msi.i
Correctie O.Z.-Prijsvraag
ONS ZEELAND
Schaken.
No. 23. 8 Juni 1929.
fm<w
Dammen.
No. 23. 8 Juni 1929-
15
Verzoeke alle brie
ven betrekking
hebbende op deze
rubriek te rich
ten aan den heer
A. J. C. Nordlohne.,
Ravelijn 2, te Goes
Probleem No. 23.
F. SIMCHOVITCH.
Zwart (9).
m. wm.
abcdef g h
Wit (11).
De stand is
Wit Ka6, Db3, Td3 en g3, Lbl en d4,
Pe6 en g7, pi. a4, e3, h5
Zwart Ke4, Dfl, Tf2 en h6, La8, Pgl,
pi. a5, g2 en h7.
Wit begint en geeft mat in twee zet
ten.
Oplossingen worden gaarne ingewacht
vóór 20 Juni e.k.
Oplossing van No. 20 (E. Zepler).
Lh2 Td8. 2. Lc7 Tc7:. 3. De6: mat.
2. Lc7 Tb8. 3. Dd6 mat.
.2. c4f. 3. Dc4: mat.
.2. onversch. 3, Db7 mat.
Te8. 2. Lh7 onversch. 3. Le4 mat.
a4. 2. Da4: onversch. 3. De4 mat.
Een aardige tempo-driezet.
De volgende partij is gespeeld in Aug.
1928 in het schaaktournooi te Kissingen
tusschen Mieses (wit) en Nimzowitch
(zwart).
Nimzowitch opening.
Wit, Zwart.
1. e2e4. Pb8c6.
2. Pbl—c3. e7e6.
3. d2d4. d7—d5.
4. e4Xd5. e6Xd5.
5. Lele3.
Deze zet is al heel weinig agressief.
5Lc8—f5.
Zwart valt direct aan, geheel in de lijn
van Nimzowitch.
6. Lfld3. Pg8e7.
7. Pgl—e2.
Beter was eerst h3 en dan Pf3 te spe
len.
Hoewel Mieses ook wel van aanvallen
houdt,schijnt hij zich nu maar op verde
digen toe te leggen. Hij komt dan ook
geen moment tot aanval.
7Pc6b4.
8. Ld3Xf5. Pe7Xf5.
9. Le3—f4. g7g5!
10. Lf4d2.
Wit is nu al aan banden gelegd. De
dame, paarden en looper kunnen haast
niets doen.
10Lf8e7.
11. Ddl—cl. f7—f6
12. Pc3—dl.
Beter was eerst g3 en f4 te spelen.
12Pb4c6.
13. c2—c3. Pf5h4.
14. Pdl— e3. Dd8d7.
Alles wordt weer bij wit vastgezet.
15. Delc2. f6f5.
16. f2—f4. 0—O—0.
17. 0—0—0. Th8—f8.
18. Tdlfl. Td8—e8.
Zwart stelt zijn troepen op ten aanval,
terwijl wit maar wat schuiven moet.
19. f4Xg5.
Wit moet toch wat doen, doch speelt
in de kaart van wit.
19Le7Xg5.
20. Pe2—f4. Pc6—e7.
21. Kcl—bl. Lg5Xf4.
22. TflXf4. Pe7—g6.
23. Tf4—f2. f5—f4.
Dit moet wel, want er dreigde g3.
24. Pe3—dl. Dd7—g4.
25. Ld2—cl. Ph4—f5.
26. Thl—fl. Pf5—d6.
Dit paard gaat nu een prachtigen stand
innemen op e4 of c4.
27. h2—h3.. Dg4—g5.
28. Tf2—e2. Te8—e4.
29. Te2—f2. Tf8—e8.
30. Dc2—d3. Pd6—f5.
31. Tfl—gl.
Wit wil g3 spelen, doch krijgt geen ge
legenheid daartoe.
31Pf5g3.
Nu wordt punt e2 op den korrel ge
nomen. Zie nu volgend manoeuvre van
de zwarte dame.
32. Lel—d2. Dg5—f5.
33. a2—a3. Df5—e6.
34. Kblal. De6c6.
35. Dd3—f3? h7—h5.
36. Kal—a2?
De dame had weer naar d3 moeten
gaan.
36Dc6b5.
Nu is d3 in beslag genomen.
37. Ka2al. Pg6h4.
Zwart geeft op, daar de dame genomen
wordt.
Probleem No. 23a.
C. TH. HUIZER.
Zwart (9).
2 3 4 5
48 49
Wit (9).
De stand is
Zwart 7, 14, 16—18, 20, 23, 26, 30.
Wit 27, 31—33, 37, 38, 40, 45, 49.
Wit begint en wint.
Weliswaar heeft zwart na wit's eer
sten zet keuze, doch moet natuurlijk die
zet spelen, die hem voor onmiddellijk
verlies behoedt.
Oplossingen van dit probleem, alsmede
van No. 23b, worden gaarne ingewacht
vóór 20 Juni e.k.
Oplossing van No. 20a.
25—20 47—41 44—39 48—42
15X24 36X47 33X35 18X40
42X33
5 6 45X32 en wint.
47X29
Een mooi probleem. Het uitlokken van
de 2 damzetten is mooi gevonden. In-
plaats van de 2 schijven op 17 en 27 had
de auteur er ook één op 7 geplaatst kun
nen hebben.
No. 20b.
28—23 26—21
1 2 3 33X15
19X23 16X18
De eerste zet van zwart is gedwongen.
Goede oplossingen werden ontvangen
van W. Dommisse te Bergen op Zoom.
Hieronder volgt nog een gemakkelijk
probleem.
No. 23b.
Zwart (8) 1, 11, 6, 7, 9, 13, 14, 29.
Wit (8) 18, 21, 26, 27, 39. 42, 48, 50.
Wit begint en wint.
Bij het afdrukken van dit nummer bleek
dat er een fout in de prijsvraag No. 21
is geslopen. Het eerste getal is niet
4303 maar moet zijn 4302.