5VEDHALEN woonr.
T DE JEUGD.1
De vrouwen van Weinsberg
20
ONS ZEELAND
Even kwam er een trekje van teleurstelling op Willy's
gezicht, doch Gerard zag het niet. Dan lachte ze, en ze
besloot hem dien avond in alles zijn zin te geven.
Vlug kleedde ze zich en een taxi bracht hen naar het
restaurant, waar Gerard al een tafeltje besproken had.
Ze zaten in een knus hoekje, doch er waren weinig gasten,
en ook de temperatuur van de zaal liet wel wat te wen-
schen over. Het kostte Willy moeite een rilling te onder
drukken, nadat zij de koude hors d'oeuvre genuttigd had,
en ze was blij met het bord warme soep, dat haar een
beetje behaaglijker gevoel gaf.
Gerard was in de beste stemming en liet zich de spijzen
uitstekend smaken. Hij merkte niet, dat het vleesch een
tikje te rauw was, en dat er in de aardappelen wel wat
meer zout had gemoogd. Telkens weer vulde hij zijn glas
wijn en hij merkte niet, dat Willy steeds stiller werd,
„Ziezoo," zei hij, bedachtzaam een cigaret opstekende,
en met een vergenoegd gezicht Willy aankijkend, „dat ik
eens wat anders, hé, kindje, dan altijd maar thuis zitten
en zelf voor het eten moeten zorgen. Heusch, ik denk er
hard over, als de zaken goed blijven gaan, om dit eens
een keer meer te doen. Je bent er eens „uit", 't is net of
alles veel fijner smaakt, als je er een zacht, goed wijntje
bij drinkt, en een behoorlijk strijkje wat voor de stemming
zorgt. Vind je ook niet
Willy glimlachte eens, en knikte. Hij genoot er zoo echt
van, ze zag het, en ze wou z'n stemming niet bederven.
Hij deed het voor haar, hij maakte zich wijs, dat hij z'n
vrouwtje er een geweldig plezier mee deed, maar zélf had
hij er het meeste genoegen in.
Gerard rekende af met den kellner. Dan keek hij Willy
weer aan, en geheimzinnig gaf hij haar een knipoogje.
„Ik heb nog wat in petto," zei hij genietend, alsjeblieft
Hij toonde haar twee schitterende loge-plaatsen voor den
Schouwburg. Willy kleurde. Hè ja, dat was nu werkelijk
eens een verrassing, ze was dol op tooneelspel. En dan
zulke prachtige plaatsen.
„Wat geven ze vroeg ze nieuwsgierig.
„Eh. 's kijken.wat geven ze ook weer dacht
Gerard na. „Ik weet het waarachtig niet, kindje, 'k heb
maar plaatsen genomen voor den Stadsschouwburg, da's
meestal wel goed."
Echt iets voor Gerard, vond Willy, om niet eens te weten
wat er gespeeld zou worden. Stel je voor, dat het een
stuk was, dat ze al gezien hadden, of anders één van die
costuumstukken, „Gijsbrecht van Amstel" bijvoorbeeld, of
iets in dien geest. Die vond ze verschrikkelijk Enfin, het
kon best meevallen.
In de taxi Gerard had een wagen vóór laten komen
nestelde ze zich dicht tegen hem. 't Was tóch een goeierd
Voor den Schouwburg stopte de auto met een schok. Snel
stapte Gerard uit, hielp haar toen eveneens uitstijgen.
Willy's eerste blik gold de reclame-affiches. Gijsbrecht
van Amstel", stond er met groote letters Even had Willy
een neiging om hard te lachen, doch ze bedwong zich voor
Gerard,
Ze genoot absoluut niet. Ze hield nu eenmaal niet van
die „mummi-stukken", zooals ze ze noemde, ze ergerde zich
aan de hoogdravende woorden, de intrige interesseerde haar
niet. Maar voor Gerard hield ze zich groot. Hij mócht
niets merken.
Na afloop dronken ze nog even een kop koffie in Ame
rican, daarna bracht een taxi hen thuis.
In de kamer nam Gerard haar beide schouders tusschen
zijn handen, en een beetje neerbuigend vroeg hij
„En. heeft m'n kleine vrouwtje nu eens echt genoten
vanavond
Ze keek hem recht in de oogen en kuste hem toen har
telijk.
,Het was een echt feestavond je loog ze.
Doch ze wierp een melancholieken blik op de nog altijd
gedekte tafel, en ze dacht aan haar malsche beefsteak, het
fijne puddinkje, de lekkere groenten, die ze had klaar
gemaakt. En ze vergeleek die in stilte met het halfbakken
diner, dat zij dien avond hadden „genoten".
En stilletjes wipte ze naar de keuken, waar ze vlug een
boterham met kaas naar binnen werkte Dat verdreef een
klein beetje het hongergevoel, dat ze den heelen avond
gehad had
„Toch is hij een snoes," dacht ze week, „alleen. een
groot kind
Historisch
Jaren geleden is door de vrouwen van Weinsberg, een
stadje in Duitschland, een aardige streek uitgehaald, De be
woners van Weinsberg, wilden destijds het gezag van den
toen regeerenden keizer Koenraad niet erkennen. Het ge
volg was dat de keizer een leger uitrustte om onder zijn
persoonlijk bevel op te rukken naar Weinsberg, om de op
standige bewoners te straffen en te onderwerpen. De poor
ters echter weigerden hardnekkig om den keizer binnen te
laten, sloten de poorten, versterkten de wallen, en boden
dapper tegenstand toen de keizer zijne manschappen gelast
te Weinsberg in te nemen.
De keizer zag al spoedig in dat een aanval op de poorten
weinig succes zou hebben en besloot de stad van alle zijden
in te sluiten, zoodat geen levensmiddelen meer aangevoerd
konden worden.
Het gevolg was, dat zoo langzamerhand gebrek kwam aan
voedsel, maar ondanks dat, hielden de poorters voet bij stuk
en weigerden de keizerlijke troepen binnen te laten,
Toen begon de keizer met bedreigingen alle mannen zou
den worden opgehangen, als men de stad niet ten spoedigste
wilde overgeven maar daar wilden de bewoners niets van
weten.
Ze hielden vol en verdedigden zich dapper. Maar ook de
belegeraars hielden vol, want zoo dachten zij, ééns zou al
het voorradige voedsel op zijn, en zouden de bewoners zich
toch wel overgeven.
En wat zij dachten en hoopten zou spoedig verwezenlijkt
worden. Het duurde niet lang of de honger kwam de poorters
kwellen, ze wilden geen hongerdood sterven, zoodat hun niets
anders overbleef dan overgeven. Maar zooals we reeds we
ten, de keizer had gezegd, dat alle mannen opgehangen
zouden worden. Dat was te erg, en daarom slopen eenige
vrouwen op een nacht stilletjes buiten de stad naar het
kamp der regeeringstroepen en verzochten den keizer te
spreken. Toen ze in zijn tent gebracht waren, vielen ze op
hun knieën en smeekten hem, dat hij hun mannen het leven
zou schenken.