Hoe men elders lacht M I iriMHUI ,,Ja, lieve, ik denk er sterk over een anderen dokter te ne men. De mijne is zoo weinig met z'n gedachten bij zijn werk, dat-i zelfs op zijn horloge kijkt als hij me den pols voelt." (Passing Show). ,,Opa, wanneer is u grootvader geworden?" ,,Toen jij geboren werd." ,,Als ik niet geboren was zou u dus geen grootvader zijn?" „Neen." „Hoeveel is 't u dan waard, dat ik er ben?" (London Mail). Zij „Neen, ik kan niet met je trouwen. M'n heele familie is er tegen." Hij „Maar jij zelf?" Zij „Ik ben toch ook van de familie." (London Opinion). Mama „Zag ik je gisteravond niet op Jack's schoot zitten?" De dochter „Ik hoop 't De tijd komt, dat ik best een getuige zal kunnen gebruiken.' „Is Jones daar?" „Daar spreek je mee." „John Jones?" „Ja." „O, ik wou leenen „Ik 'al het je laten weten, als hij terugkomt." Man „Ik zie, dat de oude heer Munt bijna een half millioen heeft nagelaten. Zou je zijn weduwe niet willen wezen?" Vrouw „Wees toch niet zoo dwaas, vent ik zou veel liever de jouwe zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 20