UIT EEN JEUGD Herinneringen aan Zeeland door Zomersproeten ver dwijnen spoedig door een pot SprUtOl. Bij alle Drogisten Adverteeren doet verkoopen ONS ZEELAND wind, verhinderen dit. Twee groote Spaansche schepen en Haamstede zelf vallen hun in handen; eenige andere bo dems, aan den grond geraakt, worden in brand gestoken Van een achttal andere wordt de bemanning aan land gezet en hun schepen bij de Zeeuwsche vloot ingedeeld, hn die schepen, die den dans ontsprongen zijn worden zóo geha vend, dat zij gehéél onbruikbaar raken. „Vijf inde gront, dry in den liéhten brant, ,,Met vijftien Prijsen quamen sy aensetten, „Voor Vlissinghen seer triumphant, „De Heere van Heemstee sonder letten Vijsammirael van de Spaensche vloot „Wert ghesonden na de Prince minioot "Hondert twee Metalen stucken6] "Sachmen van de Spaensche schepen rucken. De Spaansche soldaten, die juist de overwinnig op de Mookerheide te Antwerpen vieren, snellen zoo uitgedost als ze zijn te wapen en rukken langs den slijkerigen dijk op de Zeeuwen aan. Diep in de modder vatten zij post en begroe ten hun vijand met geweervuur, doch kunnen evenals het hevig geschutvuur van het fort Oorddam dat door de Zeeu wen tot zwijgen wordt gebracht, Boisot den terugkeer be- lsttciii i Haamstede zelf wordt naar den prins in Delft opgezonden en daar gevangen gehouden. Van het verraad, dat de Span jaarden hem aanwrijven, heeft hij zich later volkomen weten te zuiveren,7) Het is hier niet de plaats om uit te weiden over het beleg van Leiden: alléén willen we even vastleggen, dat ook de Zeeuwen een ontzet-vloot uitrusten. De gouverneurs en de gewestelijke raad brengen daartoe bij wijze eener bede aan de vier steden (n.l. Zierikzee, Vlissingen Veere en Arne- muidenl gelden bijeen. En thans blijkt de eensgezindheid der Zeeuwen de Middelburgers, ofschoon weinig ingenomen met de beschikkingen van Oranje omtrent de voorkeurrech ten aan de drie andere Walchersche steden en nog met her steld van het langdurig beleg, hebben ze fs besloten boven het aandeel in de finantieele bijdragen, de stadsklokken te verkoopen en daarvoor scheepsgeschut aan te schatten, tiet algemeen belang staat nu bij hen op den voorgrond, waar voor alle bijzondere grieven moeten wijken zij, zoowel als de overige Zeeuwen, toonen „een bereidwilligheid om de Hollanders te helpen, die te opmerkelijker is, daar men in Zeeland nog altijd een Spaanschen aanval vreest. Begin September komt dan de vloot, die te Vlissingen en Zierikzee is uitgerust onder Boisot en Joost de Moor, te Rot terdam aan. Zij is met 8000 wakkere kerels bemand, die gewoon zijn Spanjaarden te overwinnen en geen genade aan degenen te geven, die in hun handen vallen. Volgens Hooft droegen zij allen „de teekenen van door gestane gevechten deze is den arm geknot, die den voet ol 't been kwijt. Eenige hunner voeren een zilveren maan op den hoed met het opschrift „liever Turksch dan Paapsch Boisot laat om het indringen der kogels te beletten de zij wanden der schepen van binnen met planken verdubbelen en de tusschenruimten met vochtige matten of huiden op- stoppen. Met de Zeeuwsche voorhoede^ is hij de eerste, die binnen Leiden raakt, waar hij uitbundig wordt toegejuicht. „In October den derden dach, „Boisot men met zijn Schepen sach „Binnen de Stadt van Leyden „De hongerighen creghen spijs, „Den Heer die sy danck ende prijs Tot aandenken aan hun krachtigen bijstand ontvangen Boisot en zijn bevelhebbers uit erkentenis van de stad ieder een gouden keten met eerepenning. Verschillende zaken van gewicht doen Oranje m Decem ber 1574 naar Zeeland gaan om een nieuwen aanslag op Antwerpen te beproeven hij treedt in verstandhouding met Neijen, die 't lukt binnen de Scheldestad 2000 man te bren gen. Reeds is te Vlissingen een vloot van 65 schepen uit gerust en tot voor Lillo opgevaren, als Requesens er de lucht van krijgt en Mondragon met zijn Walen onverwacht de stad doet bezetten. Oranje schrijft het mislukken der verrassing toe aan de bloohartigheid van de bevolking, ofschoon de Geuzen vloot nabij is. Wordt vervolgd). Archives TV, p. 7172. Corr. Guill. Ie Tac. T III, p. 397—402 Strada, de Bello Belg, lib. VIII, p. 457. De Jonge Gesch. Ned. Zeewezen, Dl. I, bl. 251253. Hooft B IX, bl. 351-352. Dr. E. T. Kuiper Het Geuzenliedboek Dl. 1, blz. iiU. Ibi'd bl. 221. Le Petit Chron. de Holl. T II, p. 278. Dr. E. B. Swalue daden der Zeeuwen, bl. 73. Dr. Kuiper bl. 235. JAN R. TH. CAMPERT. XXXII. Van deze hofsteden liggen er ettelijke halfweg Zoute- landeWestkapelle. Verscholen achter schum-oploopend geboomte, waardoor hier en daar de bonte weelde der stijve duizendschoon en het glinsterend koper der emmers te zien valt. En als ge veine hebt, staat er juist een struische boeren dochter de pannen te schuren, de stevig-bruine armen tot aan de ellebogen in het water. We hébben veine er staat een boerendochter. De donkere oogen karbonkelen in de rijpe gezondheid van het gelaat, dat vriendelijk omvat ligt in den teederen greep der smetteloos-witte muts. Een toefje donker haar krult uit de muts boven het voorhoofd mi een stijve rol, waarvan ter weerszijden de gouden kruJen. Maar de kralen heeft ze afgelegd, die hinderden te veel onder het werk, alleen een witte streep over den verbranden hals verraden hun bijna voortdurende aanwezigheid Ze zet de handen in de zij als zij het groen-geschilderde hekje hoort piepen en ziende dat het vreemdelingen zijn, veegt zijeven met de rechterhand langs het voorhoofd, raakt vluchtig de muts aan of die wel recht zit en droogt haar handen aan het blauw-grijs geruite werkschort. Of we een glas water mogen drinken? „Be jae, werom nie?" klinkt het in zangerig dialect en haar vriendelijkheid strekt zich nog verder uit Kom effe' in de bakkeete." Zonder antwoord af te wach ten duwt zij de groene onderdeur open, laat haar wit geschuurde klompen buiten staan en wat rest ons anders dan om zulk een even hartelijke als onverwachte uitnoodi- ging gevolg te geven We zitten gedrieën om de met zeildoek-bespannen tafel. Door de dunne gordijntjes schijnt de zon op de fel-roode geraniums die de vensterbank versieren en op de koperen tang en met koper-beslagen blaasbalg die naast de schouw

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 4