ONS ZEELAND
9
SPORT-IMPRESSIES.
Kampeeren.
De vraag, of kampeeren als een tak van sport is te beschou
wen, zal door velen ontkennend beantwoord worden En zij,
die zich op de juiste wijze rekenschap geven van het begrip
„sport", zullen zich scharen onder degenen, die het kampeer-
genoegen niet vereenzelvigen met sport. Zij kunnen gelijk heb
ben, maar.... zoolang men visschen, dammen, biljarten en dui
ven-wedvluchten sport noemt, meen ik, dat kampeeren als spor
tief vermaak het verre wint van deze amusementen en, meer
dan deze, aanspraak mag maken op verwantschap met de sport.
Waar het wezen der sport is althans behoort te zijn
levend, gespierd, krachtig en bruisend, daar is het logisch, dat
een visscher, die den geheelen dag op zijn dobber zit te kijken
en met zijn hengel manoeuvreert, minder als sportman is te
beschouwen dan het jongmensch, dat in God's vrije natuur
slaapt, eet, drinkt en dartelt en gebruind, gestaald en physiek-
gesterkt wordt door zijn verblijf in en rond zijn luchtige tent in
bosch of duin.
De kampeer-periode breekt weer aan. De voorbode's hebben
we reeds ontwaard in den vorm van geheele familie's, die, ge
wapend met tent en proviand, gedurende de weinige warme
dagen die ons kortelings ten deel vielen, hunne warme, be
nauwde woningen ontvloden en in de frissche, vrije natuur een
tentwoning creëerden, die hen in staat stelde, lichaam en geest
te versterken.
Straks zullen de kampeerders weer in dichte drommen zich
opmaken en hun tentenkamp opslaan De vacantie staat voor
de deur en padvindsters en padvinders, turners en allen, die
begrijpen, dat geest en lichaam in sportieve bewegelijkheid
kracht en weerstandsvermogen herkrijgen of bevorderen, trek
ken naar strand, bosch, duin of heide om met minimum-com
fort maximale genoegens te smaken.
Speciaal onze provincie Zeeland leent zich bij uitstek voor het
kampleven. De vele fraaie plekjes tusschen duin en in bosch-
rijke streken zijn de aangewezen oorden voor kampeerders en
nooden niet alleen den Zeeuw, maar ook de kampeer-liefheb-
bers van verre buiten Zeeland's grenzen tot een verblijf in het
heerlijke gemeenschapsbezit, dat Moeder Natuur voor onze
samenleving schiep. Grondbelasting, bouwpolitie, aanleg van
licht- en waterleiding, zij vallen buiten het kader van den
tentenbouw, die economisch geschiedt en geen eischen stelt
aan trant of constructie.
In onzen tijd van gejaagdheid en onrust wordt steeds meer de
drang merkbaar, om zich nu en dan eens geheel van het drukke
leven los te maken, zijne vacanties door te brengen in de
natuur, ver weg van alles wat aan het stadsgewoel en aan de
dagelijksche beslommeringen van den werkkring herinnert, ver
weg ook van ,,de menschen". Vrij te zijn in de natuur is de
leus, die zich meer en meer doet hooren het is vooral de leus
der „moderne nomaden" geweest, die weerklank heeft gevonden
in de verlangens van eiken rang en stand.
Reeds in 1908 brak de heer Wouter Cool, een bekend pro-
motoi*voor het tourisme, een lans voor het kampleven, d.w.z.
voor het kampeeren door toeristen, die hij „vagebondeerende
wielrijders" noemde, omdat zij hun huis, bed en keuken op de
fiets medevoerden In navolging van Engeland, waar zoodanige
vereeniging reeds lang bestaat, ontstond in 1912 zelfs de Neder-
landsche Toeristen Kampeer Club.
Zoo is dan in ons land de mogelijkheid gerijpt en uitgegroeid,
zijne vacanties op goedkoope, aangename wijze door te brengen,
genietende van de natuur, van eene gezonde lichaamsbeweging
en van de vrijheid, waarnaar toch ieders verlangen uitgaat.
Deze N. T. K. C. heeft op kampeergebied reeds heel wat nuttig
werk gedaan. Zij stelde tenten en verdere kampeerbenoodigd-
heden verkrijgbaar, verhuurde tenten enz. aan hare leden, gaf
inlichtingen op het gebied van kampeeren en trachtte geschikte
kampeerterreinen machtig te worden. Op deze wijze heeft het
kampeerleven zichzelf gepropageerd en is het thans een volks
bezit geworden, vrijwel bereikbaar voor iedereen, omdat zijn
eischen zoo matig en zijne kosten zoo miniem zijn. Door licht
heid, geringen omvang en practische inrichting van al haar
materieel, wordt de geheele uitrusting zeer gemakkelijk op één
rijwiel, in een rugzak of met de hand vervoerd, terwijl beoefe
naars van auto- en watersport geheel vrij zijn, hunne uitrusting
naar verkiezen uit te breiden
Niet ieder echter is geschikt voor het kampleven, omdat velen
zich niet aangetrokken zullen gevoelen tot deze soort van toe
risme, waarbij de kunst om zich te kunnen of willen behelpen als
eerste vereischte geldt. Men moet de handen uit de mouwen weten
te steken, 'n zekere mate van eenvoud en aanpassingsvermogen
bezitten en er niet tegen opzien, z'n handen eens vuil te maken.
Personen, die tegen dit alles opzien, zijn niet geschikt om te
kampeeren en voor dezulken zal het kampeerleven eerder ver
driet dan genoegen baren.
Weet men zich echter te behelpen met geringe hulpmiddelen,
ziet men tegen bovengenoemde, geringe bezwaren niet op, be
mint men de natuur en is men, zelfs op gevorderden leeftijd,
maar jong van hart, dan is het kampeeren een zoodanig genot,
dat men in de wintermaanden een waar tent-wee" krijgt en
snakt naar het voorjaar om weer met frisschen moed te beginnen.
Om prettig te kunnen kampeeren, is het voorts zaak, de tent
op te slaan in de nabijheid eener boerderij. Men is dan zeker,
melk, water en wellicht boter, eieren en petroleum te kunnen
krijgen. Het opslaan van de tent direct aan den grooten weg,
verdient geen aanbeveling, zoolang er nog rustige plekjes gevon
den worden aan zijwegen, op de hei, aan beekjes of landwegen,
dan wel tusschen de duinen.
Men zorge er vooral voor, om, indien de tent tevens tot
slaapverblijf dient, den grond met een waterdicht zeil te be
dekken.
Het is een genot, 's morgens wakker te worden doordat de
zon door de open tentdeuren naar binnen schijnt en het vogelen-
heir in de boomtoppen zijn hoogste lied uitgalmt En wanneer
des avonds of des nachts, bij het naar bed gaan, de zilveren
maan door het geboomte schijnt of zich in het water spiegelt
en het terrein spookachtig verlicht, terwijl de nachtuilen hun
weeklagend gejammer doen hooren, is het alsof men een
sprookje doorleeft.
Het kampeerleven verjongt den mensch men vergeet voor
eenigen tijd alle zorgen en als men slechts enkele dagen in hei,
bosch of duin vertoeft, is het als ware men reeds vele weken
van huis. Het kampeeren werkt heilzaam op lichaam en geest,
mits men zich hoede voor overdrijving of roekeloosheid. Zoo is
het hoogst afkeuringswaardig en nadeelig voor de gezondheid,
om geruimen tijd in natte kleeding te blijven rondloopen of zich
onvoorzichtelijk aan temperatuurswisselingen prijs te geven. In
het gewone leven is zulks reeds uit den booze en in een tijde
lijke wijziging van zijn leefwijze kan van een dergelijke roeke
loosheid dus evenmin eene heilzame werking uitgaan.
Vóór het opslaan der tent is het zaak, om indien men zijn
proviand niet heeft medegevoerd inkoopen te doen, want
nooit is de eetlust grooter dan wanneer men geruimen tijd ach
tereen in de open lucht vertoeft. Vrij algemeen zal men in de
dorpen, die het dichtst bij de kampeerplaats zijn gelegen, groote
voorkomendheid en hulp ondervinden bij den aankoop van de
ingrediënten, die het kampleven behoeft.
Zij, die niet over voldoenden tijd beschikken om, door tochtjes
en verplaatsing van het tent-domicilie, de noodige variatie in
het kampleven te brengen, kunnen gedurende de beide Paasch-
en Pinksterdagen, alsmede op Zaterdagmiddag en den geheelen
daarop-volgenden Zondag evenzeer genieten van de vele voor-
deelen op hygiënisch gebied, die het kampeer-genot biedt.