DM5 1 W WIND iriKWWlAfiltli ay//// -rrr 16 ONS ZEELAND 5 Juni. Onze moestuin heeft vandaag een wonderbare oogst opgeleverd. Naar waarheid kan ik verklaren, dat ik er het volgende uitgehaald heb twee kilo postelein twin- tig bosjes radijs vijf pond aardbeien zes bloemkoolen een half mud aardappelen zes bundels asperges twee pond raapstelen acht bos rhabarber 'n gelijke hoeveelheid prei en eenige manden sla. Het geviel namelijk, dat heden morgen het paard van den groentenkoopman op den hol ging met den achter hem gespannen wagen en bij 'n aanrij ding met ons tuinhek, 'n gedeelte der lading op mijn domein sloeg. Het recht van strandvonding is een mooi iets. Ik zal er eens n verhandeling over schrijven. Wybo heeft heden zijn wetenschappelijke kennis buiten gewoon verrijkt. De leeraar in de staathuishoudkunde heeft de onthulling gedaan, dat de kolbakken van de adjudant onderofficieren der Koninklijke Marechaussee van zeekal- verenvel vervaardigd worden. ,Jfn E,en belanëriike dag voor Nederland. De bij Ko ninklijk Besluit van 18 Februari 1917 (St.bl. 148) benoemde opperkeurmeester, van gekaakte haring te Vlaardintfen heeft een protocol uitgevaardigd, waarin hij met al den verschuldigden eerbied, doch met den meesten aandrang plechtig verzekert, dat de op 18 Mei j.l, aan de Koninklijke familie gepresenteerde Hollandsche nieuwe haring, wel de gelijk nieuwe haring is geweest. Hiertegenover staan nu de wetenschappelijke verklarin gen van de professoren Visscher en Spiering, dat versche Hollandsche maatjesharing niet eerder iiTde Noordzee ver schijnt dan einde Juni. Een geweldige strijd tusschen practijk en theorie staat ons nu te wachten. De oplossing der kwestie wordt ont zaggelijk bemoeilijkt door de omstandigheid, dat de leden ^a^b°ns Koninklijk Huis de haringen reeds geconsumeerd Groote verwikkelingen worden tegemoet gezien. 7 Juni. We zaten vanmiddag gemoedelijk te boomen in „Taveerne Stortebecker" toen een van de heeren, die in Canada een neef had wonen, ons vertelde dat ze in dat land een doodgewonen hamer den naam geven van „Ame- rikaanschen schroevendraaier Dat deed in mijn steeds wer kend brein een gedachte ontspruiten. Onmiddellijk ging ik huiswaarts. U moet weten dat ik, wanneer mijn bovenkamer niet in orde is, steeds mijn bivak opsla in een rommelver- trekje en daar stoot ik dan nogal eens vaak mijn teenen aan n uitstekend schroef draad je, dat zich met 'n nijptang niet vermurwen laat. Maar met den hamer zou 't wel beter gaan, dacht ik direct. Een geweldige klap op het hinderlijk voor- werp gegeven. Inderdaad schoot het naar beneden en in den salon viel de electrische kroon er verder mee omlaag. 8 Juni. Liesbeth is vanmorgen op reis gegaan met de plaatselijke afdeeling van de huisvrouwenvereeniging. Sien- tje is de huishouding toevertrouwd. Ze mag zoo min mogelijk breekbare dingen in haar handen nemen en ik moet afwas- schen. Het diner is juist geen succes geworden. De groente had veel weg van zeewier of eendekroos en toen de jus opgediend werd, zei Jossie, dat hij nog steeds geen lever traan lustte. Op mijn boterham kon ik niets krijgen om 12 uur. Met tranen in haar oogen vertelde het goede kind, dat ze voor mij en haar een haring had gekocht en dat de kat van de buren juist de mijne gestolen had. 9 Juni. Er is geen draadje nieuws in Europa. Alleen vertelde Breeduitstra me, dat hij van een rijken neef een flink legaatje geërfd had. Je moet maar boffen. Ik heb ook eens een suikeroom gehad. En 'n goeie Die was zoo rijk, dat hij 1 Januari altijd zijn oude auto inruilde voor een nieuwe, omdat hij t vertikte om in een wagen van 't vorig jaar te rijden. Het stond er bijzonder goed voor ons voor, toen hij^ op zijn zestigste levensjaar gevaarlijke zenuwinzin kingen in zijn hoofd kreeg, maar 't sloeg helaas ten kwade en hij trouwde met de gezelschapsjuffrouw van wijlen zijn moeder. 10 Juni. Naar verkiezingsredenaar geweest. Hevige critiek op onze tegenwoordige maatschappij en roerende schildering van den toekomststaat. Het liep van 'n leien dakje totdat de spreker in onvervalscht Amsterdamsch vroeg, of de fergadering hem wilde toestaan dat hij sich- selve eene fraag stelde, want toen riep er iemand asjeblieft niet we krijgen dan toch maar een idioot antwoord. Tu mult slaande bewijzen heb de beenen genomen. 11 Juni. Wat vliegt de tijd. De vorige week was het nog maar den vierden. Bestuursvergadering bijgewoonl van de Wetenschappelijke vereeniging. Van een der afdeelin- gen was de interessante vraag binnengekomen of Victor Hugo een schrijver dan wel een sigaar was. Zal ernstig in de commissies worden onderzocht voor wij prae-advies geven. anV*. «ii l/Uta .ibfc. WATER GEVEN. Bij de verzorging onzer planten is het water geven, kort weg „gieten" genoemd, een der voornaamste handelingen, welke, hoe gemakkelijk zij ook worden verricht, onze groot ste aandacht vragen. Geen andere werkzaamheden zijn er die zóó eenvoudig schijnen als het gieten, dat in wezen vol onverwachte complicaties is, waardoor reeds menig lief hebber tot de grens der wanhoop gebracht werd. De vraag van den dag is dan ook „Hoe moet ik gieten?" en voor hen van wien het antwoord verwacht wordt, is dat een zeer moeilijk geval. Het is bekend dat n plant water noodig heeft, hoewel het vocht dat zij opneemt niet als voeding kan worden be schouwd, omdat zuiver water als zoodanig voor haar geen voedende bestanddeelen bezit. Het dient dan ook hoofdza kelijk als vervoermiddel van de in den grond aanwezige voedingsstoffen, welke in het water worden opgelost en zoo door de plant worden opgenomen. Zij worden door de plant gevoerd, waarvan de verschillende deelen het voor hen noo- dige er aan ontnemen, en ten slotte verlaat het water de plant weer door verdamping. Bovendien heeft het water dienst gedaan om de zachtere weefsels 'n zekere stijfheid te geven. In den zomer bij zeer warme dagen kunnen we dik wijls in den tuin zien dat, onder den invloed der zon ver- schillende planten slappe bladeren krijgen, die echter te^en den avond en zeker den volgenden morgen weer stijf staan. Dit komt omdat door den invloed der zonnewarmte er meer water verdampt dan de wortels kunnen aanvoeren. Er wordt dan een gedeelte van het in de plant aanwezige water ge bruikt, waardoor de spanning in het weefsel vermindert, wat de plant slap doet worden. Gedurende den avond en nacht als de verdamping veel minder is, wordt het tekort spoedig aangevuld. Komen er verschillende van die warme dagen achtereen, dan zien we de plant meerdere dagen slap worden zonder dat zij er schijnbaar van te lijden heeft. Alleen bij

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 14