7-0 ff
T-^/
ONS ZEELAND
19
poort gingen om daar gereedschap of materialen te halen.
Dat werd de grondslag voor het plan tot ontsnapping. Door
nauwkeurig aandacht te schenken aan allerlei kleinigheden,
werd men gewaar, dat een van de twee wachten op bepaalde
dagen van de week gedurende een kwartier of iets langer
afwezig was om de couranten te gaan halen. Dit korte
oogenblik diende men dus te gebruiken de waakzaamheid
van één wachter zou gemakkelijker zijn te verschalken dan
die van twee. Het uur, waarop de ontsnapping zou moeten
plaats hebben, was tevens goed gekozen de commandant
stond eerst laat op, en eene ontvluchting in de ochtenduren
gaf het voordeel, dat men tijdig te Valenciennes kon zijn
om daar den sneltrein naar België te nemen.
Het plan werd dus opgemaakt en zorgvuldig uitgewerkt.
Slechts twee waren in het complot betrokken Dr, Conneau
en Charles Thélin, de kamerdienaar van den prins, dien men
hem had gelaten. Maar deze beiden waren slechts tot eenige
jaren gevangenisstraf veroordeeld, hun tijd was om, en zij
bleven vrijwillig den prins gezelschap houden. Zij waren
dus min of meer vrij in hunne bewegingen, al waren zij, in
verband met het feit, dat zij regelmatig met den prins ver
keerden, aan begrijpelijke beperking onderworpen. Thélin
vroeg op een goeden dag het gebruikelijk verlof om zich
naar St. Quentin te begeven de bedoeling was, dat op het
oogenblik, dat hij gereed stond te vertrekken, de prins
eveneens aan de poort zou komen, maar natuurlijk goed
vermomd en verkleed. Daardoor zou Thélin de gelegenheid
hebben om de blikken van de lieden van de wacht op zich
te vestigen, terwijl mede afgesproken was, dat hij met Ham,
het hondje van den prins, dat de lieveling van alle soldaten
was, zou spelen. Zelfs zou Thélin op die wijze gemakkelijk
het woord kunnen richten tot al degenen, die den werkman,
als hoedanig Louis Napoleon zich zou vermommen, zouden
willen aanspreken.
Intusschen, lang duurden de werkzaamheden niet zij
liepen reeds naar het einde toen het plan was uitgewerkt.
Op Zaterdag 23 Mei zou de prins trachten te ontsnappen,
maar op dienzelfden dag kreeg hij bezoek van personen uit
Engeland, welk bezoek hij natuurlijk niet kon weigeren. Het
was tegenslag, waarvan men intusschen in zooverre partij
trok, dat den vrienden werd verzocht hun paspoorten aan
den kamerdienaar te leenen. Deze kon op dit Engelsche
paspoort gemakkelijker paarden bestellen voor een kieine
reis, hetgeen, ware het door Thélin op eigen naam gebeurd,
argwaan zou hebben gewekt. Op Maandag 25 Mei was alles
voor de ontvluchting in orde. De prins, Dr. Conneau en
Thélin stonden, achter de gordijnen van het raam verborgen,
met groote spanning de bewegingen der werklieden gade
te slaan. Langs een haag van soldaten gingen zij binnen,
en onmiddellijk begaf de prins zich aan het werk. Aller
eerst werden hem de snorren afgeschoren hij trok over
zijn gewone kleeren een groot linnen hemd aan op de
gewone wijze door een riem opgehouden en van een blauwe
das voorzien. Over de eerste blouse ging een tweede, die
in zeer slechten staat verkeerde en doorweekt was van
specie. De rest van het costuum was naar verhouding, en
uiteraard werd niet verzuimd een pruik te gebruiken, die
aan den prins een geheel ander voorkomen gaf. Hij tooide
zich met slechte, vuile schoenen, nam een steenen pijp in
zijn mond, en een plank, geheel beverfd, op zijn schouders.
Aldus uitgerust, stond hij gereed om den slag te wagen.
Het kwam er nu op aan om tusschen de arbeiders door
te gaan. Want de soldaten mochten alle de arbeiders niet
bij naam en van aangezicht kennen, de werklieden kenden
elkander wel, en zij zouden onmiddellijk een onbekende
bespeurd hebben. Maar Thélin wist raad. Het was zeven
uur in den ochtend, en hij riep de arbeiders, die zich op
de trappen en de gang bevonden, en noodigde hen uit een
kop koffie te komen drinken. Gaarne gaf men daaraan
r- J
Meliskerke.
gehoor, en op hetzelfde oogenblik ging de prins, de plank
over den schouder, de trap af. Nu waren natuurlijk de
beide wachten op hun post, zij zagen eerst Thélin voorbij
gaan en wenschten hem goede reis. Deze deed alsof hij
een der beiden nog iets bijzonders had te zeggen trok
hem een weinig op zijde en maakte het zou Louis Napoleon
mogelijk om voorbij te manoeuvreeren, zorg dragend, dat
de andere wacht hem, tengevolge van de plank die hij
droeg, nauwelijks in het gelaat kon zien. Maar vlak achter
hem kwam een der andere werklieden de trap af een
slotenmaker, een vroolijke jongen, die gaarne met ieder
een praatje maakte. Reeds riep hij den gewaanden collega
wat achterna, toen Thélin ingreep en op handige wijze een
middel wist te vinden om hem naar boven te doen terug-
keeren.
Toen de prins den eersten schildwacht moest passeeren,
liet hij zijn pijp uit den mond vallen en moest zich bukken