Abonnementsgeld 3e kwartaal. Over een oud Zeeuwsch gebruik door J. v. N. ■ÉÉW ONS ZEELAND Beleefd verzoeken wij onzen abonné's het abonnementsgeld voor het 3e kwartaal 1929 vóór 15 Juli a.s. op onze post rekening No. 74988 te doen storten of overschrijven. Na dien datum wordt per kwitantie over het bedrag, verhoogd met 0.15 dispositiekosten, beschikt. Pech met een nieuwe sluis J. W. van Oeveren f zullen Ged. Staten het verkeer met Zeeuwsch-Vlaande ren op Zondagen uitbreiden Men weet, dat het waterschap „De Breede Watering be westen Ierseke" destijds besloten heeft tot verder ontwa tering van zijn grondgebied en dat in verband hiermede werd overgegaan tot den bouw van een nieuwe sluis te Schore. Deze bouw heeft in korten tijd veel tegenspoed ondervonden. Eenige maanden geleden stortte, tengevolge van grondverschuiving, een gedeelte der werken in. Het waterschap spendeerde circa 25.000.tot weder-opbouw van de ruïne, en nauwelijks was deze gereed, of wederom vonden verschuiving en instorting plaats. De ingelanden van den polder vergaderden de vorige week, teneinde te beraadslagen wat nu geschieden moet. Men had de keuze tusschen een blanco-crediet voor herstelling en voor ver deren afbouw der sluis, en een overzichtelijke uitgave voor ophooging der afzakking, terwijl de sluis dan voorloopig niet afgebouwd zal worden. Na zeer uitvoerige discussies besloten de ingelanden ten slotte, tegen den wensch der ingenieurs in, tot het laatste. In de vergadering gingen tegen deze goedkoopste oplossing enkele stemmen op van inge landen, die den polder vóór alles veilig wilden stellen en die wezen op het gevaar, aan het goedkoopere middel ver bonden. „Weet de vergadering zeker," aldus vroegen zij, ,,dat bij stillegging van het werk het water den polder niet zal binnen stroomen Zij eischten den aanleg van een zeewering. De vergadering ging evenwel op het verlangen niet in. Ons heeft het getroffen, dat het bestuur van den polder blijk gaf niet goed te weten wat met de kwestie te beginnen. Het nam daardoor o. i. een wel zeer groote verantwoor delijkheid op zich. Of heeft het gedacht „Laat de ver gadering nu maar doen wat haar goed lijkt. Ged. Staten zullen ten slotte wel ingrijpen en voor de beveiliging van onzen polder zorg dragen." Dit laatste is ook te wenschen. Het gaat niet aan dat niet tot oordeelen bevoegde ingelanden besluiten nemen die geen rekening houden met de deskundige adviezen van ter zake kundige ingenieurs. X De landbouw in ons gewest heeft wederom een gevoelig verlies geleden. N.l. door het overlijden van den heer J. W. van Oeveren te Zierikzee, die sedert 1918 voorzitter was van den Kring Schouwen-Duiveland der Z. L. M. De Zierikzeesche Nieuwsbode schetst de beteekenis van den overledene als volgt „Met de Z.L.M. was de overledene als 't ware samenge groeid, want telkens en telkens weer verdedigde hij met enthousiasme op bijna iedere algemeene vergadering van den Kring, de groote macht der landbouw-organisatie toonde hij met feiten aan wat reeds door onderlinge samen werking was bereikt en wekte de lauwen op mede te strijden tot verbetering van toestanden, direct of indirect den land bouw betreffend. Gedurende de jaren van zijn voorzitter schap was de thans overledene de stuwkracht van den Kring. Vooral het onderwijs had zijn voortdurende belangstelling, wel begrijpend dat de toekomst steeds zwardere eischen zal stellen ook in het intensieve landbouwbedrijf, zoodat de jeugd nu reeds veel dient te worden bijgebracht om paraat te zijn wanneer zij het volle leven ingaat. Zoo zag hij hier de landbouwhuishoudschool verrijzen en ijverde hij steeds voor een lagere landbouwschool op Schouwen-Dui veland. Van de oprichting, 1897, tot Mei van dit jaar, was de heer v, Oeveren secretaris-penningmeester van de hier wel bekende Veeverzekering „Draagt Elkanders Lasten", voor welke vereeniging hij meer dan een kwarteeuw vruchtbaren arbeid heeft geleverd. Op landbouwgebied, vooral wat orga nisatie betreft, lagen de grootste verdiensten van den over ledene. Sinds 1916 was hij lid van Prov. Staten van Zeeland, waartoe hij door den Vrijheidsbond was afgevaardigd en wier belangen hij in de Statenzaal steeds voorstond." Bij de ter aarde bestelling van het stoffelijk overschot van den heer Van Oeveren is wel zeer duidelijk tot uiting gekomen, dat zijn heengaan een verlies beteekent. Hij was een Zeeuwsche figuur in de beste beteekenis. X Zooals we voorspeld hebben, heeft de niet onvermake lijke geschiedenis met de veerboot die op een Zondag naar Breskens voer om een Franschman over te zetten en die op hoog bevel leeg moest terugkeeren, nog een staartje. In de jongste zitting van Provinciale Staten n.l. is de heer Adri- aanse, die reeds eerder vragen over het gebeurde stelde, op de kwestie terug gekomen. De heer Adriaanse toonde aan dat het niet verstandig was om een reeds uitgevaren boot terug te halen en daardoor 75.aan overzet-kosten te derven. Na deze reprimande pleitte spr. voor de instel ling van een vasten middagdienst op Zondagen. Deze zal het internationale verkeer, dat niet afhankelijk mag zijn van politieke beginselen over Zondagsheiliging, zeer ten goe de komen. Spr. vroeg Ged. Staten over de vermeerdering van het aantal diensten op Zondagen van 3 tot 4 te willen denken en in de eerstvolgende Statenvergadering hun meening kenbaar te willen maken. Dit werd door Ged. Staten toegezegd. We hopen, dat de bemoeiingen van den heer Adriaanse doel zullen treffen en dat tot-uitbreiding van het aantal diensten zal worden overgegaan. En ieder die de beteekenis van vreemdelingenverkeer, vooral in de zomermaanden, inziet, zal het ons helpen wenschen Op verschillende dorpen in Zeeland bestond vroeger de gewoonte onder de jongelui om zich aaneen te sluiten. Het doel van die aaneensluiting was zich het dorpsleven meer aangenaam te maken. Waarin dat veraangenamen bestond, zal men straks hooren. Men zou het kunnen vergelijken met een modernen jonggezellenbond, met dien verstande, dat de jongelui niet afkeerig waren van een goede huis vrouw.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 2