Doorzitten Stuk loo pen 1 PUROL Zonnebrand Adverteert in dit blad ONS ZEELAND Belhamels in een gemeenteraadZeeland trekt touristen hoe een Deen ons zag een ernstige beschuldiging in verband met de Zeeuwsch-Vlaamsche waterleiding. ^ez®rs Zuid-Bevelandsche nieuwsbladen hebben zich dezer dagen weer eens kunnen ergeren aan den ge meenteraad van het dorpje Kattendijke, onder den rook van Goes gelegen. Zooals men zich herinneren zal heeft deze raad al meer van zich doen spreken. Ruim een jaar geleden n.l. legde het college er zich op toe om den burgemeester, le,?P eigen gelegenheid een beslissing had genomen, waar in hij den raad had moeten kennen, weg te werken. Dit is toen met gelukt. Bij de bespreking der kwestie hebben we destijds gewezen op het karakter van dezen gemeenteraad en de zelfstandige handeling van den burgemeester welis waar niet goed trachten te praten, maar toch motieven voor zijn daad naar voren gebracht. Deze motieven putten we uit den onwil van enkele raadsleden om in het belang der gemeente werkzaam te zijn. Op den Kattendijkschen storm volgde een periode van betrekkelijke stilte, die wel verband zal hebben gehouden met het feit, dat de journalisten der Goesche bladen geen gevolg meer gaven aan de uitnoodiging der opstandige raadsleden om de zittingen bij te wonen. De i 0j0n za^en blijkbaar in dat lawaai-maken alleen nut had als de couranten er notitie van namen. Dezer dagen woonde een der Goesche journalisten echter weer een gemeente raadsvergadering in het genoemde dorp bij. Het resultaat was een lang verslag in zijn blad, vol minderwaardige be schuldigingen en uitroepen aan het adres van den voorzitter van den raad. De belhamels van het college hadden den beroeps-journalist opgemerkt en hun tijdelijke onderbroken schadelijke houding weer aangenomen. Uit het verslag, dat als t ware gevuld was met uitroepen als: „Dat lieg je", enz. bleek overduidelijk op welk geestelijk peil enkele vroede vaderen van Kattendijke zich bevinden, en tevens dat zij niet bij machte zijn zelfs de meest eenvou dige gemeentelijke zaken te begrijpen. De geheele zitting was, dank zij de belhamels, een gedaas in de ruimte. In kleine gemeenten valt het niet mee de raadszetels steeds behoorlijk bezet te krijgen. We maken ons evenwel sterk, dat in Kattendijke toch wel gegadigden voor den raad te vinden zijn die beter voor hun taak berekend zijn dan zij die thans het dorp in opspraak brachten. Hopenlijk zullen de kiezers in het dorp zich hiervan re kenschap geven X In Zeeland heeft het reisseizoen al een aanvang genomen. Verschillende bezoekers van andere streken van Nederland en ook buitenlanders, kwamen dit jaar reeds een kijkje ne men. Zoo vertoefden in de afgeloopen week op Zeeuwschen bodem de Finsche Volkenbondsleden, en eenige honderden leden van de Ned. Reisvereeniging, en in de maand Juli zijn we het bezoek van Zuid-Afrikaners uit alle deelen van Europa wachtende. We behoeven waarlijk niet meer te kla- gen, dat Zeeland door de rest der wereld nog te weinig wordt opgemerkt. Dank zij een goed onderhouden reclame en allerlei beschrijvingen in de pers zijn de schoonheden van ons gewest in breeden kring bekend geworden. Dezer dagen bevatte de „Telegraaf" wederom een zeer waardeerend artikel over Zeeland. Een der redacteuren had op uitnoodiging van het reisbuij^u „Zeeland" te Mid delburg een rondrit door Zeeland gemaakt, en zijn in drukken in zijn veelgelezen blad verwerkt. Ook dit artikel zal zijn oogst wel weer afwerpen. Verheugend is het, dat ook in de buitenlandsche pers van tijd tot tijd van Zeeland gewag wordt gemaakt. Zoo maakte Thomas Olisen Lokken, de bekende Deensche schrijver van Klaus Kjerg, het vorige jaar een trip door onze provincie. Over Middelburg schreef hij daarna o. a. .In Middelburg volgde ik den menschenstroom naar de groote markt, in de straten zie ik de heerlijkste rijtuigen, ouderwetsch overdekte wagens, geschilderd met lichte en stralende kleuren en met vurige paarden er voor. Hier zit een koetsier met het door het weer gebruind gelaat op den bok, een oude, vertrouwde knecht op de hoeve, die de dochter naar de markt rijdt. Hij wrijft geweldig nadruk kelijk onder zijn langen rooden neus, terwijl hij stilstaat. Maar nu stapt de jonge dochter uit. Ach, wat is ze mooi, frisch en rood in 't gelaat, een dochter der natuur, met een kleur van melk en bloed, lieflijker gelaat heb ik nog nooit gezien. De hoofdtooi is van de fijnste kant, het ruischt niet zooals bij de andere vrouwen, maar laat hals en ooren vrij. Ik zie de meest harmonische schouders en de lieflijkste borst die boven keurs en japon welft. Ik vergeet heelemaal naar de zware schoenen te zien en de dikke, leelijke bee- nen, zoo verrukkelijk is haar gezicht, zoo blauw zijn haar oogen, zoo vertrouwelijk haar glimlach, terwijl ze een jonge man begroet, die haar uit den wagen helpt. De oude knalt met zijn zweep, droogt nog eens de neus met zijn wijsvin ger af, Hij verdwijnt in het gewemel, nieuwe spannetjes duiken op, zeldzame openbaringen van verdwenen tijden, heel het oude, rijke Holland.... Het leven op de markt ontplooit zich op zijn best. Het groote plein is gevuld met kraampjes, waar van alles verhandeld wordt, uitgezonderd misschien koloniale waren. Ieder oogenblik worden de paar den en veulens getoond die verkocht moeten worden. Ze worden het plein rondgeleid, terwijl de kooplui in rijen staan en beoordeelen. De handel wordt later voortgezet in de herbergen waar de paarden gestald zijn. De dag gaat voorbij. De jonge mannen beginnen een meisje uit te zoe ken. Ze loopen veelal met vieren, twee jonge mannen met twee meisjes, nooit minder, dikwijls met achten op een rij, de straat versperrend. Eerst laat op den avond zie ik en kele paren alleen loopen, zacht pratend dat doet mij er aan denken, dat er in een Engelsch reisboekeje staat Het volk op het eiland Walcheren is erg terughoudend. Ze hebben de merkwaardige gewoonte, dat ze hun gevoelens pas toonen als het donker wordt. Hierin herken ik den hoer weer, en wel zooals hij in het barsche Jylland, ja, zeker langs de heele kust van de Noordzee tot in Frankrijk toe. Het is hetzelfde volk, dat langs deze stranden woont". Is dit niet een prachtige visie van dezen Deen Vermoedelijk zullen zijn lezers zich tot de stad, welke hier beschreven wordt, aangetrokken voelen, en velen zul len haar in hun reisplan opnemen. We mogen den Deenschen schrijver voor zijn werk weer dankbaar zijn. X De strijd tegen de Zeeuwsch-Vlaamsche waterleiding is in een nieuw stadium gekomen. Van allerlei vage beschul digingen aan het adres van hen, die de waterleiding voor staan, is de oppositie thans tot een omschreven aantijging overgegaan. De heer A. Th. 't Gilde, lid van den gemeen teraad van Axel, tevens lid der commissie van onderzoek van de Zeeuwsch-Vlaamsche waterleiding mij., heeft n.l.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 2