prima Stoffen
DROJÏScao
verPL
C"rA IBM
Jac. M. Doorenbos
SVEBHALEN VOOB
"_DE"JEUGD.1
KLEERMAKERIJ
HOTEL
„JACOB CATS"
Adverteert in dit blad
20
ONS ZEELAND
v.h. M. VOLKRIJK LIEBERT Co.
MIDDELBURG
ALLEEN
Café-Restaurant
G. DE MASIER
Brouwershaven
Telef. Interc. No. I
Toen liep hij met daverende stappen naar de keuken
en wijdde zich eigenhandig aan de bereiding van zijn mid
dagmaal.
V.
Voor de derde maal binnen eenige weken was professor
Peter Annesley vroeger dan gewoonlijk ditmaal had een
vriend hem in den zijspan van zijn motor thuis gebracht-
Hij liep op zijn huis toe, heel weinig in zijn schik met het
vooruitzicht van wat hem daar wachtte een driedaagsche
opeenhoping van vuile potten en pannen, lepels, vorken en
messen, kopjes en schoteltjes, glazen en borden. een
gruwelijke chaos Peter had schitterende ideeën gekregen
dat hij het pijnlijk afwasch-probleem kon oplossen door al
het vaatwerk dat het huis bevatte, successievelijk te ge
bruiken. Maar thans bleek dat de onverbiddelijke praktijk
de juistheid van zijn idee logenstrafte, want er was geen
schoon kopje meer om uit te drinken, geen mes om mee
te snijden, geen bord om van te eten. En de resultaten
van zijn kookkunst hadden hem ook niet bijster bevredigd,
Hij was nu aan tong-in-blik toe. en aan de droeve nood
zakelijkheid om te gaan. vaten wasschen".
In een weinig joyeus humeur stapte hij de hall binnen.
en bleef staan als een steenen beeld de verbazing had
hem een moment lam geslagen
In de open keukendeur stond een slank meisje in een
aardige blauwe jurk en dat meisje keek naar hem met
angstige oogen.
O, zei ze, toen ze haar stem weergevonden had,
wacht u alstublieft tot u mij aangehoord hebt. Ik wist
dat u vandaag den heelen dag in Londen zoudt zijn en
daarom ben ik komen kijken of ik niets voor u kon doen.
Ik dacht dat u niet voor zeven uur zou thuis komen en ik
wist een manier om met een zakmes het keukenraam open
te krijgen.... U zult wel vreeselijk boos op me zijn -
en zoo kwam ik binnen. Ik dacht als ik de boel eens voor
u schoon maakte, had u zelf niet zooveel te doen.
Smith zei Peter Annesley en in zijn stem klonk
geen spoor van boosheid, Smith eh dat is.
Ik heet eigenlijk Stepheus, klonk het verlegen, en
mijn voornaam is Lesley. Maar het was wel een geweldige
hoop wat u af te wasschen had Uw eten staat ook te
koken u moet alleen de kip iedere twintig minuten be
druipen.
Hij pakte het meisje stevig bij den arm en trok haar zachl-
jés mee naar het fornuis.
Ik heb geen flauw idee van het bedruipen van een
kip ik weet geloof ik, niet eens wat dat is, zei hij met
een ondeugende twinkeling in zijn oogen. Ik zou je willen
voorstellen dat jij het werk dat je zoo edelmoedig begonnen
bent, nu ook maar voleindigt en dat we de kip gezamenlijk
eer bewijzen. En dan ga ik met je mee om te zien wat
we voor Larry.... voor je broer kunnen doen.... ten
minste als je het goed vindt, voegde hij er kwasi-verlegen
aan toe.
Het meisje lachte uitbundig.
-O, u zu.lt best met Larry kunnen opschieten....
-- Ik hoop het, zei Peter, vooral met het oog op het
feit dat hij mijn zwager wordt.
De pantoffels van den gierigaard.
Te Bagdad woonde voor langen tijd een oude koopman,
die in den ganschen omtrek bekend stond als een eerste
gierigaard. Aboe Kasem was zijn naam, maar gewoonlijk
zeide men Aboe de Gierige.
Ofschoon hij heel rijk was, zijn kelders vol kostbaarheden
had (en men fluisterde wel eens dat hij lang niet alles op
een eerlijke manier had verkregen) ging hij altijd zeer ar
moedig gekleed, in lompen gehuld en droeg een hoofddeksel
waarvan men absoluut niet zou kunnen zeggen waarvan hel
gemaakt was, terwijl men de kleur heelemaal niet meer on
derscheiden kon. En dan zijn pantoffels die zagen er zoo
ellendig uit, dat een bedelaar ze zou hebben weggeworpen.
Meer dan tien lange jaren had hij ze reeds gedragen, nu
eens had deze schoenmaker er een lap op gezet, dan weer
had een andere schoenmaker er
een stuk ingenaaid, tenslotte had
den de pantoffels zoo'n raar mo
del gekregen, en waren door de
vele spijkers die er in geslagen
waren, zoo zwaar geworden, dat
men in Bagdad algemeen zeide
„Zoo zwaar en zoo lomp als de
pantoffels van Aboe de Gierige".
Altijd loerde Aboe op de gele
genheid om het een en ander
goedkoop in te koopen, en het
gekochte weer duur te verkoopen.
Het zal dan ook wel niemand
verwonderd hebben, dat hij
meestal z'n goederen kocht van
lieden die om geld verlegen wa
ren, of die het gestolen hadden,
in ieder geval van menschen die hun waren tot eiken prijs
moesten verkoopen.
Op een morgen was Aboe al heel gelukkig. Eerst kocht
hij een groote hoeveelheid snuisterijen en huishoudelijke
artikelen voor een bespottelijk lagen prijs, daarna kocht hij
een flinke partij olie tegen een prijsje nog minder dan de
helft van de waarde van het goed.
Je kunt je voorstellen dat Aboe Kasem zich uiterst
tevreden de handenwreef. Een ander zou allicht gedacht
hebben Ik zal mijn vrienden eens trakteeren," maar daar
dacht Aboe in de verste verte niet aan hij dacht alleen
maar aan zich zelf.
Zoo besloot hij om eens naar de badplaats te gaan en
een bad te nemen, een weelde die hij zich zelf in maanden
niet gegund had, terwijl het toch in zulke warme landen
zoo hoog noodig is.