AÏ1D-VE if) ÜNS ZEELAND het laagspanningsnet doorloopen. Een kortsluiting in een huisinstallatie is dus weer minder gevaarlijk, doordat de stroom een veel langeren weg heeft af te leggen en langs dunnere draden geleid wordt. De stroomtoevoer in huisinstallaties en laagspannings netten is reeds zoozeer gereduceerd, dat een kortsluiting hierin niet eens in de centrale merkbaar is. Het maakt dus een zeer groot verschil op welke plaats kortsluiting ontstaat. Afwijkende van waterdistributie worden de electrische netten zóó aangelegd, dat, ingeval van kortsluiting de stroom eerst een groot aantal automatische veiligheidsinrichtingen moet passeeren, voordat de plaats van kortsluiting bereikt is. Stel voor, dat in de een of andere huisinstallatie te Goes moedwillig kortsluiting wordt gemaakt, dan moet de stroom eerst de volgende veiligheidsinrichtingen passeeren lo. de automatische beveiliging der dynamo in de cen trale 2o. de automatische beveiliging van den hoogspannings- formator in de centrale 3o. de automatische beveiliging van den hoogspannings kabel naar Middelburg 4o. de automatische beveiliging van den hoogspannings kabel MiddelburgNoord Kraaiert 5o. de automatische beveiliging van den hoogspanningska bel Noord KraaiertGoes 60. de automatische beveiliging van den hoogspannings transformator te Goes 7o. de automatische beveiliging van het laagspannings net te Goes 80. de automatische beveiliging van de huisinstallatie te Goes 9o. de automatische beveiliging van de hoofdzekering van het aangesloten perceel. lOo. de automatische beveiliging van de groep, waarop de kortsluiting plaats vindt. Al deze automatische beveiligingen zijn zoo ingesteld, dat zij bij een bepaalde stroomsterkte in werking treden. Heeft men de groep, waarop de kortsluiting plaats vindt, met een 6 ampèrestop (ook wel zekering, veiligheid of smeltpatroon genoemd) beveiligd, dan zal men ongestraft 1.5 K.W. kun nen afnemen dit komt overeen met de warmte, welke een viertal strijkijzers afnemen. Schakelt men nog een vijfde strijkijzer of ander apparaat in, dan zal de veiligheid over enkele minuten den stroom uitschakelen. Raakt echter een snoer van een strijkijzer defect en komen twee blanke draden tegen elkaar, zoodat er kortsluiting ont staat, dan zorgt de zekering ervoor, dat in een onderdeel van een seconde de stroomtoevoer automatisch verbroken wordt. Dit geschiedt zoo snel, dat de contactplaats van de kortsluiting niet eens warm wordt en is er dus geen kans, dat het snoer kan gaan branden. Dit is dus de eerste bevei liging. Met een goeden stop of patroon zijn kortsluitingen absoluut zonder gevaar is de stop echter niet in orde of wordt in het zekeringelement een koperdraad je gestoken, wat volgens vele leeken, die hun handigheid willen toonen, even goed gaat, dan zal, ingeval van kortsluiting, de hoofd zekering op het bordje doorsmelten met een grootere warmte op de contactplaats, doch nog steeds zonder gevaar. Wordt ook deze hoofdzekcring door een koperdraadje, cent of an der metalen voorwerp buiten werking gesteld, dan zal bij kortsluiting de hoofdzekering der huisaansluiting doorsmel ten, welke echter door den bewoner van het perceel niet te bereiken is, daar deze zekering in een verzegelden metalen kast is ingesloten. Om hierna weer stroom te kunnen krijgen, moeten de beambten van de P. Z. E. M. er bij te pas komen, daar het zegel van deze kast niet verbroken mag worden. Het wordt tijd om de afnemers van electriciteit er op attent te maken, dat zij zich zeer veel moeite kunnen besparen, door niet te knoeien met de zekeringen. lederen afnemer wordt dan ook aanbevolen eenige goede zekeringen in voorraad te nemen en er op te letten, dat een step nooit door een koperdraad) e of ander metalen voorwerp vervangen wordt. Ook moet er steeds op gelet worden, dat een 6 ampère-stop niet door een van 10 ampère vervangen wordt, want schroeft men een 10 ampère-stop in een 6 ampère zekeringelement, dan zal dit niet helpen, daar een 10 ampère-stop korter is dan een van 6 ampère en men dan geen contact maakt over stroomdoorgang. Er zijn „ar- tisten", die hierop wel een middel weten, n.l. door een of twee centen, soms een kwartje onder den stop in het zeke ringelement te schuiven, om zoodoende met een te korte stop toch. stroom te kunnen krijgen. Dit is natuurlijk even laak baar, daar de beveiliging hierdoor verminderd wordt. Elec triciteit is het veiligste verlichtingsmiddel in garages enz., waar geen vuur mag komen woidt steeds electrische ver lichting voorgeschreven, daar het brandgevaar dan minder is dan met elke andere verlichting. Alleen daar, waar ge knoeid wordt met de zekeringen, wordt de veiligheid min der. De overige beveiligingen staan onder het onmiddellijk beheer van de P. Z. E. M. Wordt door een zwaren storm, het omvallen van een boom of andere oorzaak kortsluiting in een laagspannings net veroorzaakt, dan treedt direct beveiliging No. 7, hier voor genoemd, in werking. Ontstaat door de een of andere oorzaak kortsluiting in een hoogspanningsnet, dan schakelen de automatische schakelaars in de buurt van het ongeval den stroom direct uit. Bij den huidigen stand der techniek is het spook „kortsluiting" in de ban. Als er ergens brand ont staat, waarvan de oorzaak onbekend is, hoort men zeer dikwijls „de oorzaak is kortsluiting", alhoewel niemand iets gezien heeft, dat hierop wijst. Zoo sterk zelfs, dat men bij verschillende branden als oorzaak „kortsluiting" heeft genoemd, terwijl er in de bewuste perceelen geen enkele electrische installatie aanwezig was. Mijnheer de Redacteur, ik zeg U dank voor de verleende plaatsruimte en hoop het mijne er toe bijgedragen te hebben, het spook „kortsluiting" tot zijn ware gedaante terug te brengen. J. S. ir DE SAXOPHONIST door JAN R. TH. CAMPERT. Hij speelde eertijds klarinet in een klein dorpje ergens in het Zuiden van ons land. Ieder jaar bracht ik er zomers eenige weken door. Een modern mensch vond er alles wat zijn hart begeerde rust, stilte, zee, strand, bosch. Het was een verademing om daar een korte poos te vertoeven, men kwam er tot zichzelf, en in die arcadische omgeving deed men „leeftocht" op voor volgende maanden. Ik had daar twee kamers gehuurd boven de kleine dorps herberg „In het kasteel van Batavia". Alles was heel pri mitief, 's nachts moest ik m'n vermoeide leden uitstrekken in 'n bedstede, wasschen deed ik me onder de pomp op de bin nenplaats, m'n wekelijksche rijsttafel moest ik missen en ik verslond er hoeveelheden spek, aardappels en sla, dat ik mij nu nog schaam als ik eraan denk. De bewoners waren als het dorp. Primitief, eenvoudig als de kamers, die zij bewoonden, groot, sterk en ruig als de zee, die aan de kust sloeg. Hun oogen waren helder en eer lijk als van kinderen. Overdag werkten zij op het land. Tegen den avond kwamen zij bij groepjes terug naar het

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1929 | | pagina 14