UIT EEN JEUGD Herinneringen aan Zeeland door ONS ZEELAND JAN R. TH. CAMPERT. XXXIV. En wéér rijden wij. Rijden in het schommelende trammetje, voorbij West- kappel en over Aagtekerke naar Domburg. Ik heb daarmee een bedoeling, want ik wilde u toonen dat niet overal op het gezegende eiland Walcheren, de wegen kaal en scha duwloos zijn. Kom méé, ik zal het u toonen, Den weg naar Oostkappel op en zie hier is toch wel even het volko men landelijke verloren gegaan, niet storend, niet zóó dat mén zich ergeren moet zooals ik mij ergerde b.v. buiten Brussel, waar temidden van het verrukkelijkste landschap plotseling een bouwwerk kon verrijzen zóó wanstaltig en monstrueus van vorm en kleur, dat men dengene die deze misdaad op zijn geweten had het ergste toewenschte wat er te wenschen valt. maar ja, het zijn niet meer, vlak onder Domburg, de lage, rustieke boerderijen achter heggen en statige boomen verscholen met hun koper-glanzende emmers op het erf en wit-geschuurde klompen voor de deur, met de helder-roode geraniums achter de lage, witte vitrages en de kippen die als bezetenen naar wormen zoeken. Links en rechts van den weg staan vriendelijke landhui zen, zooveel mogelijk aangepast bij de omgeving, men zal u wijzen waar Carmen Sylva placht te vertoeven en waar Domburg's ontdekker en weldoener Dr. Metzger woonde. en déze weg dan is koel en vrij van zon, n verademing. Want zij voert rakelings langs de bosschen die bij Domburg hoo- ren, de hooge, statige bosschen waarin grauw en massief het kasteel Westhove verrijst, een oud, Middeleeuwsch slot met gepatenteerd-echte grachten, viezig-bruin van modder, en meter-dikke muren, die een stootje kunnen en hébben verdragen, niet alleen in vroeger eeuwen, want tijdens de mobilisatie lagen er soldaten ingekwartierd en die Rotter- damsche en Groot-Mokumsche knapen bezitten nu eenmaal voor dergelijke oude monumenten niet altijd dezelfde gene genheid die een kunsthistoricus hen toedraagt En deze weg blijft zoo, vrijwel tot aan Middelburg toe, maar eerst willen wij als wij Oostkappel door zijn gekomen links een pad inslaan. Het voert naar de Oranje-zon, o op recht Zeeuwsche naam. Een boerderij, waar ge behalve uw kogelfleschjes voortreffelijke pannekoeken kunt eten. Ze zijn beroemd, ze hooren bij zoo n tocht als een wandelstok die uw schreden schraagt. De Oranje-zon bezoeken en géén pannekoeken eten Geloof me, dat is dilettanten-werk, dat doét een kenner niet, daar schaam je je dood voor. en eigenlijk ik beken het beschroomd ga ik toch niet om de pannekoeken hoe lekker ze ook smaken Maar om het duinlandschap dat gij in weinig streken van Holland nog in zoo ongerepten staat zult vinden. De duinen bij Valkenisse, ik „zong hun lof, hoog staan zij aan den rand van Walcheren, maar hier is er meer dan één onnoozele rij, In waarheid, bij Oranjezon kunt ge nog uren en uren dwalen zonder een kip of kraai tegen te komen, laat staan een mensch Eindeloos welhaast strekken de zan dige, behelmde heuvels zich voor u uit dwaal verder, dwaal vérder, er zal geen einde meer zijn en geen begin. Gij zult die wonderlijke en zeldzame sensatie kunnen be leven van alleen te staan tusschen aarde en hemel.... Duin óp, duin af, het aspect verandert niet, hoe lang reeds duurt het Alle beperkende begrippen zullen in deze zon-doorstoven stilte van u vallen als een waardeloos kleed, een noodeloos masker. Hier zijt ge alleen ^et u-zelf.... én met legioenen konijnen, want het is er het paradijs der stroopers Vergeef mij deze nuchtere opmerking, maar ik sugge reerde mijzelf welhaast dat er inderdaad geen einde eil geen begin meer aan dit duinlandschap was. Beschouw het als een poëtische vrijheid en ik zal er u dankbaar om zijn. Er is natuurlijk een einde. ook dit is betrekkelijk. en dat er begin was, wél, dat weet u. Het einde komt toch nog onverwacht, gij waart er niet zoo dadelijk op voorbereid en zóó ruischend is de stilte dat gij haar muziek hebt verwisseld met die der zee, die gij ongemerkt naderbij zijt gekomen. Een zandig pad tusschen twee duinen en plotseling de zee. En zeg mij, is het geen wonder altijd weer, geen verruk king en geen gebed, dit blauwe, eindelooze water, van einder tot einder als een gladde, spiegelende vloer onder het dak der hooge, strakke hemelen Hallo, hallo Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender Vindt u het interessant, te hooren dat de electrische tramlijn BreskensKnocke 19 Juli a.s. officieel in gebruik genomen zal worden, Belgische en Nederlandsche autoriteiten zullen de plechtigheid bij wonen en ontvangen worden in het raadhuis te Retranche- ment en te Knocke-aan-Zee. dat het hoofd der oud-Geref. school te Krabbendijke slaags geraakte met een zijner onderwijzers. Er werden flinke klappen uitgedeeld, terwijl de schooljeugd het pu bliek vormde. Gelukkig behoort een boks-match tusschen paedagogen nog tot de uitzonderingen. dat men 2 Augustus in Vlissingen deel zal kunnen nemen aan een gecostumeerd zwemfeest. dat de nieuwe burgemeester van Ierseke, de ,ieer Gunning, Maandag j.l. door den raad geinstalleerd werd. De feesten ter gelegenheid van de blijde inkomste zullen echter eerst later gehouden worden. dat te Vlissingen een werkman, tijdens het sloopen van de vroegere sluismeesterswoning aan de buitenhaven, door vallend gesteente werd getroffen. Het slachtoffer was onmiddellijk dood, dat de Zeeuwsche polder- en waterschapsbond 13 de zer in onze hoofdstad zijn 10-jarig bestaan wil herdenken. Ter gelegenheid van het jubileum zal mr. P. Dieleman een feestrede uitspreken. dat de brug over de voormalige vestinggracht te Veere in den MiddelburgVeerschen straatweg tot 10 Augustus gesloten zal zijn in verband met het aanbrengen van een wegdek van gewapend beton. dat de gemeenteraad van Driewegen besloten heeft een 14-daagsche ophaaldienst van vuil in werking te brengen. dat bij de Thoolsche brug een 5-jarig kind van den hoogen wal in de Eendracht viel. Een schipper sprong te water en wist het kind behouden aan den kant te bréngen. dat in den nacht van Vrijdag op Zaterdag een inwoner van Koudekerke in Vlissingen een verkiezing-speech afstak tot. een boom. Het verwondert ons, dat tot nu toe slechts 1 Zeeuw aan het politieke gegoochel (in bladen en in verga deringen) ten offer is gevallen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 4