofdje lusteloos neer en dan treedt er meestal een tijd van absolute onmacht en stilstand in. Evenzoo gaat het met groote kinderen, welke hun eerste ervaringen van hun beroep gaan opdoen. Met kloppend

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 8