Wat is GLASMARMER
-triK/w
AMTVE
ONS ZEELAND
15
M. KLEIJNENBERG,
NU DE LIJSTERBES KLEURT.
„Zoo wijs als Salomo's kat
(Naar het Engelsch)
van
ALICE GRANT ROSMAN.
GLASMARMER is bestand tegen: vrije alcaliê der stucadoor-
specie, salpeterzouten, vorst, vocht en verkleuring.
„GLASMARMER" 4 tot 5 m/m dik wordt geleverd in 10 ver
schillende kleuren met een handelsmaat van 45 x 75 cM. of elk onderdeel
hiervan, zoodat demeest variëerende bekleeding kan worden aangebracht
„GLASMARMER" geeft de meest decoratieve en fijnste
wandbekleeding, die zich geheel aanpast aan de moderne architectuur
en woningbouw van onzen tijd.
„GLASMARMER" is veel goedkooper, glansvoller en leven
diger dan gewoon marmer en niet duurder dan een goede kwaliteit
gebakken tegel. Vereischt verder geen onderhoud meor, omdat
polijsten en in-de-was-zetten geheel overbodig is.
ALLEEN VERKOOP voor Zeeland
Korte Heerengracht M 282-284 - Middelburg.
.„■Jm jSfc. AL»
mm
Van
achter den Veerschen kolos steeg de morgen en
traag nam de nacht zijn kille deken van de velden. Een
auto zoemde den eenzamen fietser voorbij en zoog in z'n
vaart wat dor blad mee, dat grillig opdwarrelde, bijna als
vluchtend voor den adem van den Herfst.
Maar de morgenkilte verdween en werd vergeten in de
glorie der Augustuszon, die vrucht en kleuren rijp stooft,
in wier gouden omlijsting de tinten in den tuin lichtend
vonken en warmer gloeien, waardoor de schoonheidsstijging
naar haar stralendste glanspunt gevoerd wordt.
Augustus mid-zomerhoogte, alles schittert, lacht en
juicht en met onnaspeurlijke mengeling worden de kleuren
tot één machtig geheel geheven, het criterium van de zo-
merpracht
In dit festijn van kleuren en vroolijke onbezorgdheid zien
we opeens de Lijsterbes kleurt en nu staan er wat van
haar takken in n ouden, geel-koperen pot, die haar veeljarig
bestaan toont in bronzen gloed en vele deuken. Hoe rustig
is het geheel en toch zoo sterk sprekend. Welk 'n genot
schenkt 't, maar ook welk 'n ontzaglijken ernst ligt er in.
Met recht kunnen we zeggen dat de Lijsterbes toch wel 'n
heel wonderlijke boom is.
Als in de Mei-jool der bloemen haar groote witte trossen
als wuivende vlokken ons toewaaien, dan is er in haar sta
tige pracht rust van verheven schoonheid. Dan twinkelt in
de vreugde en blijheid die ons tegenstraalt de vroolijkheid
dan is ze 'n zonnige boodschap van levensverwachting. Ze is
als het licht der vreugde, dat sterk en krachtig maakt, waar
door het leven verwarmd wordt. En wij lachen maar mee en
koesteren de nog voorjaars-kleume harten in haar blijheids-
straling. Niemand kijkt verder, geen wil doordringen in het
komende we leven slechts in de vreugdesiddering van het
moment. Daaraan klemmen we ons vast, wellicht al te vast,
totdat we, na enkele maanden slechts, dan levend in den
verrukkingsroes der zomerpracht, wakker worden geschud
door dit eene, wat ons schokkend doorhuivert de Lijster
bes kleurt
Nu de Lijsterbes kleurt, zien we daarin het naderend ein
de van den zomer en zoo is het dat de boom die ons eerst
doet trillen van vreugde, dan ontroert in angstig beven voor
de komende scheiding. Daarmede komt de bezinning en
ontgoocheling Wat is er dat meer dan dat inslaat en ruw
vernielt Doch daar komt door diezelfde glanzende bessen,
die ineens alle gedachten van levensblijheid uit ons hart ver
drijven, het andere dat de ledige plaats vult, zoo vult, dat we
tevreden zijn en ons hoofd buigen, niet in gedwongen gela
tenheid van niet-anders-kunnen, maar in blij berusten.
De Lijsterbes kleurt en de dagen korten, maar de glans
die fonkelt van haar vroolijke bessen, kunnen we brenger
in onze huizen. Dan kan het niet anders of de vriendelijke
straling zal komen in het hart en niets zal deze daaruit kun
nen bannen. We hebben dat licht en we houden het, opdat
het in alle duisternis schijne.
Nu de Lijsterbes kleurt schalt het als 'n waarschuwing
voor het komende, het komende dat we nog niet willen zien,
maar dat komt langzaam en onafwendbaar.
Al komen er mogen het er vele zijn nog dagen
van zomersche vreugde. Op de middag-hoogte der zomer
weelde volgt eenmaal de avondschemering van het najaar.
Dien avond was het koud en 'n kille damp rolde over de
velden kort nadat de zon, als 'n gouden munt viel, ergens in
'n gleuf bij den einder.
G. BUDDE.
Jeremia stelde zich aan Leonard Warden voor, door zich
vleiend tegen zijn beenen aan te wrijven toen hij een van
de eerste middagen van zijn verblijf in Londen de trap af
kwam.
Jeremia was een zwarte kat met een donzig wit front je en
ze had een air alsof het heele huis van haar hoorde, een
deftige kat, een echte grootestads-kat. In het algemeen had
zij het land aan vreemden en een vreemde was Warden voor
haar. Hij was dien morgen naar een flat op Adelphi Ter
race verhuisd en hij was niet alleen een vreemde in Adelphi
Terrace, maar ook in zijn eigen land, na een jarenlang ver
blijf als regeeringsambtenaar in de koloniën.
Jeremia's begroeting deed hem weldadig aan en hij sprak
het poesebeest vriendelijk toe.
Jeremia was een ietwat-sentimenteele kat en erg gevoelig
voor uitingen van sympathie. Zij keek met dankbare oogen
naar Leonard Warden op en zeilde toen met opgeheven
staart vóór hem de trap af, naar buiten.
Ga naar huis, beest, je wordt nog overreden riep hij
tegen het dier toen een auto rakelings langs haar heen reed.
Warden voelde zich in zekeren zin verantwoordelijk voor
het dier, dat vriendschap en bescherming bij hem had gezocht
en hij was blij dat na een poosje de kat verdwenen scheen.
Leonard Warden bleef een oogenblik op den hoek van de
Strand staan en kwam weer onder de bekoring van het
woelige leven van Londen.
Het is toch wel heerlijk om weer thuis te zijn zei hij
tot zichzelf. „A-B-C, de poes loopt in de sneeuw
Het zingen van dit schoone kinderlied, gevolgd door een
algemeen en daverend gelach, wekte hem uit zijn droomen.
Warden ontdekte dat hij het middelpunt was van een troep