M. SPIERING - LANGEDELFT - MIDDELBURG ONS ZEALAND 17 Jgpyy? Adamson doodt een kat! zeer langdurige droogte, als door het uitdroogen van den bovengrond de opname van water in te geringe mate plaats heeft, kan het voorkomen, dat de planten geen weerstand meer kunnen bieden aan de te sterke verdamping en nood lottig verdrogen. Het water ia dus voor de plant onmisbaar, maar toch zijn er tijden dat de behoefte er aan zeer gering is, n.l. als de plant in haar rustperiode gekomen is. Wie goed wil gieten, moet dus noodzakelijkerwijze volkomen met de levenswijze van de planten op de hoogte zijn. Want de een rust als de andere in vollen groei is. Ook moet gelet worden op den gezondheidstoestand der planten, want de ziekelijke hebben maar heel weinig water noodig. Maar er is nog meer wat in acht genomen moet worden en dat is de temperatuur van het water waarmede wij gieten. Het gietwater moet de temperatuur hebben van de omgeving, want wanneer het veel kouder is, zal de aarde daardoor te sterk afkoelen, waardoor de werkzaamheid der wortels ge stremd wordt, hetgeen een funesten invloed op den groei heeft .Evenzeer is het gieten met warm water af te raden, de wortels worden op tegen natuurlijke wijze tot grooter arbeid geprikkeld, wat niet anders dan tot verzwakking kan leiden. Rest ons ten slotte de vraag „met welk water moeten we gieten? Bij voorkeur gebruiken we daarvoor zuiver water dat rijk aan lucht is. Voor Zeeland met z'n „brak water", moet dat dus uit den regenput komen, maar in andere pro vincies met zoet water kunnen we ook rivier- of slootwater gebruiken zoolang het niet verontreinigd is. Leidingwater is nimmer erg aan te bevelen, omdat het arm aan lucht is en er dikwijls voor de planten nadeelige zouten in voorkomen. De zekerheid dat een plant al of niet moet worden bego ten, wordt slechts door ervaring verkregen. Natuurlijk als ze slap gaat hangen, weet iedereen het, maar zoo ver mag het niet komen. De goede verzorgster voelt als het ware dat de plant dorst heeft zonder precies te kunnen verklaren waar ze dat aan merkt. Een gemakkelijk hulpmiddeltje voor de beginnende is met den vinger tegen den pot te kloppen. Wanneer de klank dof is, dan heeft de plant geen gebrek aan water, klinkt het daarentegen helder, dan kunnen we er op aan dat de aarde droog is. Ook als de kleur der aarde grijs is, zegt ons dat er gebrek aan vocht is. We gaan dan gieten en dat doen we royaal, zoodat de geheele potkluit met water doortrokken wordt. Wie slechts 'n klein beetje geeft, loopt gevaar dat alleen de bovengrond vochtig wordt. De onder in den pot voorkomende wortels krijgen niets en de plant verdroogt bij een geregelde begieting Water geven, kinderlijk eenvoudig, iets wat iedereen kan, en men doet het zonder er veel aandacht aan te schenken. Volgende week zullen we er nog eens op wijzen welk een verantwoordelijke taak het is, want het succes van ons kweeken is voor een groot deel afhankelijk van goed gieten. G. BUDDE. Te koop in prima staat verkeerende ORIGINEELE BECHSTEIN PIANO Schitterend instrument COPYRIGHT P. I. B. BOX 6. COPENHAGEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 15