18
ONS ZEELAND
„Jongeman gevraagd voor huishoudelijke diensten,
in staat al het voorkomende werk te verrichten, koken
inbegrepen. Zij die in militairen dienst zijn geweest,
genieten de voorkeur. Schriftelijke sollicitaties, post
box 3."
Uit een stortvloed van brieven schiftte Peter Annesley
een half dozijn en uit dit halve dozijn viel de keus op een
keurig geschreven episteltje van „L. Smith", welke jonge
man daarop de eer werd waardig gekeurd om tot persoon
lijke kennismaking te worden uitgenoodigd.
II.
L. Smith bleek een magere, slanke jongen met een oude
khaki broek aan, een tweed sportjasje en een slappe hoed.
Smith begroette de jonge professor hem. Ja
Kom binnen. Een heele wandeling van het station je
ziet er tenminste moe uit. Ga zitten.
L. Smith zette zich,
Dank u meneer. Ik ben gewoon te loopen en te
werken.
De stem klonk beschaafd. Het was een lage, volle stem,
een beetje heesch, meende Peter.
Eerlijk gezegd, begon deze laatste, nadat hij zijn be
zoeker met aandacht en niet zonder zeker welgevallen ge
monsterd had, ben je een heel ander type dan wat ik
me van een huisbediende voorstel. Je ziet er ook niet uit
alsof je sterk genoeg bent voor dat werk. Hoe oud ben je
Twee en twintig meneer. Maar ik ben veel sterker
dan ik er uit zie ik heb het in de hel van Vlaanderen ook
uitgehouden en ik ben overtuigd dat ik het werk best aan
zal kunnen. Ik ben huishoudelijk werk gewoon en ik ver
onderstel dat mevrouw.
Ik ben ongetrouwd, zei Peter Annesley kortaf, en
je moet al het voorkomende werk zelfstandig doen.
Dat durf ik wel op me te nemen, meneer, antwoordde
L. Smith op een vertrouwenwekkenden toon.
Peter Annesley bestudeerde het smalle, knappe beschaaf
de jongensgezicht en met een nadenkende uitdrukking in
de oogen knikte hij langzaam.
Er is misschien één kleine moeilijkheid, vervolgde de
jongen. Ik zoek dergelijk werk omdat ik een invaliden
tweelingbroer heb. Hij heeft in Vlaanderen een granaat
scherf in den rug gekregen. Hij is nu zoo ver dat hij af
en toe in een rolstoel naar buiten kan, maar hij is toch
heelemaal afhankelijk van mij. De dokter heeft sterk aan
geraden buiten met hem te gaan wonen en ik was van plan
hem in het dorp hier vlak bij Hambleigh heet het, ge
loof ik, onder dak te brengen, als ik de betrekking bij
u kreeg. Dan kan ik voor hem zorgen met zijn pensioen
tje kunnen we er dan komen. Maar de zaak is dat ik hier
niet zou kunnen slapenIs dat een bezwaar
De jongen pauzeerde even en toen hij verder ging, was
er een fluisterende klank in zijn stem.
Als u mij een maand op proef zou nemen, meneer,
geloof ik niet dat ik zal tegenvallen. En u weet niet wat
het voor mij zou beteekenen Ik heb heel Londen afge-
loopen voor een baantje, maar je hebt op het oogenblik net
zooveel kans als niets. Ik had een betrekking op een kan
toor, maar wegens personeelvermindering werd ik ontslagen.
En een nieuwe kantoorbetrekking daar is geen denken aan,
maar ik ben goed op de hoogte met huishoudelijk werk
ik heb de laatste twee jaar altijd de huishouding voor mijn
broer gedaan. En in dienst leer je ook heel wat. Ik heb
een getuigschrift van kantooor.
L. Smith frommelde in zijn zak, maar Peter maakte een
afwerend gebaar.
Dat getuigschrift kan me niet schelen ik heb genoeg
menschenkennis om op mijn eigen oordeel af te gaan. Dat
buitenshuis slapen is geen bezwaar ik eet meestal om
zeven uur en dan sluit ik mij de rest van den avond met
mijn werk op. Dus als je afgeruimd en afgewasschen hebt,
zoo tegen een uur of acht, kun je weggaan.
Dat zou prachtig zijn, meneer, riep de jongen enthou
siast.
Uitstekend Wanneer kun je komen Zullen we
zeggen Maandag Dan heb je een paar dagen om te ver
huizen.
Dank u wel, meneer u kunt me Maandag om acht
uur verwachten.
Peter Annesley was overtuigd uitnemend geslaagd te zijn
met zijn „hulp in de huishouding".
Maar jongeman, je hebt een voornaam ding vergeten,
zei hij met een glimlach, het salaris Ik had gedacht
twee pond per week.
Dat is meer dan ik had durven hopen, bekende de
jongen eerlijk.
En dan nog iets, klonk het op ernstigen toon uit
Peter s mond, toen zijn a.s. „huishoudeizich gereed maakte
om heen te gaan geen aanhangsels alsjeblieft Als je
soms een meisje hebt, moet je haar maar in Londen laten
hoor. Ik heb het land aan vrouwen en wil ze hier niet
om het huis hebben rondlummelen.
Uitstekend meneer, zei het slanke jongmensch. Om
u de waarheid te zeggen Ik ben ook niet overmatig dol
op ze,
III.
Smith kwam, zag en overwon. Nooit had Peter's leven
zoo op rolletjes geloopen als in deze dagen, nooit waren
hem na een dag van vermoeiend college geven en inge
spannen arbeid zulke voortreffelijke maaltijden voorgezet.
Er was geen twijfel aan Smith was een trouvaille hij
was onvergelijkelijk Hij kon alles bed opmaken, kousen
stoppen, knoopen aanzetten.... tuinwerk doen....
Op een zonnigen middag toen Peter wat vroeger uit Lon
den was teruggekomen dan gewoonlijk, stond Smith in den
tuin, bezig rozen op te binden. Peter bestudeerde de slanke
jongensfiguur. Het was bijna niet te gelooven dat deze
knaap alle ellende en uitputtende ontbering in Vlaanderen
doorstaan had Het was nog zoo n échte jongen hij had
zoon zachte stem. Maar het was een feit dat sommige
van die jongens zich als helden gedragen hadden en menigen
oudere beschaamd hadden....
Terwijl hij ongezien zijn bediende stond te bespieden, had
Peter Annesley zijn pijp gestopt en aangestoken en toen
hij daarmee klaar was, riep hij Smith en stak hem den
tabakszak toe.
Neen, dank u meneer, zei de jongen, die verbaasd op
keek, ik rook nooit een pijp.
Hier, neem dan een sigaret. Je bent anders een
soliede baas, Smith. Ik zie je nooit rooken, je drinkt niet.
Af en toe heb ik heusch het gevoel dat je je meer in de
keuken thuis voelt dan bij echt mannenwerk. Maar ik ben
overigens best over je tevreden, uitstekend hoor Hoe is
het met je broer Gaat hij wat vooruit En hebben jullie
goede kamers
Uitstekend meneer. En mijn broer gaat schitterend
vooruit, sinds we hier wonen. Maar neemt u me niet kwa-
lijk, ik geloof dat het tijd is om naar het eten te gaan
kijken.
Hij gooide zijn maar half-opgerookte sigaret weg en liep
in de richting van het huis.
Toen hij dien avond na het eten iets in zijn schrijftafel
zocht, diepte Peter Annesley plotseling een meisjesportret
uit een lade op. Hij staarde er naar met peinzende oogen,
Ten slotte, zei hij langzaam in zichzelf, trek
ik het mij toch niet zoo erg aan als je dacht dat ik doen
zou en als jij in je ijdelheid wel graag gewild had. Het
spijt me erg voor je, maar je wordt op het oogenblik niet
meer betreurd en ik ben nu zoover dat ik het lot dank,
dat het je aan je geliefden millionair heeft gegeven in plaats