BAD-ARTIKELEN S. WIENER Co. COSTUMES VOILE-, LINNEN EN MOUSSELINE MIDDELBURG ONS ZEELAND 19 van waardigheid, onmogelijk boos op hem kon blijven. Ze vertelde hem hoe ze aan die japon gekomen was, minder kon ze met goed fatsoen al niet doen onder deze omstan digheden. Dat was 'n allemachtige bof, dacht de jongeman, Als je eens wist dat je niets beters kon overkomen dan dat je bagage aan den wandel is geraakt Maar hij was zoo verstandig om dat niet te zeggen. Wat hij zei, klonk heel neutraal Dat was gelukkig Een oogenschijnlijk onbenullige, maar als je er goed over nadenkt, toch heel tactvolle opmerking. Van dat oogenblik af aan was het ijs gebroken. Miss Minifer de preutsche miss Minifer, vertelde hem hoe zij heette, en wat ze deed, ze was secretaresse bij een oude, kurk-droge professor en bracht de helft van haar dagen door in het Britsch museum. Ook hij noemde zijn naam Neville Standish hij was ingenieur en pas terug uit het onherbergzaamste deel van Britsch-Indië, waar hij een spoorweg aangelegd had. Na het diner dronken ze samen hun koffie op de waranda en toen gingen ze er samen op uit in den milden zomer avond. Miss Minifer de correcte bescheiden, degelijke miss Minifer, deed een opvallende avondcape om uit den koffer van de slecht-befaamde onbekende En dat was alleen nog maar het begin. Den volgenden morgen bekeek ze met critische oogen haar grijs wollen pak. Neen, op zoo'n stralenden dag kon ze dat op 't strand niet aanhebben. Ze trok een van de andere japonnen uit den koffer aan, een vroolijke, lichte jurk, en ze had zich al verzoend met de korte rokken. Na het ontbijt vergezelde Standish haar naar het station. Haar koffers waren er natuurlijk nog niet. Laten we met de tour-auto een tocht maken, stelde Standish voor. Dan zien we wat van de streek. O zei miss Minifer. Maar ze gingen en lunchten in een landelijke herberg en dronken 's middags samen thee en waren net op tijd voor het diner terug. Er waren gasten die veelbeteekenende blikken wisselden toen ze binnenkwamen. En miss Minifer. trok zich er niets van aan Zoo ver was ze al heen. En wat deed ze den volgenden morgen na een nieuw vruchteloos bezoek aan het station? Ze ging met mijnheer Standish zwemmen En na de lunch roeiden zij samen de rivier op en 's avonds gingen ze naar den met lampions verlichten concerttuin en luisterden naar de muziek van het stedelijk orkest. En toen Standish zijn hand op haar hand legde, vergat de preutsche miss Minifer die terug te trekken. Toen de muziek uit was, wandelden ze het pad af naar de hekken. Plotseling hoorde ze een luide, ordinaire stem achter hen zeggen Wel allemachtig, daar heb je Kiki Ik ken haar man tel uit duizenden. Een groote ruige hand kwam neer op miss Minifer's schou der en trok haar achteruit. Dezelfde stem zei Zeg, waarom heb je ons niet laten weten dat je terug was Miss Minifer schrok en hevig-beleedigd staarde ze in het gezicht van een bleeken, lummelachtigen jongen met een gemeen gezicht. Achter hem stonden er nog twee van het zelfde soort. O zei miss Minifer met een gilletje. Schei uit, zei een van dit edele tweetal, je bent mis, Bill, Het is Kiki niet. Standish bemoeide zich met het geval. Wat moet dat voor den duivel? Neem je hand weg van den schouder van die dame. De „aanvaller" liet zijn hand langs zijn zij vallen, alsof PRACHTIGE COLLECTIE VOOR DE HOOGZOMER IN ZEER VOORDEELIGE PRIJZEN ZIE ETALAGE miss Minifer's schouder roodgloeiend was. Maar hij bleef haar aanstaren. Het is Kiki niet, zei hij norsch, maar het is haar mantel. Daar wil ik mijn kop onder verwedden. Wat moet zij met Kiki's mantel? Bedaard, maar met een heel snelle beweging, pakte Standish den man bij de schouders en trok hem achteruit. -Maak dat je wegkomt commandeerde hij. Hij slingerde den bleeken jongeling van zich af, zoodat deze terzijde van het pad in een bloembed terecht kwam. De twee anderen, met een schuwen blik naar Standish, maakten aanstalten om af te druipen. Heeft een van de heeren nog iets op het hart?, infor meerde Standish. Het heerschap in het bloembed scheen niets meer in te brengen te hebben zijn beide metgezellen evenmin, vrant die waren verdwenen. En miss Minifer was dat ook. Zij was een donker zijpad ingerend en snikte, snikte van schaamte omdat zij, Janet Minifer, het middelpunt was geweest van een publieke scène en gehouden was voor een of andere obscure jongedame. Kalm maar aan, kleine meid, zei een prettige stem naast haar, 't is in orde hoor, ze zullen je verder niet meer lastig vallen. Miss Minifer balde haar kleine knuisten en stampte op den grond met haar kleinen voet. Ik heb het land aan iedereen, zei ze gedecideerd. Aan mij ook?, informeerde Standish op drogen toon. Ja, verklaarde het meisje. Maar na een seconde voegde ze er aan toe Neen, dat meende ik niet. Dat was heel onaardig van me, Het zijn die ellendige kleeren. Ik wou dat ik ze aan flarden gescheurd had, dat ik ze nooit in mijn leven gezien had Zeg dat niet, protesteerde Standish, want an ders Miss Minifer hield den adem in. Het oogenblik was ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 17