b3
AND VE
ONS ZEfcLAND
17
M Jj-L-
DE ONVERGELIJKELIJKE SMITH!
copyright R I B. BOX 6. COPENHAGEN
Adamson krijgt bezoek terwijl hij zich scheert.
2 Juli. Het verkiezingsvuur laait. Je kunt geen café
deur opentrekken of je loopt in de armen van een spreker.
De radio gilt de politiek den aether in. Ik ben in opge
wonden toestand. Heb minstens aan zeven propagandisten
van verschillende partijen beloofd, dat ik op hun man zal
stemmen. Er zit niets anders op, dan dat ik het doe. Beter
je stem verbrokkeld, dan je woord gebroken
Naar het Engelsch
van
CONSTANCE ENNE.
I.
Peter Annesley was buitengewoon goed geslaagd met een
uis een aardig huis dat juist groot genoeg was voor een
'Oggezel met een middelmatig inkomen een huis dat niet
ie ver van de stad lag en anderzijds toch voldoende er van
verwijderd, in een stille, mooie streek, om Peter gelegenheid
te geven ongestoord aan den arbeid te blijven, zonder lastig
gevallen te worden door vrienden die „eventjes" kwamen
aanloopen.
Maar het dienstbodenvraagstuk was een probleem, waar
aan ook Peter Annesley niet ontsnappen kon. Dus toen hij
zijn buitenhuisje en de installatie daarvan gekocht en even
eens het besluit genomen had om de rest van zijn dagen
ongetrouwd te blijven, wachtte hem nog de taak om een
medemensch te vinden die zijn huis netjes zou houden, zijn
eten koken, zijn kleeren verstellen en zoo voort en hij' was
overtuigd dat, als hij daarin was geslaagd, hij niets meer
op aarde te wenschen zou hebben.
Maar het vinden van een goede huishoudster is niet zoo
eenvoudig als het een jonggezel lijkt en de exemplaren die
op zijn advertentie in het plaatselijk nieuwsblaadje kwamen,
waren eenvoudig hopeloos.
Peter Annesley was wel heel jong voor een professor
en hij droeg noch een bril, noch bezat hij grijze haren om
daarmee eenig vertoon van waardigheid te maken. Hij was
chemicus van zijn vak, gaf college aan jeugdige technische
studenten en werkte aan een even dik als geleerd boek
over een onderdeel van zijn wetenschap.
Een jong, aardig uitziend meisje, kwam met het oog op
zijn jeugdigen leeftijd niet in aanmerking als huisgenoote
het dikke, oogenschijnlijk-gezellige type, dat, onder den
schijn hem te zullen bemoederen, bedreigde met levenslange
pantoffelheldendom, vervulde hem met grimmigen afschuw
en de dames met strakke gezichten en dunne lippen, wier
eerste vraag luidde „hoe ver de kerk was" konden hem al
evenmin bekoren.
Het gevolg van dit geringe succes was een tweede adver
tentie in het plaatselijk orgaan.