ONS ZEELAND
15
Roeien en Zeilen.
Zoolang de menschen en het water bestaan, zullen de men-
schen zich, zij het ook met primitieve vaartuigen en riemen, op
het water hebben voortbewogen, zoodat de veronderstelling,
dat zij reeds in oertijden onderling hunne krachten per vaartuig
hebben gemeten, zeker niet gewaagd mag heeten.
In elk geval is het even logisch als vernuftig, dat men de
watermassa, die werelddeelen scheidt, landen omspoelt en land
streken doorklieft, dienstbaar maakte aan het verkeer dan wel
aan vermaken, die gezamenlijk als watersport zijn saam te
vatten. j
We zitten thans weer midden in dien heerlijken zomertijd,
waarin een verblijf in en op het water tot de meest aangename
verpoozingen in het dagelijksche programma behoort en waarin
roei- en zeilsport voor enkele maanden slechts hoogtij viert.
Zeeland, onze waterprovincie, leent zich bij uitstek voor be
oefening der watersport; de beide Schelde-monden nooden tot
zeilen en de binnenwateren tot roeien, terwijl onder de kusten
onzer eilanden beide takken van sport een ruim en geschikt
demonstratie-terrein vinden.
Helaas speelt Zeeland geen prominente rol in beoefening der
roei- en zeilsport, zelfs ondanks het feit, dat onze geschiedenis
en onze waterrijke provincie meer dan voldoende aanleiding
geven tot de gedachte, dat de Zeeuw een der eerste beoefenaars
der roeisport zou zijn. Maar niet alleen Zeeland, doch eigenlijk
ons geheele land heeft, op gebied van roeien vooral, vele jaren
gelaboreerd aan gebrek aan initiatief.
Op roeigebied althans het wedstrijdroeien is Engeland
ons vele jaren voor geweest. Ruim 200 jaar geleden, n.l. in 1715,
had in Engeland de eerste roeiwedstrijd plaats, n.l. een sculler-
race, d. i. een wedstrijd, waarin de roeier met twee riemen
beweegkracht verwekt. De oudste gegevens over roeisport in
Nederland dateeren van het jaar 1846, toen te Rotterdam de
eerste vereeniging, onder den naam van „Koninklijke Neder-
landsche Yacht-club" werd opgericht. Nadien ontstonden tal van
roei- en zeilvereenigingen, die nog elk jaar deelnemen aan
onderlinge wedstrijden zoowel als aan internationale ontmoe
tingen. Als ik u namen noem als van Gunther, den kranigen
Amstel-sciffeur, die onlangs de Diamond Scull race, uitgeschre
ven door „The Henley Royal Regassa" won, en van vereeni-
gingen als „Amstel", ,Nereus", „Njord", „Nautilus", „De Hoop",
„Laga" e.d., dan wordt de herinnering aan goede Nederlandsche
roeisport weer levendig en mag men constateeren, dat de roei
sport in ons land een groote vlucht heeft genomen.
In het algemeen toch moet de roeisport wel gelden als een
der meest gezonde takken van sport. Zelfs het wedstrijd-roeien,
waarbij het uiterste van het lichaam wordt vereischt, is, mits
onder goede leiding en bij behoorlijke training en controle, eene
goede lichamelijke ontspanning. Het jaargetijde, dat voor roei
sport is aangewezen, leent zich uitstekend voor dit vermaak,
omdat het nagenoeg geen temperatuurswisseling verwekt vóór
tijdens en na de roeipartij. Bij doelmatige kleeding kan elke
roeier zich hiertegen wapenen en zorg dragen, dat de physieke
gesteldheid niets inboet bij de inspanning, die de roeisport vor
dert. Dit geldt niet uitsluitend voor het wedstrijd-roeien, doch
zeer zeker ook voor het simpele bootje-varen, dat louter tot
ontspanning, vermaak en verfrissching dient.
De roeisport heeft dan ook hare populariteit voor een goed
deel te danken aan de vele afwisseling, die zij biedt. Het genot
van een watertochtje is voldoende bekend, dan dat ik ten deze
nog in finesses zou behoeven af te dalen. Wie is niet aangenaam
verrast bij het ontmoeten van een ranke roeiboot, met vlaggen
getooid, te midden onzer typische Hollandsche landschappen?
Dan mag het ook iets als van-zelf-sprekend geacht worden, dat
velen er de voorkeur aan geven, ons land te bezien langs onze
prachtige waterwegen boven een tocht in duffe spoorwagens
of langs stoffige wegen. De roei- en zeilvereenigingen, die zich
uitsluitend bepalen tot tourisme, dus zich buiten eenig wed
strijdverband houden, nemen dan ook jaarlijks toe. En waar
deze ontbreken daar is allicht een bootjes-verhuurder in staat,
de roei-aspiraties van het menschdom te bevredigen door a
raison van een uurtarief van 30 a 40 cents, een ieder in de
gelegenheid te stellen zich te vermaken op plas en meer, in
rivier en kanaal, frissche lucht ademend en zijn spieren stalend
in het regelmatig hanteeren der roeiriemen.
De roeisport verdient zeer zeker in wijde kringen beoefend
te worden, waar tal van goede hoedanigheden er aan ten grond-
slag liggen of er uit voortvloeien. Wilskracht, zelfvertrouwen en
lichaamskracht worden door de roeisport gekweekt en bevor
derd, terwijl de heilzame uitwerking op bloedsomloop, spieren
stelsel en lichamelijke verzorging onaanvechtbaar mogen heeten
zoolang men zich niet overgeeft aan overdrijving of zwaarder
eischen stelt aan zijn body dan oirbaar is.
Zeilen en roeienzij zijn feitelijk broertje en zusje. Beide
takken van sport behoeven allereerst water en een vaartuig,
terwijl overigens behendigheid en physieke gesteldheid een
voorname rol spelen.
Terwijl men van de meeste takken van sport zooals ook
van de roeisport moet bekennen, dat zij uit den vreemde
tot ons zijn gekomen en door ons zijn overgenomen, is dit met
het zeilen althans het zeilen uit liefhebberij juist anders
gesteld. Het zeilen toch is eene oud-Hollandsche liefhebberij en
door het buitenland van ons overgenomen. Hiervoor zijn bewij
zen te over, maar het sterkste bewijs is wel, dat onze voor
ouders de vaartuigen, waarmede zij zich aan deze liefhebberij
overgaven ter onderscheiding van die, welke slechts als werk-
vaartuigen dienden, in het algemeen jagt noemden. Dit woord
is ontleend aan het werkwoord „jagten", hetwelk een begrip
van haasten, vliegen, snel bewegen enz. uitdrukt. Deze bena
ming is door alle landen, die de zeilsport aanvaardden als ver
maak, overgenomen voor de tot dit doel gebruikte vaartuigen
en wijkt alleen in spelling af, al naar gelang de landaard dit
gebiedt.
Reeds in de 17e eeuw, toen Holland's handel een ongekende
vlucht nam en Holland's vloten de zeeën beheerschten, gingen
ondernemende kooplieden en reeders er toe over, fraaie jachten
te doen bouwen teneinde hunne handelsvloten als in een drij
vende woning te kunnen vergezellen. Deze jachten wedijverden
met elkaar in grootte en luxe, zoodat zij ten slotte ondoelmatig
bleken voor het gestelde genot en langzamerhand weer van de
hand werden gedaan aan het buitenland. Voor de kleinere
jachten bleef echter de liefhebberij levendig zoodat het aantal
dezer vaartuigen steeds toenam, terwijl de nieuwste vindingen
op dit gebied steeds veelvuldiger werden toegepast, het oud-
Hollandsche, alsook het oorspronkelijke Friesche type, nagenoeg
geheel verdwenen is.
Er bestaat geen sport, die zoozeer als maatstaf kan dienen
voor de plaats, die een land onder de zeevarende natiën inneemt,
als de zeilsport. Waar handel en scheepvaart bloeien, verkeert
deze sport in hetzelfde geval en omgekeerd. De eerste factor
toch doet de belangstelling voor alles wat met het waterverkeer
verband houdt, in uitgebreiden kring toenemen en deze belang
stelling komt tot uiting in de watersport in het algemeen en in 't
zeilen in het bijzonder. Het beste bewijs dat deze sport niet
alleen van mode afhangt, maar dat zij een natuurlijken, krach-
tigen kern bezit, is wel, dat zij kan bloeien in weerwil van
stoom, electriciteit en verdere vindingen van den nieuweren
tijd. Zij blijft voor hare beoefenaars steeds aantrekkelijkheid
houden omdat natuurlijke elementen, als wind, lucht en water,
haar volkomen beheerschen en deze schier dagelijks variatie
brengen in de manipulaties van den zeiler. Uit licht te begrijpen
gronden is eene algemeene beoefening der zeilsport onmogelijk;
populairteit zal zij wel nimmer verwerken, maar het voortbe-