ONS ZEELAND
een adres aan den Minister van Arbeid gericht en daarin
enkele vragen gedaan, welke een ernstige aanklacht inhou
den, Uit de vragen zou moeten blijken, dat de heer J, G,
van Niftrik getracht heeft het raadslid Janssens uit Graauw
om te koopen, opdat deze in het belang der waterleiding
zou werken.
Een beschuldiging, die niet malsch is, zooals men ziet.
We zullen rustig het antwoord van den Minister afwach
ten alvorens over het onderhavige uit te weiden. Over eeni-
gen tijd zal er wel gelegenheid zijn om op deze aanklacht
(ze moge waar zijn dan wel onwaar) nader terug te komen.
UIT ZEELAND'S VEREDEN
De heer Van Dalsum die 1 Juni 25 jaar
brievengaarder te Serooskerke was.
5
door
D. A. DE STOPPELAAR.
De strijd op Zeeuwsche Stroomen.
VII.
Dat ontheft Mondragon van den blaam, door Oranje op
hem geworpen in 'n brief aan zijn broer Jan van Nassau.
Ondertusschen weet hij de vrijheid van de Rijk te bewerken.
Deze moedige Zeeuw was na den mislukten aanval op Tho-
len naar Gent gevoerd en daar met ketens van wel 60 pond
aan de beenen in een donkeren kerker gekluisterd. Hier
wordt hij eenige maanden lang onmenschelijk behandeld,
terwijl men van hem vergt, dat hij 's prinsen dienst verlaat.
Als hij dit echter met verontwaardiging weigert, wordt hij
naar het schavot gevoerd, waar reeds twee lijken hangen.
Doch onder de soldaten van het slot ontstaat nu een bewe
ging, naar men zegt verwekt door Mondragon's vrouw, die
toen in Middelburg opgesloten was en haar schreef dat men
moet trachten de Rijk te sparen, daar deze de poort is,
door welke hij uit Middelburg kan gaan.
Tenslotte is de Rijk dan ook op aandringen van Mon
dragon ontslagen.
De prins is hier echter niet mee voldaan en dringt op
vrijlating der vier overige gevangenen aan, in 't bijzonder wat
Aldegonde betreft. Daar Mondragon verklaart zich ter zijner
beschikking te stellen indien hij de Rijk terug zendt, keert
deze op Oranje's wensch naar den vijand terug, slechts
zekerheid verlangend, dat de 6000.die hij ten behoeve
der gemeene zaak heeft voorgeschoten aan vrouw en kin
deren, zullen worden terug betaald, voor het geval hij niet
zal weerom komen.
Zijn missie slaagt Aldegonde, die zich onder eede ver
bindt om binnen 7 dagen in z'n gevangenis terug te zullen
zijn, vertrekt in Augustus naar Rotterdam om met Oranje
over de loslating van Rossu te onderhandelen. Onverrichter-
zake moet hij terugkeeren en wordt tenslotte, na acht maan
den gevangen te hebben gezeten, den 15en October met de
Rijk en c.s. ontslagen. 2)
Door de onlusten waren vele regeeringsleden gevlucht of
op de schavotten van Alva omgekomen en de nieuw be
noemde konden niet zoo terstond te midden der moeilijkste
omstandigheden met den gang hunner betrekkingen ver
trouwd raken.
Met een enkel, woord hebben wij reeds melding gemaakt
van de provinciale staten, door den prins ingesteld.
Deze gewestelijke raad moet bij toerbeurt om de drie
weken te Zierikzee, Vlissingen of Veere vergaderen hij is
belast met 't uitvoerend bewind zoowel over burgerlijke als
militaire zaken en bepaaldelijk met bestuur en toezicht over
het zeewezen. Daarnaast blijft echter de oude Admiraliteits-
raad in stand wèl wordt het rechtsgebied van dat hof door
instelling van dezen nieuwen raad aanmerkelijk beperkt.
Want ofschoon hij tot op dezen tijd over alle zaken
betreffende het zeewezen uitspraak doet zonder eenige be
perking, wordt thans bepaald, dat hij slechts over buit
gemaakte goederen, de waarde van duizend gulden niet te
boven gaande, zal mogen beslissen. Tenslotte is hooger be
roep van zijn uitspraken bij den Gewestelijken Raad mo
gelijk.
Het groot belang van het zeewezen en alles wat daarmede
verband houdt, heeft den prins genoopt tot deze beperking
van de macht der Admiraliteit bovendien hoopt hij daar
door een meerderen invloed op het zeewezen te bekomen.8)
Thans acht Oranje 't den tijd, 'n aanslag op Antwerpen te
beproeven, nu hij over de heele Zeeuwsche vloot kan be
schikken. Reeds zijn in 't diepste geheim onderhandelingen
gaande tusschen hem en de Antwerpsche ontevredenen
reeds zijn er een 500-tal zijner aanhangers binnen de stad
gebracht, als alles verraden wordt. Jan de Vos, een predi
kant en nauw bij den aanslag betrokken, weet te ontvluchten
en geeft een nauwkeurig relaas van de terechtstellingen der
hoofdaanleggers, tè gruwelijk om hier mede te deelen.4)
Gelijktijdig met deze gebeurtenis heeft de slag op de
Mookerheide plaats en op dien zelfden dag, zoo noodlottig
voor Oranje en de zaak van 't bedreigde land, behalen de
Zeeuwen een belangrijke overwinning.
Requesens heeft den vice-admiraal van Haamstede gelast
met zijn vloot tusschen Lillo en Liefkenshoek te ankeren en
zich gereed te houden, in afwachting van een smaldeel dat
uit Spanje ter versterking is afgezonden. De Zeeuwen, hier
van onderricht, besluiten Haamstede te verrassen. Evert
Hendrikz, vooruitgezonden om den toestand te verkennen,
keert in triomf met twee wachtschepen terug. Dan zeilt ook
Boisot op de vijandelijke vloot af de laatste, in de meening
dat zij de bevriende schepen uit Spanje waren, trekken niet
snel genoeg terug voor de ook uit Zierikzee komende geuzen-
schepen.
,,Op de Schelde voorbij Rommerswael,
,,Quamen die van Zierickzee aensetten
,,Die van Antwerpen saghense altemael,
„Riepen, tzijn Vrienden om ons te ontsetten
„Daer mede waren zy in een Val. 5)
De vloot neemt nu ijlings de vlucht maar
,,Sy conden naer Antwerpen niet weder springhen
De lichte Zeeuwsche schepen, begunstigd door den juisten