A ONS ZEELAND X Weer een ongeluk te Rilland-Bath op den onbewaakten overweg de jong ste reclame voor ons gewest en over een nalatigheid der V. V. V.'s. Onmiddellijk nadat de directie der Ned. Spoorwegen besloot de bewaking aan den overweg te Rilland-Bath op te heffen, hebben we ongelukken voorspeld. Toen ter plaatse 'n gelukkig niet zeer ernstige aanrijding plaats vond, hebben we geschreven ,,de onbewaakte overweg van Rilland zal menschenlevens kosten." Na het bloedige gebeuren op den jongsten tweeden Pinksterdag, bij de groeve van een geheel gezin, hebben we nogmaals op het gevaar van Rilland ge wezen, voorspeld dat dit bloedige drama niet het laatste zou zijn, en bij de autoriteiten aangedrongen om den overweg opnieuw te doèn bewaken, althans maatregelen te treffen om de kans op ongelukken te verminderen. Jhr. de Muralt, evenals wij en anderen onder den indruk van de moord partij onder toezicht der hoogste autoriteiten in den lande (zoo mag men het drama op tweeden Pinksterdag bij Ril land ongetwijfeld noemen) richtte kort na het gebeuren een aantal vragen tot den minister van waterstaat De vragen hadden ten doel den minister nu nogmaals op den onhoud- baren toestand ter plaatse te wijzen en hem te bewegen tot het treffen van maatregelen. Het duurde geruimen tijd alvorens het ministerieele antwoord bekend werd. De vrager bleek niet veel te hebben bereikt de minister zegde alleen toe dat de woning van den voormaligen overweg-bewaker zou worden afgebroken. Zij die met den toestand ter plaatse bekend zijn, zullen toegeven, dat het ministerieele besluit weliswaar geen afdoende oplossing kon brengen, doch dat 't het uitzicht op den overweg, en dan vooral voor de toeristen, komende uit de richting Brabant, aanmerkelijk zou verbeteren. Het wachtershuis toch belemmerde een zéér langzaam rijdenden automobilist precies zoo lang het uit zicht dat een trein kon naderen om hem op den overweg te verrassen. Dit is Zaterdag j.l. aan een aantal auto rijdende Belgische touristen op droevige, doch wel overtui gende wijze bewezen. De inzittenden van een Belgische auto, Rilland naderende, spraken over den gevaarlijken overweg, waar eenige maanden geleden twee landgenooten en kin deren den dood vonden. Zij achtten t raadzaam in de nabij heid van den overweg langzaam te rijden. Tengevolge van dat langzame rijden en door den stand van meergemelde woning t. o. van den spoorweg, hadden zij een aantal mi nuten geen uitzicht op de spoorbaan. Ze hadden te voren de lijn verkend en veilig bevonden. toen ze op den overweg kwamen, werden zij door een inmiddels, ongezien nabij gereden trein gegrepen, met het gevolg, dat de auto ernstig werd gehavend en de inzittenden min of meer zwaar werden gewond. Gelukkig vielen er ditmaal geen dooden, doch de wonden vormen reeds een ernstige aanklacht genoeg Een aanklacht tegen de autoriteiten, die eenige maanden geleden toezegden de belemmeringen en gevaarlijke wo ning te doen sloopen, en die tot Zaterdag in gebreke zijn gebleven een ernstige belofte na te komen Een aanklacht tegen de ambtenarij, tegen de departemen tale sleur, die zelfs geen haast kent als het om zaken gaat die het leven van den mensch bedreigen Een aanklacht tegen de Hollandsche laksheid, die met tijd, dood en leven marchandeert als met krenten en suiker! We zijn niet revolutionair van aanleg, een man als Floris Vos, die zei „als de regeering de tollen niet opruimt, dan zal ik het doen," heeft nooit onze groote bewondering ge had we hebben de overtuiging dat in een geregelden staat de overheid en niet het individu maatregelen van algemeene orde en veiligheid moet treffen. Dit dus voorop Maar. als we aan Rilland denken, aan zijn dooden en gewonden, aan het laksche beleid van onze regeering in deze. dan kriebelt toch even het bloed. Dan voelen we diep in ons eenig begrijpen van Floris Vos' strijd tegen de tollen, en dan groeit in ons het verlangen naar een daad. Zijn het veelal niet regeeringen die revolutionairen en revoluties kweeken? We hopen dat de minister van waterstaat alsnog, en dan zeer spoedig, zal toonen, dat hij de waarde van een men- schen-leven niet onderschat. We zien met spanning de maatregelen voor den overweg bij Rilland tegemoet. Zoo zij langer uitblijven dan we hopen durven, zullen we hier een beroep doen op het gemeentebestuur van Rilland- Bath, dat zorg heeft te dragen voor de veiligheid van den publieken weg of. op anderen, die wellicht minder rustig en weloverwogen te werk zullen gaan. Want het gevaar van Rilland, dat vier menschen (zij het dan Belgen, Excellentie) doodde en vele anderen wonden toebracht (er vloeide weliswaar geen Hollandsch, maar Bel gisch bloed, o directie der Ned. spoorwegen) dient uit de wereld te worden geholpen. Niet over een jaar, niet over een maand, doch onmid dellijk. In de afgeloopen week hebben we zij het dan in den beginne niet geheel vrijwillig eenig aandeel gehad in het tot stand brengen van de jongste en nieuwste reclame voor Zeeland. Twee heeren van Fox' sprekende film waren n.l. voor eenige dagen naar ons gewest gekomen om hier onder werpen voor hun opnamen voor de Movietone te zoeken. Het ging den heeren Squire en Mann daarbij niet zeer voor den wind. Eerstens werkte het weer niet mee en verder waren hier de voorbereidingen niet zoo goed getroffen als zij aanvankelijk verwacht, en uit een uitvoerige correspon dentie afgeleid hadden. De operateurs waren van Woens dag tot Zaterdag in Vlissingen (waarvan eenigen tijd in Middelburg om juist te zijn) en Zaterdagmorgen waren zij nog slechts in het bezit van een in hun oogen vrij onbe duidend stukje film. De geestelijke toestand der Amerika nen was dan ook beneden peil, hetgeen de lezer zal begrij pen, als hij weet, dat iedere dag 200.— onkosten met zich brengt. Eenigszins moedeloos arriveerden zij Zaterdagmiddag in Goes en hun pessimisme steeg ten top toen zij ook daar hoorden, door onjuiste voorlichting van den voorbereider van de filmpartijen, niet aan den slag te kunnen. Mer; zou evenwel geen Amerikaan moeten zijn om niet het uiterste te probeeren teneinde toch nog iets te bereiken. Dank zij mede werking van enkele particulieren, die niets met V.V.V. of wat dan ook in dien geest uitstaande hebben, dank zij de bereid willigheid van den burgemeester van Goes, van den leider van het Zuid-Bevelandsch a cappella-koor te Goes van den heer Mazure uit Middelburg en zijn leerlingen, kon dan Zondag, tegen de aanvankelijke verwachting in, nog een opname worden vervaardigd. En wat voor een. Tegen een typisch-Zeeuwschen achtergrond voerden Zeeuwsche boe rinnetjes en boertjes op muziek van een harmonica hun alleraardigste dansen op klepperende klompen uit, en zong het bekende a cappella-koor van den heer Tamminga zijn mooie liederen. Het geheel maakte op de operateurs van de firma Fox zoo'n indruk, dat zij niet minder dan 600 M. sprekende film spendeerden en dat ze enthousiast verzeker-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 2