ONS ZEALAND
17
COPYRIGHT Pi 3 BOX 6 CQPENhaGT 'i'5
Adamson veroorzaakt een opstootje.
geschilderde hall binnen kwam en het schitterende antieke
trappenhuis zag. Ze leek een opgewonden kind, dat zijn
liefste wensch verwezenlijkt ziet.
Cullen, groot, knap, aantrekkelijk, met donker haar en
donkere oogen, keek vol bewondering naar de bezoekster.
Hij zag méér in haar dan een mogelijke koopster van zijn
eigendom, vóór alles zag hij de verblindend-mooie vrouw
en als hij geen arm man was geweest, zou hij met liefde
dit huis, waarin hij het beste van zijn kunsten had gelegd,
haar als offer aan haar schoonheid aangeboden hebben.
Maar de spoedige verkoop van het huis was een levens
belang voor hem en hij trilde van verwachting, toen zij
aan het einde van haar tocht door het huis, gezeten in den
gebeeldhouwden stoel, een van de antieke meubels, die hij
in de hall geplaatst had om het effect te verhoogen, haar
bewonderende blikken nog eens liefkoozend door de ruimte
liet glijden.
Ik vind het een droom van een huis. Schitterend ge
woon En die trap Daarom alleen zou ik het al willen
koopen, riep het meisje enthousiast.
Er werd gebeld. Stella sprong op en liep naar de deur.
Hoera Daar is Jim Tarrant.
De binnentredende was een groote man van begin dertig,
met een door de zon gebruind gezicht. Ze begroette hem
jolig als een ouden kameraad en stelde hem toen voor.
Beste Jim, ik ben blij dat je er bent. Dit is meneer
Gerard Cullen, de architect die dit huis verbouwd heeft,
een groot kunstenaar, een dichter in steen, hout en ijzer.
En tot Cullen zei ze
Dit is een van de leden van de advocaten-firma, die
mijn zaken behartigt. Meneer Tarrant, oud-officier van de
Garde-Artillerie en een heeleboel deftige dingen meer.
DE ANTIEKE TRAP
Naar het Engelsch,
van
MAUD STEPNEY RAWSON.
Het oude huis baadde in gouden zonlicht, van binnen en
van buiten. Een paar maanden geleden was het nog een
onaanzienlijke bouwval geweest, die vereenzaamd en ver
geten in de omgeving van Kew stond nu was het in- en
uitwendig gerestaureerd, blonk het verfwerk in heldere,
frissche kleuren en schemerde het witte pleisterwerk tus-
schen het groen van het geboomte.
Deze wedergeboorte had het huis te danken aan een
onbekend architect, Gerard Cullen, die de ruïne had ge
kocht en nu leidde deze er een aspirant-koopster rond,
juffrouw Stella Studley, een schatrijke jongedame, die ver
gezeld werd door haar vriendin en chaperone, Madame
Fantalini.
Het jonge meisje, dat al vol bewondering het huis van
buiten bekeken had, was verrukt toen zij de in roomig-wit