WO 3 VAN RIJN S "'seal; MOSTERD LAMSEDELmm ZOMER-OPRUIMING NjIDDELDJtó ItËL:34Ö 8 ONS ZEELAND EEN JACKET-ENSEMBLE, No 313. Ze staan nu volop in het teeken der mode deze aardige 'aponnen-met-een-jasje. Men kan ze ten allen iijde dragen, zoowel 's morgens als 's middags, tenzij het model te inge wikkeld is of het jasje tot de lengte van een driekwart mantel is uitgegroeid. Bijgaand model is van crêpe de chine, oranje be drukt op ivoorkleurig fond. Het lijfje der japon is ef fen ivoorkleurig en heeft onder de halsopening een grooten strik het jasje langs de zoomen een breede strook oranje. ORDE EN REGELMAAT. In de maatschappij zoo wel als in het huisgezin be- hooren orde en regelmaat tot de noodzakelijke belan gen, welke leiden tot in standhouding en bloei. De voornaamste factoren om tot een goede ontwikkeling te geraken, zijn orde en vastgestelden regel. Om nu mede te werken tot de be vordering ervan, moeten de opvoeders van het kind, zich een gewoonte eigen maken, welke tot een goed voor beeld strekt. Zij kunnen niet vroeg ge noeg beginnen het kind een idee van orde bij te bren gen door hetzelf verant woordelijk te stellen voor de zaken uit zijn kleine we reld. Juist de dagelijks terug- keerende kleinigheden, zoo als speelgoed netjes oprui men en op de daarvoor be stemde plaats brengen, hoed of pet ophangen, handen wasschen voor eiken maal tijd voor het slapen gaan de kleertjes netjes opvouwen, schoentjes naast elkaar zetten, tanden poetsen enz., enz., 't Is oneindig veel makkelijker een kind goede gewoonten bij te brengen, dan ze slechte af te leeren. Bij sommige kinderen kost het den opvoeders soms ein deloos veel moeite en geduld, doch wie volhardt, zal over winnen. Het goede voorbeeld doet veel, maar niet alles. Telkens moet het kind aan zijn plicht herinnerd worden, doch nooit mag een toon van wrevel en ongeduld de overhand hebben. Met zachtheid en beleid wint men in 't algemeen véél meer dan met bruuskheid. Het kind zal dan gehoorzamen, maar een gevoel van boosheid en onwil zal hem somtijds ver- ing-3/3l vullen en waar het nog te jong is om te begrijpen, dat dit alles geschiedt voor zijn bestwil, zal het eerder een wrok gaan koesteren tegen zijn strenge opvoeders. En dan is alles vergeefsche moeite. Als een kind gehoorzaamt met een verbitterd en morrend hart, zal het vermoedelijk zijn eigen zin doen als er niemand is om hem te verbieden. Maar als er een paar vriendelijke ocgen vragen en een zachte stem iets beveelt, niet weifelend of half, maar drin gend en onontkoombaar, dan is het kinderhartje gewonnen en zal ten laatste de mond niet meer behoeven te gebieden, zullen de oogen voldoende zijn om hem aan zijn plicht te herinneren. Is dit eigenlijk met ons, volwassenen ook niet zoo? Komt het er niet méér op aan hoe het verzoek gedaan wordt, dan welk verzoek het is? Vriendelijkheid, zachtheid, overwint het meest ontoegan kelijke hart. ADELE. LASTER EN KWAADSPREKEN. Neen, we willen geen onware dingen zeggen van onze medemenschen. Laster is in ons aller oogen verachtelijk. Maar vertellen we de zoogenaamde waarheid niet al te gretig? Is er nu wel zooveel verschil in als we met genoegen de zwakste zijde van onze medemenschen belichten en zijn fouten en gebreken uitpluizen, om er onze afkeuring en verfoeiing over uit te storten? Ja, laster is kwaad van anderen vertellen dat niet waar is, kwaadspreken is kwaad vertellen, hetgeen waar, doch niet bekend is. Maar zijn wij er wel zoo zeker van, dat wij de waarheid weten? Kan iets wat wij afkeuren, niet gebeurd zijn met edele bedoelingen? Kunnen de omstandigheden bij een slechte daad niet zóó overweldigend zijn geweest, dat er méér reden is tot medelijden dan tot verachting? Hoe zouden we ten opzichte van ons-zelf oordeelen als we in dezelfde omstandigheden verkeerden? Ach kwaad kan nóóit goedgekeurd worden want wat zwart is kunnen we onmogelijk wit noemen, maar we kunnen een beetje mild oordeelen, als men ons kwaad vertelt. De verteller er voorzichtig op wijzen, dat het niemand voordeel doet den kwaden kant van een ander te zien en dat het edeler is, het stilzwijgen te bewaren als we niets anders te vertellen hebben, dan de ondeugden van onze medemen schen op te sommen. Ziedaar wat we doen kunnen en. moeten PRIX. Het valt voor sommigen veel moeilijker vergiffenis te vragen, dan ze te schenken. Natuurlijk verstand kan in zekere mate beschaving ver vangen, maar geen beschaving vervangt natuurlijk verstand. -A i Jfcffcj IN ONZE vindt U nog chique MANTELS en JAPONNETJES in alle genres en prijzen. DC Prima modellen -m

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 6